Hoewel het hier de afgelopen week best wel heftig was en rock 'n roll enzo, volgt hier toch een wat huismutserig logje. (Huismuts. Haha.) Over voorlezen. Wat natuurlijk in wezen ook heel rock 'n roll is.
Ik ben u alweer kwijt denk ik, hè? Want wat loopt dat mens toch weer te bazelen, over rock 'n roll?
Nouja.
Voorlezen dus.
Ik hou enórm van voorlezen.
Voorlezen is moederschap in haar meest ontspannen vorm.
Echt. Je kroost zit om je heen verzameld op het bed, echtgenoot valt (mits hij al thuis is) in slaap aan het voeteneind. Niemand zeurt of maakt ruzie, niemand staat op zijn kop of gooit de pot pindakaas op de plavuizen. Het zijn je kinderen zoals je ze aan het eind van een dag zo graag ziet: heerlijk rustig en stil. In hunfris gewassen pyjamaatjes, zacht geurend naar tandpasta.
Mama leest voor.
Boeken, geen verhaaltjes. (Nog wel voor Loïs natuurlijk, maar dat is op andere momenten.)
Elke dag een hoofdstuk. Of een paar, afhankelijk van de lengte en het tijdstip. Zo zijn we dan telkens een paar weken met een boek bezig. We lazen op deze manier al ontelbare boeken, waaronder De Reuzenperzik, de complete Dolfje Weerwolfje reeks, de Heksensteen, Karlsson van het dak, de Brief voor de Koning en de hele serie van De Vijf.
In de zomer komt er nooit zoveel van, maar nu de school weer echt is begonnen en er een soort van ritme is ontstaan, is het voorleesseizoen van start.
En we trapten af met: De Stam van de Holebeer. Van Jean Auel. Jean Wauwel.
Haha.
Kent u het? Het is het eerste boek van de romanserie over de ‘Aardkinderen’ waarin de cro-magnonmens en de neanderthalers elkaar ontmoeten. Over Ayla.
Ik las de eerste drie delen in mijn eerste jaar dat ik op kamers woonde. Omdat ze in de boekenkast van mijn huisgenoot stonden. In het Engels. En ik vond dat intrigerend; dat zij Engelstalige boeken las. Dus toen ging ik ze ook lezen.
Ik las The Clan of the Cavebear en daarna The Mammoth Hunters toen ook nog The Valley of Horses. Vanaf The Plains of Passage kon ik het niet meer aan. Haha. Hórrible. Uiteindelijk verzandt alles in een soort prehistorische bouquetreeks.
(Nee, Novy, nu doe je haar toch waarlijk tekort, onze Jean. Want ze deed heel veel onderzoek! Ze bestudeerde boeken over de ijstijd en volgde een overlevingscursus. Ze leerde over jagen met primitieve middelen, over eetbare en geneeskrachtige planten en het bewerken van vuurstenen. En ze heeft in een echte ijsgrot gewoond! Toevallig!)
Afijn.
Het eerste deel staat hier in de kast – in het Nederlands – en op zoek naar een geschikt voorleesboek dacht ik ineens: misschien best leuk om die kinderen zich een beeld – in hoeverre dan ook reëel - te laten vormen over hoe het leven was héél-héél vroeger, toen de mens nog in eenzame roedels door de wildernis trok.
Maar dan krijg je dus dit.
