‘Een tijd geleden las ik op een website de volgende freelance-tip: ‘Heb je even weinig of geen opdrachten, ga dan niet bij de pakken neer zitten maar gebruik de tijd om spullen op marktplaats te zetten. Zo genereer je toch nog wat inkomsten en het ruimt bovendien lekker op!’
Nou.
De kasten zijn hier inmiddels bijna leeg.
En ik wou net met de fietsen van de kinderen beginnen, toen.......’
Zo had het logje dat ik vandaag van plan was te schrijven ongeveer kunnen beginnen.
Maar er kwam het een en ander tussen.
Zeg maar.
Want mén, wat een dag.
Gebruikte ik gisteren werkelijk het woord verveling?
Dat het niet helemaal gewoon zou worden was op zich al wel duidelijk, want ik zou met mijn moeder mee gaan naar de crematie van haar lieve vriendin, die afgelopen zaterdag plotseling zo'n beetje overleed in haar armen. (Een nogal heftig gebeuren, zoals u zich kunt voorstellen, maar dit verder terzijde; het is hier tenslotte niet het weblog van mijn moeder.)
Toen ik om een uur of tien bij haar thuis was aangekomen, met Loïs – die bij de goede zorgen van mijn moeder's buurman zou achterblijven - keek ik nog even op twitter en werd totaal van mijn stoel geblazen door het bericht over de dood van Antonie Kamerling.
Ja, niet dat ik nou zo’n grote fan was van Antonie Kamerling, ofzo. Ik bedoel, er ging af en toe zomaar een jaar voorbij waarin ik niet aan hem dacht, maar toch: ik ben van de Peter Keldergeneratie hè. En ik vond het eigenlijk altijd wel een leuk stel, Isa en Antonie. Bovendien hebben ze ons op het idee gebracht voor de naam van onze zoon. (Misschien dat u dacht dat Merlijn vernoemd was naar de grote tovenaar, maar nee hoor.)
Goed.
Toen we richting Assen – daar vond de crematie plaats – wilden vertrekken bleek mijn auto niet meer te starten. Iets met het elektrische systeem, waardoor de startonderbreking bleef hangen. Ofzoiets. Dus moesten we met het autootje van mijn moeder. (Onze auto staat nu nog steeds voor haar deur - dat moeten we morgen oplossen.)
Goed 2.
Net toen we de afslag Assen hadden genomen ging mijn telefoon. Het was de meester van Merlijn. Merlijn was ziek en of ik hem kon komen ophalen?
Ehm.
Nee.
En ik kan u vertellen dat dat flink lousy voelt. En hoe gelukkig je dan bent dat je lieve vrienden hebt die na een telefoontje onmiddellijk op de fiets springen om jouw zieke kind op te halen en bij hen thuis op de bank leggen. (Thanks Aatje Jee, love you.)
En nu ben ik moe. En sluit ik maar even af met de laatste woorden die de zoon sprak tijdens de dienst, refererend aan het donorcodicil dat zijn moeder altijd bij zich droeg: ‘Als inborst een orgaan was, dan hadden ze er voor in de rij gestaan.’
Vonk mooi.
Dag lieve Adri.
Dag lieve Antonie.
Nou.
De kasten zijn hier inmiddels bijna leeg.
En ik wou net met de fietsen van de kinderen beginnen, toen.......’
Zo had het logje dat ik vandaag van plan was te schrijven ongeveer kunnen beginnen.
Maar er kwam het een en ander tussen.
Zeg maar.
Want mén, wat een dag.
Gebruikte ik gisteren werkelijk het woord verveling?
Dat het niet helemaal gewoon zou worden was op zich al wel duidelijk, want ik zou met mijn moeder mee gaan naar de crematie van haar lieve vriendin, die afgelopen zaterdag plotseling zo'n beetje overleed in haar armen. (Een nogal heftig gebeuren, zoals u zich kunt voorstellen, maar dit verder terzijde; het is hier tenslotte niet het weblog van mijn moeder.)
Toen ik om een uur of tien bij haar thuis was aangekomen, met Loïs – die bij de goede zorgen van mijn moeder's buurman zou achterblijven - keek ik nog even op twitter en werd totaal van mijn stoel geblazen door het bericht over de dood van Antonie Kamerling.
Ja, niet dat ik nou zo’n grote fan was van Antonie Kamerling, ofzo. Ik bedoel, er ging af en toe zomaar een jaar voorbij waarin ik niet aan hem dacht, maar toch: ik ben van de Peter Keldergeneratie hè. En ik vond het eigenlijk altijd wel een leuk stel, Isa en Antonie. Bovendien hebben ze ons op het idee gebracht voor de naam van onze zoon. (Misschien dat u dacht dat Merlijn vernoemd was naar de grote tovenaar, maar nee hoor.)
Goed.
Toen we richting Assen – daar vond de crematie plaats – wilden vertrekken bleek mijn auto niet meer te starten. Iets met het elektrische systeem, waardoor de startonderbreking bleef hangen. Ofzoiets. Dus moesten we met het autootje van mijn moeder. (Onze auto staat nu nog steeds voor haar deur - dat moeten we morgen oplossen.)
Goed 2.
Net toen we de afslag Assen hadden genomen ging mijn telefoon. Het was de meester van Merlijn. Merlijn was ziek en of ik hem kon komen ophalen?
Ehm.
Nee.
En ik kan u vertellen dat dat flink lousy voelt. En hoe gelukkig je dan bent dat je lieve vrienden hebt die na een telefoontje onmiddellijk op de fiets springen om jouw zieke kind op te halen en bij hen thuis op de bank leggen. (Thanks Aatje Jee, love you.)
En nu ben ik moe. En sluit ik maar even af met de laatste woorden die de zoon sprak tijdens de dienst, refererend aan het donorcodicil dat zijn moeder altijd bij zich droeg: ‘Als inborst een orgaan was, dan hadden ze er voor in de rij gestaan.’
Vonk mooi.
Dag lieve Adri.
Dag lieve Antonie.