In oktober vorig jaar was daar ineens dat moment. Dat de tijd rijp was voor een schoonmaakster (hulp in de huishouding, interieurverzorgster, poetsvrouw, geen idee wat tegenwoordig de correcte aanspreekvorm is). Sinds ik was begonnen als freelancer en de opdrachten begonnen binnen te komen, en helemaal nadat Loïs was geboren, werd het hier echt een tyfusteringzooi deed ik niet zoveel meer in huis. Okee, ik schopte af en toe iets onder de bank of het kleed en héél soms nam ik de stofzuiger nog wel eens ter hand, maar van de vloer eten kon echt niet meer. Of juist wel dus - zoals het tegenwoordig lollig is om te zeggen: 'er ligt genoeg' - maar niet zonder gevaar voor eigen leven.
Dus ik gooide maar eens een balletje op in mijn omgeving. En toen wist mijn schoonmoeder wel iemand: M.
M. werkte bij mijn schoonouders in het verzorgingshuis en zocht daarnaast nog een adresje voor een aantal uren in de week. "Maar," zei mijn schoonmoeder, "het is wel een Surinaamse, en die zijn vaak heel langzaam". (Ieks!! het plaatsvervangend schaamrood vloog over mijn kaken terwijl ik schichtig om me heen keek of iemand anders het ook gehoord had. Ja, mijn schoonmoeder. 84 jaar. Kan de meest vre-se-lij-ke dingen zeggen, zonder er iets naars mee te bedoelen. Gewoon totaal géén idee dat ze misschien iets discriminerends of generaliserends zegt. De keren dat ik me heb verslikt in mijn koffie als ze iets opmerkte over, bijvoorbeeld, homoseksuelen, zijn niet te tellen. Maar dit terzijde verder.)
Ik besloot M. te bellen.
Meteen de eerste keer al bleek dat mijn schoonmoeder wel een beetje gelijk had.
M. was best wel...ehm..langzaam. Als ik haar na drie uur had uitgezwaaid moest ik echt zoeken naar wat ze gedaan had. Toegegeven, als ik hem dan had gevonden, die vierkante meter die ze onder handen had genomen, dan was die ook wel heel erg schoon.
Maar ik had van tevoren visioenen gehad van zo'n razende roelie die als een duizenddingendoekje door mijn huis danste en even in een paar uur tijd de hele boel aan kant maakte. En dat ik dan de rest van de week steeds nieuwe dingen zou ontdekken en verbaasd uit kon roepen: "Jee, heeft ze ook nog de sokkenla geordend/het zolderraam gelapt/het zilver gepoetst!" (Want zulke schoonmaaksters bestaan ook, toch?)
Dus ik was een beetje teleurgesteld.
Maar dat liet ik niet merken.
Ik stelde gewoon mijn wensen bij.
Voor diepte-reinigingen op het kleine oppervlak was ook wat te zeggen! Hoe schoon zou het huis wel niet worden als ze elke week een ander stukje zo schoon maakte! Het enige wat wij intussen moesten doen was alles een beetje bijhouden, zodat de schone stukken schoon bleven.
Maar dan moest ze wel elke week komen natuurlijk. En daar ging het wat mis.
Want in drie maanden tijd is M. maar vier donderdagen geweest. Alle andere keren kwam ze niet. Dan belde ze op en zei "Ik kan vandaag niet komen, want" en dan volgde er een van de volgende redenen:
- Ik ben ziek.
- Ik heb hoofdpijn.
- Ik heb net het bericht gekregen dat mijn broertje die in Suriname woont een tumor heeft.
- De tumor van mijn broertje bleek een onschuldig vetknobbeltje en dat gaan we morgen vieren met de hele familie dus ik moet nog een heleboel hapjes maken.
Soms belde ze pas om 11 uur af, terwijl ze al om 9 uur zou komen.
En de laatste keer belde ze pas de volgende dag om te zeggen dat ze niet was geweest en dat ze de volgende week ook niet kon komen. En de week daarna was het Kerst. Dus toen zei ik dat ik haar in het nieuwe jaar wel weer zou bellen, om een nieuwe afspraak te maken. En eigenlijk dacht ik: ik ga proberen iemand anders te vinden. Iemand, zoals mijn moeder zei, 'van wie je op aan kunt'. En daarna bel ik M. dan op om te zeggen dat ik iemand anders heb gevonden. Iemand van wie ik op aan kan.
Maar tot op heden heb ik nog niks ondernomen.
