Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2017 tonen

Babylongen

Ik weet dat je blowt – ‘smoken’   noemen jij en je vrienden het. En ik weet dat je bier drinkt, af en toe. En rookt, achter de school. Je mag dat allemaal niet van mij. En van de wet ook niet. Nog lang niet. Je bent nog niet eens zestien! Het is gevaarlijk. Ik hoop in de godsnaam dat ik je nooit bewusteloos op de eerste hulp zal aantreffen. En het is zo slecht voor je. Zo ongezond.  Ik was zelf ook vijftien toen ik begon met experimenteren. Of nou ja, het overkwam me; ineens was het er, alles tegelijk: alcohol, roken, seks. En ik wou het allemaal. Een jaar eerder al was ik begonnen met het stelen van sigaretten uit het pakje van de schoonmaakster, als ze aan het stofzuigen was. Iedere week één. Die rookte ik dan stiekem ‘s avonds, uit mijn raam. Caballero zonder filter.  Ik voelde me goed als ik dat deed. Groot, stoer, onafhankelijk. Ook al werd ik kotsmisselijk. Maar ik had zo’n drang naar….naar álles, naar het leven, naar vrijheid, naar nieuwe dingen, naar wat er allemaal

Warme dekens

Ik moest een blauw operatieschort aantrekken, met knoopjes op de rug, en strakke witte kousen, helemaal tot mijn liezen. Daarna werd ik in een bed naar de operatieafdeling gereden. Het was er koud. Logisch; bij lagere temperaturen verspreiden bacteriën zich minder snel en het personeel blijft lekker alert. Denk ik. Maar ik wist het eigenlijk niet. Dat het er zó koud zou zijn. Er stonden nog drie bedden in de ruimte, met mensen erin, die ook voorbereid werden op een operatie. Ik probeerde me voor hen te interesseren, maar het ging niet: ik was teveel met mezelf bezig. Iemand probeerde een infuus in mijn linkerhand te prikken. Het deed pijn. Ik keek de andere kant op. Het duurde lang. ‘Lukt het?’ vroeg ik, met mijn hoofd nog steeds gedraaid. ‘Nee. De naald wil niet opschuiven. Ze moeten het straks op de OK maar doen.’ Het prikken hield op. Ik keek naar mijn hand, uit een gaatje liep een straaltje bloed. Ik kreeg een watje, dat ik er stevig op moest drukken. Het begint al g

Hulpvraag: Ik wil zo graag mijn naam

Ik ben natuurlijk niet zomaar weer gaan bloggen hè. Ik heb u nodig. Zo moet ik binnenkort een operatie ondergaan (waar ik meer over ga vertellen, als ik heb bedacht hoe) en heb ik de weken daarna vast mensen nodig om tegenaan te klagen.  En dan is er ook nog de volgende  case, waar ik maar niet uitkom.  Ik waarschuw wel: het is een  tamelijk langdradig ( en al eens eerder verteld ) verhaal, met veel (rare) namen, waarbij ik onontkoombaar  mijn hele achtergrond te grabbel gooi, bovendien is het  nogal een non-issue, op de schaal van wereldvrede en milieu, en al helemaal als je denkt dat  de het einde der tijden is aangebroken. Dus alleen als u er zin in heeft. Ik werd geboren en kreeg de achternaam Gortzak. Dat was niet per se de leukste naam om mee op te groeien. In Amsterdam was ik er misschien nog enigszins mee weggekomen; daar wonen er meer – maar in Norg, het dorpje in Drenthe waar we halverwege de jaren 1970 naartoe verhuisden, zag men er de humor niet van

Ik ging op vakantie en nam mee

Ik ging op vakantie en nam mee: mijn drie kinderen. Ik zou dat iedereen kunnen aanraden; mijn kinderen meenemen op vakantie , als dat niet een beetje raar was en bovendien logistiek lastig en misschien ook wel wat ontwrichtend voor ons gezinsleven. (U snapt vast dat ik iets probeer te zeggen in de trant van ' die gasten, die kun je er wel bij hebben ,' maar dan leuker. Lukt niet helemaal. Beetje roestig. Krijg je ervan .) Was ik daags voor de reis nog wat zenuwachtig ( had ik niet beter gewoon een weekje naar Vlieland kunnen gaan? Of lekker veilig ergens in een all-inclusive vakantieoord? Waarom moest ik nou weer zo nodig met rugzakken op door Portugal? ) – dat was natuurlijk nergens voor nodig. Want het werd uiteraard geenszins griezelig, of spannend. (Je moet dat ‘vrouw alleen op vakantie met drie kinderen’ ook in perspectief zien: twee van die kinderen torenen inmiddels ruimschoots boven mij uit.) Wel werd het verrékte leuk. Verrassend plezierig ook, merkt

Stel, je komt te laat

Stel, je komt te laat. Op school. Of bij een vergadering. Of je koorrepetitie. Ze zijn al begonnen. Je hebt dan de keuze.  Ofwel je doet voorzichtig de deur op een kier, sluipt naar binnen en gaat stilletjes op een lege plek zitten. Fluistert eventueel wat excuses, mocht dat nodig zijn. Ofwel, je zwaait ferm de deur open en biedt met opgeheven hoofd en luide stem je verontschuldigingen aan en vertelt in geuren en kleuren waarom je te laat was; de brug stond open, de wekker was stuk, je band was lek. Er is voor beide wat te zeggen. Ik weet het niet zo goed, nu. Ik sta voor de deur. Zal ik naar binnen sneaken , net doen alsof er niets gebeurd is, en gewoon weer eens een stukje schrijven? Over de dingetjes van het leven? Of knal ik de deur open en vertel ik met veel misbaar WAAR IK IN DE GODSNAAM HEB UITGEHANGEN AL DIE TIJD!? Wat betreft dat laatste kan ik in elk geval zeggen: I’ve been to many places. (En dat zeg ik in het Engels, omdat daar meer overdrac