Terwijl iedereen hier in mijn omgeving zo’n beetje geveld is door de griep, heb ik te maken met een aandoening van heel andere aard. Ik vermoed dat het de midlifecrisis is.
Maakt u zich geen zorgen, ik ben niet voornemens te gaan motorrijden of me in te schrijven voor een cursus zeezeilen, ook ben ik geenszins van plan mijn man in te ruilen voor een jonger exemplaar. Het een en ander manifesteert zich voorlopig slechts in een licht, onderhuids gevoel van onrust dat af en toe even kort oplaait naar redeloze paniek.
De eerste symptomen bemerkte ik een paar weken geleden. Ik begon mezelf erop te betrappen dat ik minstens drie keer in elke willekeurig conversatie laat vallen dat ik al bijna veertig ben. Blijkbaar zit me dat erg hoog, of misschien moet ik het steeds even hardop zeggen om mezelf ervan te doordringen. Er zullen vast ook mensen zijn die denken dat ik naar complimenten zit te vissen, dat ik het alleen maar steeds zeg om te horen: ‘Maar Novy, je ziet er nog helemáál niet uit als veertig,’ maar dat is het niet. Echt niet. Want dat weet ik heus zelf ook wel. Ik bedoel hállo, dat zou er nog eens bíj moeten komen, dat ik nog een ouwe kop had ook.
Het is vooral dat ik me zo bedónderd voel. Zo belazerd. Stiekem, terwijl ik eventjes niet oplette, was ineens, zomaar hup, flats, floep, de helft van mijn leven voorbij! (En dat dit nog een vrij optimistische gedachte is ook, wens ik for the sake of sanity even te negeren.)
Het erge is trouwens niet eens het feit op zich, maar dat ik nog lang niet op de helft ben van de lijst met dingen die ik wil doen! Waarbij een simpele rekensom dus uitwijst dat ik het de tweede helft van mijn leven nógal druk ga krijgen en dat het er waarschijnlijk op neerkomt dat ik steeds meer zal moeten doen, met steeds minder energie en jeugdige vitaliteit. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan: Waarom heb ik zo getreuzeld?
Ter verdediging kan ik slechts aanvoeren: Ik wist het niet! Ik had geen idee! Echt, tot een paar weken geleden dacht ik dat ik álle tijd had. Een boek schrijven? Jahoor, gaak nog doen. De Kilimanjaro beklimmen, zeilen over de Nijl, wijn maken in Zuid Afrika, overleven op een onbewoond eiland? Gaak ammaal nog doen.
Maakt u zich geen zorgen, ik ben niet voornemens te gaan motorrijden of me in te schrijven voor een cursus zeezeilen, ook ben ik geenszins van plan mijn man in te ruilen voor een jonger exemplaar. Het een en ander manifesteert zich voorlopig slechts in een licht, onderhuids gevoel van onrust dat af en toe even kort oplaait naar redeloze paniek.
De eerste symptomen bemerkte ik een paar weken geleden. Ik begon mezelf erop te betrappen dat ik minstens drie keer in elke willekeurig conversatie laat vallen dat ik al bijna veertig ben. Blijkbaar zit me dat erg hoog, of misschien moet ik het steeds even hardop zeggen om mezelf ervan te doordringen. Er zullen vast ook mensen zijn die denken dat ik naar complimenten zit te vissen, dat ik het alleen maar steeds zeg om te horen: ‘Maar Novy, je ziet er nog helemáál niet uit als veertig,’ maar dat is het niet. Echt niet. Want dat weet ik heus zelf ook wel. Ik bedoel hállo, dat zou er nog eens bíj moeten komen, dat ik nog een ouwe kop had ook.
Het is vooral dat ik me zo bedónderd voel. Zo belazerd. Stiekem, terwijl ik eventjes niet oplette, was ineens, zomaar hup, flats, floep, de helft van mijn leven voorbij! (En dat dit nog een vrij optimistische gedachte is ook, wens ik for the sake of sanity even te negeren.)
Het erge is trouwens niet eens het feit op zich, maar dat ik nog lang niet op de helft ben van de lijst met dingen die ik wil doen! Waarbij een simpele rekensom dus uitwijst dat ik het de tweede helft van mijn leven nógal druk ga krijgen en dat het er waarschijnlijk op neerkomt dat ik steeds meer zal moeten doen, met steeds minder energie en jeugdige vitaliteit. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan: Waarom heb ik zo getreuzeld?
Ter verdediging kan ik slechts aanvoeren: Ik wist het niet! Ik had geen idee! Echt, tot een paar weken geleden dacht ik dat ik álle tijd had. Een boek schrijven? Jahoor, gaak nog doen. De Kilimanjaro beklimmen, zeilen over de Nijl, wijn maken in Zuid Afrika, overleven op een onbewoond eiland? Gaak ammaal nog doen.
Yeah right.
Zal ik u eens iets uitermate beschamends vertellen? Ik ben nog nooit Europa uit geweest. Echt niet. En dat is heel idioot hoor, voor een reislustig en avontuurlijk ingesteld iemand als ik ben. (Ik zou erbij kunnen vertellen dat er maar liefst vier pogingen door omstandigheden zijn verijdeld, maar dat maakt het eigenlijk alleen maar zieliger en doet niets af aan de pathetische realiteit dat ik nooit verder kwam dan de fokking Canarische eilanden.)
Okee, Europa heb ik dan inmiddels zo’n beetje in the pocket. I did Europe. Pretty cool, als ik Amerikaanse was geweest.
Zal ik u eens iets uitermate beschamends vertellen? Ik ben nog nooit Europa uit geweest. Echt niet. En dat is heel idioot hoor, voor een reislustig en avontuurlijk ingesteld iemand als ik ben. (Ik zou erbij kunnen vertellen dat er maar liefst vier pogingen door omstandigheden zijn verijdeld, maar dat maakt het eigenlijk alleen maar zieliger en doet niets af aan de pathetische realiteit dat ik nooit verder kwam dan de fokking Canarische eilanden.)
Okee, Europa heb ik dan inmiddels zo’n beetje in the pocket. I did Europe. Pretty cool, als ik Amerikaanse was geweest.
Goed.
Het komt hierop neer: Ik heb haast.
Ik heb ineens.
Ik heb ineens.
Vreselijke.
Haast.
Als u me hier zou kunnen zien zitten, dan zag u het meteen. Goh, zou u denken, die vrouw, die heeft enorme haast, dat zie je zo. Op een heel eh...lethargische en apathische manier.
Als u me hier zou kunnen zien zitten, dan zag u het meteen. Goh, zou u denken, die vrouw, die heeft enorme haast, dat zie je zo. Op een heel eh...lethargische en apathische manier.