Hoe mijn echtgenoot heeft geprobeerd The Sound of Music voor me te verpesten, maar daar jammerlijk in heeft gefaald
Terwijl Little Miss Sunshine in de dvdspeler zit te wachten tot een van ons op play drukt kijken we naar The Sound of Music. Dat gebeurt me nou altijd, met die film. Ik kan geen andere film opnoemen die zulke sterke tegenstrijdige gevoelens bij me oproept als The Sound of Music. Ik ga zo ongeveer over mijn nek van dat preutse gekwezel in die bergen, anderzijds kan ik de romantiek ervan niet weerstaan. Blijkbaar. Zo heb ik hem dus al zeker vijfentwintig keer gezien. (De eerste keer zag ik hem overigens niet; het was in de bioscoop in het dorpshuis, tijdens een kinderfeestje en ik had mijn bril niet bij me – misschien is het daar wel misgegaan bedenk ik nu.) Ik geef het maar gewoon toe: ik beleef een heimelijk genoegen aan het meezwijmelen met The Sound of Music. Ook al heeft mijn lieftallige echtgenoot het mooiste liedje van de film dan voorgoed voor me verpest. Door vijftien jaar geleden in plaats van ‘Edelweiss, Eidelweiss’, te zingen: ‘ Edelweiss, die Suppe ist heiss ’ te ...