Doorgaan naar hoofdcontent

Zondagochtend

Merlijn had een zeemonster gevangen, in de vijver van het plantsoen.
En hij bewaarde het monster thuis, in het bad.
Maar waarschijnlijk zat de stop er niet goed in, want plotseling klonk het SSSSLLURRRRRRRP en toen Merlijn ging kijken zag hij het monster in het afvoerputje verdwijnen; alleen zijn staart stak nog naar buiten.

Bo had gedroomd over een vlinder, een lichtgevende vlinder, die zomaar uit een muur was gekomen.
De vlinder was zo mooi, zo mooi! En toen trapte Merlijn hem dood.
“Dat zou ik toch nooit doen!?" riep Merlijn verontwaardigd.
“Nee dat zou hij toch nooit doen!?" riepen Henk en ik.
Dat was waar.

En of ik na het ontbijt dan even hun dromen kon tekenen.
Wat? Tekenen? Ik?
Ja hoor, túúrlijk.
Want tekenen, moet u weten, is echt mijn ding.
Not.