'Brun leidde hen een flink eind voorbij het spoor van de holeleeuwen voordat hij bleef staan om het landschap te bestuderen. Aan de overzijde van de rivier strekte zich zover hij zien kon de steppe uit, in lage golvende heuvels die in de verte tot een vlakke groene zee werden. Niets belemmerde hem het uitzicht. De enkel onvolgroeide bomen, door de onafgebroken waaiende wind tot karikaturen van bevroren beweging misvormd, verleenden het open terrein alleen maar perspectief en benadrukten de leegte ervan. Dicht bij de horizon verried een stofwolk de aanwezigheid van een grote kudde hoefdieren en Brun wenste van ganser harte dat hij zijn jagers het sein kon geven erachteraan te gaan. Achter hem waren alleen de toppen van hoge coniferen te zien als achtergrond voor de kleinere loofbomen van het bos, die nu door de uitgestrektheid van de steppen als dwergen leken. Aan zijn zijde van de rivier hield de steppe abrupt op, afgegrendeld door de klif die nu op enige afstand van het water lag en zich er steeds verder van verwijderde. De steile rotswand ging verderop over in de uitlopers van de zich reeds dichtbij verheffende, majestueuze, met gletsjers gekroonde bergen; hun beijsde pieken lichtten in de stralen van de ondergaande zon op in felroze, herlderrode, violette en purperen tinten, als gigantische schitterende juwelen in de kroon van de koninklijk oprijzende toppen.'
Haha.
Ze hangen aan mijn lippen.
Ik ben u alweer kwijt denk ik, hè? Want wat loopt dat mens toch weer te bazelen, over rock 'n roll?
Nouja.
Voorlezen dus.
Ik hou enórm van voorlezen.
Voorlezen is moederschap in haar meest ontspannen vorm.
Echt. Je kroost zit om je heen verzameld op het bed, echtgenoot valt (mits hij al thuis is) in slaap aan het voeteneind. Niemand zeurt of maakt ruzie, niemand staat op zijn kop of gooit de pot pindakaas op de plavuizen. Het zijn je kinderen zoals je ze aan het eind van een dag zo graag ziet: heerlijk rustig en stil. In hun
Mama leest voor.
Boeken, geen verhaaltjes. (Nog wel voor Loïs natuurlijk, maar dat is op andere momenten.)
Elke dag een hoofdstuk. Of een paar, afhankelijk van de lengte en het tijdstip. Zo zijn we dan telkens een paar weken met een boek bezig. We lazen op deze manier al ontelbare boeken, waaronder De Reuzenperzik, de complete Dolfje Weerwolfje reeks, de Heksensteen, Karlsson van het dak, de Brief voor de Koning en de hele serie van De Vijf.
In de zomer komt er nooit zoveel van, maar nu de school weer echt is begonnen en er een soort van ritme is ontstaan, is het voorleesseizoen van start.
En we trapten af met: De Stam van de Holebeer. Van Jean Auel. Jean Wauwel.
Haha.
Kent u het? Het is het eerste boek van de romanserie over de ‘Aardkinderen’ waarin de cro-magnonmens en de neanderthalers elkaar ontmoeten. Over Ayla.
Ik las de eerste drie delen in mijn eerste jaar dat ik op kamers woonde. Omdat ze in de boekenkast van mijn huisgenoot stonden. In het Engels. En ik vond dat intrigerend; dat zij Engelstalige boeken las. Dus toen ging ik ze ook lezen.
Ik las The Clan of the Cavebear en daarna The Mammoth Hunters toen ook nog The Valley of Horses. Vanaf The Plains of Passage kon ik het niet meer aan. Haha. Hórrible. Uiteindelijk verzandt alles in een soort prehistorische bouquetreeks.
(Nee, Novy, nu doe je haar toch waarlijk tekort, onze Jean. Want ze deed heel veel onderzoek! Ze bestudeerde boeken over de ijstijd en volgde een overlevingscursus. Ze leerde over jagen met primitieve middelen, over eetbare en geneeskrachtige planten en het bewerken van vuurstenen. En ze heeft in een echte ijsgrot gewoond! Toevallig!)
Afijn.
Het eerste deel staat hier in de kast – in het Nederlands – en op zoek naar een geschikt voorleesboek dacht ik ineens: misschien best leuk om die kinderen zich een beeld – in hoeverre dan ook reëel - te laten vormen over hoe het leven was héél-héél vroeger, toen de mens nog in eenzame roedels door de wildernis trok.
Maar dan krijg je dus dit.
Haha.
Ze hangen aan mijn lippen.