Doorgaan naar hoofdcontent

Over sokken en het Romeo en Julia syndroom

Na het serieuse epistel van gisteren – dat moest er even uit blijkbaar – nu weer een luchtig onderwerp. Want laten we wel wezen, er schuilt nou eenmaal geen groot filosoof in me, maar slap ouwehoeren kan ik best.

Over sokken dus, vandaag. Over eenzame sokken. Sokken die gescheiden zijn van hun soulmate, hun wederhelft, hun tweelingzus (de sok is vrouwelijk, las ik net op vandale.nl). Over sokken, die in de Bermudadriehoek van de wascyclus verdwijnen en in het ergste geval nooit meer opduiken.

Wat gebeurt er toch met sokken na het moment van uittrekken? Waar blijven ze? Onder het bed? Zijn sokken misschien het geheime krachtvoer voor de wasmachine?
En waarom eet een wasmachine dan alleen sokken?
(Oeh: enge gedachte: het zal toch niet zo zijn dat de wasmachine ook onderbroeken en andere kleine kledingstukken eet, maar dat we dat gewoon niet merken? Het stille verwijt van zo’n achterblijvend evenbeeld maakt de kwijtheid van een sok natuurlijk wel meteen heel duidelijk.)

Nouja, u kent het probleem natuurlijk. Het is een wijdverbreid probleem. Maar ik durf wel te beweren dat het bij niemand zo erg is als bij ons thuis.
Kijk, dit is de situatie zoals die nu is:




Dit zijn 25 enkele sokken.
En nou niet allemaal gaan roepen dat ‘die zwarte daar links een setje vormt met die andere zwarte in het midden’, want dat is niet zo: er zijn geen twee dezelfde bij.

Voor de duidelijkheid, dit zijn alleen de schrijnende gevallen; de enkele sokken met een gerede kans op hereniging, liggen op een ánder bergje (waarvan sommigen, helaas, toch uiteindelijk bij de trieste gevallen belanden).
Dit hier, betreft de vaste kern van sokken voor welke de kans op een happy end zo goed als verkeken is.
Levenslang hebben ze.
Maar ik kan ik ze niet weggooien. Want je zult zien: dan duikt zo’n verloren gewaande sok tóch ineens op! Die blijkt dan verstopt te hebben gezeten in een dekbedhoes of een kussensloop ofzo.
Ik kan ze niet weggooien en dat heeft te maken met het Romeo en Julia syndroom.
U weet wel: Julia is dood, althans dat denkt Romeo. In werkelijkheid heeft ze slechts een slaapmiddel ingenomen (dat was vermoedelijk ergens handig voor? - ik onthoud de details van mijn klassiekers nogal selectief). Romeo ziet haar dus liggen, denkt dat ze dood is en drinkt een gifbeker leeg, om bij haar te zijn. Dan wordt Julia wakker, merkt dat Romeo écht dood is en steekt zich een houten staaf door het hart.
Wat een drama, zeg.
Dat wens je zelfs de lelijkste sok niet toe.

Edit: Thanks, Herma!