Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2012 tonen

Ik kom het wel even brengen

Toen ik net mijn tekstbureau begon las ik op een website met tips voor de startende ondernemer de volgende – ietwat lollige – tip: 'Heb je even wat weinig opdrachten? Ga dan niet bij de pakken neer zitten, maar gebruik de tijd om spullen op Marktplaats te zetten die je niet meer nodig hebt. Het houdt je van de straat en je genereert in een stille periode toch nog wat inkomsten!' Inmiddels begint ons huis behoorlijk leeg te raken, dus het kwam maar goed uit dat mijn schoonmoeder naar een verzorgingstehuis ging en wij een groot deel van haar huisraad moeten zien kwijt te raken. En de inkomsten daarvan zijn natuurlijk technisch gesproken niet voor ons, maar het houdt me wél van de straat. Hoewel. Vandaag verkocht ik een vriezer. Ik had een acceptabel bod ontvangen, dus mailde ik de bieder dat ik akkoord ging. Kreeg ik de volgende mail terug: Maar moet ik hem dan komen halen ofzo? Ehm. Nou, versturen lijkt me een beetje duur. Of wilt u soms dat ik hem kon brengen? D

Dat is potdorie mijn spelletje!

‘Ik moest aan je denken,’ twitterde een vriend laatst. Ja, me dunkt dat hij aan mij moest denken! DAT IS POTDORIE MIJN SPELLETJE! Want klik , dit schreef ik op 24 augustus 2011. Ze heeft het gewoon van me gejat, dacht ik nuffig. Maar tegelijkertijd wist ik dat dat niet waar was. Het ligt veel meer voor de hand dat Paulien Cornelisse inderdaad hetzelfde spelletje speelt. Want we hebben een beetje hetzelfde hoofd. Dat durf ik te beweren. Ik denk dat ik zo’n beetje de laatste was die haar boekje las. Omdat ik niet zo hou van dingen die iedereen al doet en omdat ik onbewust waarschijnlijk iets had van: ‘Oja, oja? Nou, toevallig is taal ook best mijn ding, zeg maar. Dus pff.’ Uiteindelijk las ik het natuurlijk toch en ik moest er heel hard om lachen. Hahaaa! Echt, op bijna elke bladzijde was het raak. Een groot feest der herkenning. (Terwijl herkenning natuurlijk een vreselijk jeukwoord is. ‘Ik vond zoveel herkenning in die film van Woody Allen’. Ieuw. Om het maar helemaal niet t

Heb ik me weer eens in de nesten gewerkt?

Ik sta op het  gevaarlijkste kruispunt van Nederland , laat wat fietsers passeren en trek op, als ik in mijn linker ooghoek ineens een voetganger zich voor mijn auto zie werpen. Dus ik trap onmiddellijk weer op de rem en kom ruim – toch zeker een halve meter - voor het zebrapad tot stilstand. Ik lach vriendelijk naar de voetganger, maak een charmant oeps-gebaar met mijn handen en mime 'sorry'.  Niet omdat dat echt nodig was (gelooft u me, er was eigenlijk niets aan de hand) maar gewoon, omdat ik nou eenmaal heel vriendelijk ben in het verkeer. De voetganger, een wat vreemd leeftijdsloos mannetje met een wit mutsje op en een heel boos gezichtje, loopt voor mijn auto langs en begint me daar toch een partij te schelden! Nou ben ik heel vriendelijk in het verkeer, maar ook snel verontwaardigd over onredelijk gedrag, dus ik deed met het knopje het raampje aan de passagierskant naar beneden, en sprak: ‘ Maar meneer, ik zei toch al sorry. Ik zag u wat laat, maar ik remde op tij

Trein

Mijn lichaam herkent hem eerst. Ik voel mijn knieën knikken, mijn maag trekt zich samen. Het duurt seconden voor ik weet wie hij is. Maar dan weet ik het ook echt. Ik ben hier niet op voorbereid. Hij heeft mij ook gezien en wandelt over het perron mijn richting uit. Anderhalve meter van me verwijderd blijft hij staan. ‘Anton?’ ‘Bas, dat is lang geleden.’ Het klinkt afgezaagd, maar het is precies wat ik wil zeggen. Het had van mij nog veel langer geleden mogen zijn. ‘Ja,’ zegt hij. ‘Hoe is het, jongen?’  Hij doet een stap naar voren. Ik zie dat hij twijfelt of hij me een hand zal geven. Hij doet het niet. ‘Goed,’ zeg ik. Ik lieg. ‘Woon je nog steeds in Amsterdam?’ Ik knik. ‘Echt waar? Man, hoe krijg je het voor elkaar.’ ‘Gewoon nooit vertrokken. En jij? Jij zat toch in de States?’ Het klinkt raar. Ik had gewoon Amerika moeten zeggen. ‘Canada, hè. Getrouwd, kinderen, je weet wel. Ik zit in de olie. Management.’ Zijn hand verdwijnt in zijn colbert. Even ben ik bang dat hij

Stupéfait

Ik denk dat ik maar eens ga proberen dit Franse leenwoord te integreren in mijn vocabulaire. Want ‘flabbergasted’ heeft zijn beste tijd wel weer gehad, vindt u ook niet? En ik kan natuurlijk gewoon zeggen ‘met stomheid geslagen’, maar dat klinkt zo stom, en ‘ik sta paf’ doet me altijd denken aan Dikkertje Dap. Stupéfait, dus. Is ook wel lekker intellectueel, vind ik. Net als velen van u waarschijnlijk, had ik de kinderen thuis vandaag. Want er werd gestaakt in het onderwijs. ‘Staken, dat is dat je met spandoeken enzo naar Amsterdam gaat’, vertelde Merlijn. ‘Nee hoor, zei ik, ‘staken is gewoon dat je niet gaat werken. Wat jij zegt is demonstreren.’ Maar eigenlijk had hij wel gelijk. Staken is tegenwoordig niet meer alleen je werk neerleggen, het moet ook een beetje een feestje zijn. Met pruiken en leuke groene sjaaltjes. Ik sta trouwens, voor u me verkeerd begrijpt, volledig achter deze staking (die – zo lees ik net op nu.nl – tevergeefs is geweest), want het is natuurlijk va

Blokkade

Ik blog niet he? Nee, ik blog niet. En ik weet wel waardoor dat komt: ik ben een beetje van slag door wat mensen in onze omgeving momenteel overkomt en dat maakt het moeilijk om ergens anders over te schrijven. Dus ik dacht weet je wat ik doe, ik vertel het gewoon. Het verhaal dat de blokkade veroorzaakt. En dat is een beetje eng, omdat ik helemaal niet weet of ik dat wel mag hier op mijn blog (ik denk het wel). Ze was een tijdje de oppas van Bo en Merlijn, en we raakten bevriend. Een paar jaar later waren we samen zwanger. Ik van ons derde kindje, zij van haar eerste. Bij mij ging alles goed, bij haar niet. Bij de eerste echo leek er iets niet in orde en een vlokkentest daarna wees uit dat het kindje een chromosoomafwijking had, het Syndroom van Turner . Er waren geen levenskansen en er werd een geboorte opgewekt, met 16 weken. Een paar dagen later begroeven ze een kistje in de tuin. Ik schreef hier al eerder over . Over hoe lullig ik me voelde met mijn steeds dikker worde