Doorgaan naar hoofdcontent

DK07

Kijk, ik heb dus een gouden regel: Op vakantie reize men naar het zuiden.
Richting de evenaar, so to speak.
Naar daar waar het warm(er) is.
Schiermonnikoog, dat is de meest noordelijke plek waar u me zult tegenkomen.

Maar principes zijn er om opzij te zetten, nietwaar, en zo leek het drie jaar geleden ineens een heel goed plan om in de herfstvakantie naar Denemarken te gaan. Want joh, wist je dat we met de auto in slechts 6 uurtjes in een ander lánd kunnen zijn? Een land waar we nog nooit eerder geweest zijn?! En dat ze daar retegoedkope huisjes hebben, met sauna en bubbelbad, pal aan het strand?

Leest u 'Herfstvakantie met hindernissen in drie verhalen'.


1. Kent u Flip de beer? Misschien persoonlijk, of anders wellicht via haar?
Flip de beer is een pedagogisch verantwoorde logeer-beer. Hij komt met een koffertje met daarin een pyama, een tandenborstel en een dagboek. Het is de bedoeling dat je in dat dagboek schrijft. Alsof je Flip bent, denk ik dan (een dagboek immers), maar het blijkt dat de meeste ouders uit eigen naam de veelal doldwaze belevenissen van Flip beschrijven.
Enfin. U gelooft het niet, maar Bo en Merlijn, destijds in groep 1 en 2, kregen heel toevallig allebei tegelijk Flip de beer te logeren. Zaten wij dus met twee Flip de beren. Flippen de beer. En waar anderen slechts een weekend de pluche parasiet moesten zien te vermaken, hadden wij die gasten de hele fucking herfstvakantie! (Grappig, ik zie ons nog vol enthousiasme werken aan een op-reis-met-de-flippen-roadmovie-script, terwijl ik me nu alleen maar afvraag waarom we in de gódsnaam niet hebben geprobeerd die beren per ongeluk te vergeten. Hoe je evolueert als ouder.)

2. Omdat Bo eigenlijk nooit huilt van de pijn en ze ons de nacht voor vertrek – de spullen waren gepakt, de wekker vroeg gezet – snikkend wakkermaakte met pijn in haar kies, wist ik dat we die ochtend eerst een ritje langs de tandarts zouden maken.
Daar bleek haar kies ontstoken: hij moest eruit. En dat viel niet mee, zacht gezegd. Haar kiezen zitten blijkbaar net zo vast als die van mij; ik was op een gegeven moment bang dat ze nog eerder haar schedel uit elkaar zouden trekken, dan de kies uit haar kaak. Echt. Maar uiteindelijk was het dan toch gelukt en rillerig en bloedend nam ik haar mee naar buiten, waar Henk en Merlijn in de ingepakte auto zaten te wachten.
Ik vroeg: ‘Wat wil je, meisje. Op vakantie, of eerst maar lekker naar huis en dan morgen gaan?’
‘Naar huis,’ bibberde Bo.
En toen. Bedacht ik hoe onhándig dat was: eerste een dag met pijn thuis en daarna nog een rotdag in de auto. Bovendien zouden we een heleboel spullen weer moeten uitpakken en weer inpakken, dus - dan weet u meteen even wat een vreselijke moeder ik ben - ik zei: ‘Nee, sorry. We gaan toch nu.’
(Wat overigens heel goed uitpakte. Ze sliep eerst een uur, at toen drie broodjes en we hebben haar er nooit meer over gehoord.)

3. Had ik al verteld dat ik zwanger was?
Ik was zwanger.
Nog maar net; een week of zeven.
En dat was natuurlijk geen enkel probleem.
Nee, ik voelde me prima!
Ja.
Tot.
Ik een voet over de drempel van het vakantiehuisje zette.
Misselijk!
Misselijk!
Zo! Misselijk!
Ik kon echt niets verdragen: de geur van de sauna, de geur van de houtkachel, het scherpe licht buiten, de geur van de sauna, de geur van de houtkachel.
Het was echt heel erg.
Alleen als ik heel stilletjes op de bank of in bed lag dan ging het. Een beetje. Met als gevolg dat Henk er veel alleen op uit trok met Bo en Merlijn. En Flip en Flip.
Maar ik ben natuurlijk wel van het bikkeltype, dus dwong ik mezelf ook af en toe mijn kleren aan te doen en mee te gaan. Een hele dag naar Legoland zelfs! (Wat ik heb overleefd door elke drie minuten een ieniemienie-slokje cola te nemen.)
Mén.




(De laatste 2 foto's zijn gemaakt door respectievelijk Bo en Merlijn)

Edit: Oh. Voor het geval u, doordat u het niet helemaal goed kunt zien, nu denkt dat er iets raars is met mijn gebit, ik had een beugel.
Kijk, hier duidelijker: (1e kerstdag, vier maanden ziek geweest zwanger)