Want ik mis het toch. Dat onvoorspelbare. Dat ik donderdags op kon staan en denken: 'Oja, M. komt straks. Of niet.' En dat ik dan het huis vast een beetje op ging ruimen, zodat ze overal goed bij zou kunnen met de stofzuiger. Zodat het, ook als ze niet kwam, toch best netjes werd in ons huis.En ik met de uitgespaarde 30 euro kon gaan shoppen.
Ik wil M. terug.
Straks even bellen.
Dus ik gooide maar eens een balletje op in mijn omgeving. En toen wist mijn schoonmoeder wel iemand: M.
M. werkte bij mijn schoonouders in het verzorgingshuis en zocht daarnaast nog een adresje voor een aantal uren in de week. "Maar," zei mijn schoonmoeder, "het is wel een Surinaamse, en die zijn vaak heel langzaam". (Ieks!! het plaatsvervangend schaamrood vloog over mijn kaken terwijl ik schichtig om me heen keek of iemand anders het ook gehoord had. Ja, mijn schoonmoeder. 84 jaar. Kan de meest vre-se-lij-ke dingen zeggen, zonder er iets naars mee te bedoelen. Gewoon totaal géén idee dat ze misschien iets discriminerends of generaliserends zegt. De keren dat ik me heb verslikt in mijn koffie als ze iets opmerkte over, bijvoorbeeld, homoseksuelen, zijn niet te tellen. Maar dit terzijde verder.)
Ik besloot M. te bellen.
Meteen de eerste keer al bleek dat mijn schoonmoeder wel een beetje gelijk had.
M. was best wel...ehm..langzaam. Als ik haar na drie uur had uitgezwaaid moest ik echt zoeken naar wat ze gedaan had. Toegegeven, als ik hem dan had gevonden, die vierkante meter die ze onder handen had genomen, dan was die ook wel heel erg schoon.
Maar ik had van tevoren visioenen gehad van zo'n razende roelie die als een duizenddingendoekje door mijn huis danste en even in een paar uur tijd de hele boel aan kant maakte. En dat ik dan de rest van de week steeds nieuwe dingen zou ontdekken en verbaasd uit kon roepen: "Jee, heeft ze ook nog de sokkenla geordend/het zolderraam gelapt/het zilver gepoetst!" (Want zulke schoonmaaksters bestaan ook, toch?)
Dus ik was een beetje teleurgesteld.
Maar dat liet ik niet merken.
Ik stelde gewoon mijn wensen bij.
Voor diepte-reinigingen op het kleine oppervlak was ook wat te zeggen! Hoe schoon zou het huis wel niet worden als ze elke week een ander stukje zo schoon maakte! Het enige wat wij intussen moesten doen was alles een beetje bijhouden, zodat de schone stukken schoon bleven.
Maar dan moest ze wel elke week komen natuurlijk. En daar ging het wat mis.
Want in drie maanden tijd is M. maar vier donderdagen geweest. Alle andere keren kwam ze niet. Dan belde ze op en zei "Ik kan vandaag niet komen, want" en dan volgde er een van de volgende redenen:
- Ik ben ziek.
- Ik heb hoofdpijn.
- Ik heb net het bericht gekregen dat mijn broertje die in Suriname woont een tumor heeft.
- De tumor van mijn broertje bleek een onschuldig vetknobbeltje en dat gaan we morgen vieren met de hele familie dus ik moet nog een heleboel hapjes maken.
Soms belde ze pas om 11 uur af, terwijl ze al om 9 uur zou komen.
En de laatste keer belde ze pas de volgende dag om te zeggen dat ze niet was geweest en dat ze de volgende week ook niet kon komen. En de week daarna was het Kerst. Dus toen zei ik dat ik haar in het nieuwe jaar wel weer zou bellen, om een nieuwe afspraak te maken. En eigenlijk dacht ik: ik ga proberen iemand anders te vinden. Iemand, zoals mijn moeder zei, 'van wie je op aan kunt'. En daarna bel ik M. dan op om te zeggen dat ik iemand anders heb gevonden. Iemand van wie ik op aan kan.
Maar tot op heden heb ik nog niks ondernomen.
Want ik mis het toch. Dat onvoorspelbare. Dat ik donderdags op kon staan en denken: 'Oja, M. komt straks. Of niet.' En dat ik dan het huis vast een beetje op ging ruimen, zodat ze overal goed bij zou kunnen met de stofzuiger. Zodat het, ook als ze niet kwam, toch best netjes werd in ons huis.
Ik wil M. terug.
Straks even bellen.