Doorgaan naar hoofdcontent

Zijwieltjes vertragen het proces van leren fietsen gemiddeld met 1 tot 1,5 jaar

Dat is de conclusie van een wetenschappelijk onderzoek dat niet heeft plaatsgevonden – althans, niet waar ik bij was – maar die waarschijnlijk dicht bij de waarheid zit.

Want kijk.
Waar draait het om bij fietsen?
Juist. Om evenwicht. En om het besef dat een fiets, omdat hij twee wielen heeft, omvalt tenzij hij voorwaarts wordt aangedreven.
En leer je dat op een fiets met zijwieltjes?
Nee. Je kunt gewoon stil gaan staan en even in je neus peuteren. Met je voeten op de trappers.
Trappen, dat is het enige dat je leert op een fiets met zijwieltjes. (En sturen, denk u nu misschien, nou, mis: sturen op een fiets zonder zijwieltjes is iets heel anders. Je stuurt namelijk niet de bocht in met je stuur (of slechts minimaal), je doet dat door je gewicht te verplaatsen; je maakt de bocht met je lichaam. Het stuur is slechts nodig om te corrigeren.) Nou is trappen natuurlijk ook niet geheel onbelangrijk bij het fietsen, maar veel makkelijker om te leren.

De uitvinder van zijwieltjes zou voor zijn broek moeten hebben! Omdat hij (of zij) het fietsen-leren voor veel kinderen decennialang onnodig heeft gefrustreerd, door het vooral een kwestie te maken van het afleren van – voor het echte fietsen – verkeerde technieken en aannames.


Kijk dan, dat kindje fietst! Ziet u? Ze blijft in evenwicht, ze draait bochten. Alleen maakt ze de voorwaartse beweging door met haar voeten op de grond af te zetten, in plaats van op de trappers.
Als ik haar volgende week op een echt fietsje zet, fietst ze zo weg. Dat ga ik niet doen, want dit is nu nog veel te leuk. Maar toch. Ziet u het?
Merlijn, die ook een loopfiets heeft gehad, fietste toen hij drie was. Bo, geen loopfiets, was bijna vijf. Terwijl ze motorisch minstens zo handig was. Ik durf het echt zomaar te beweren: Zijwieltjes helpen een kind niet te leren fietsen. Integendeel.


* misschien dat ze me bij Puky zouden willen inhuren als tekstschrijver?