Doorgaan naar hoofdcontent

Aangehouden

We zaten in de auto, de radio keihard aan, mee te zingen met Iggy Pop’s Lust for Life, toen ik in mijn achteruitkijkspiegel ineens een aantal rode lampjes zag, die de woorden STOP POLITIE vormden.

‘Ik moet stoppen van de politie,' zei ik met een lichte paniek in mijn stem. Want natuurlijk, de politie is je beste vriend enzo maar ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik de politie tegenkom kost dat altijd bakken met geld.
Ik ratelde wat door, onderwijl besluiteloos afremmend. ‘Waar moet ik stoppen? Gewoon hier, midden op straat? Of moet ik op de stoep? Wat doe ik fout? Doet een achterlicht het niet? Mag je niet headbangen in de auto? Ook niet met twee handen netjes aan het stuur? Staat de radio te hard? Heb ik door rood gereden?’
‘Hoe dan ook, sprak Henk droog, ‘je hebt wijn gedronken.’
De lolbroek.
‘Nietes,’ zei ik. ‘Eén glas, twee uur geleden’.
Ik hield stil half op het fietspad en de politieauto stopte naast me. Ik draaide mijn raampje open, keek vragend naar de man in het uniform.
‘Zit die kleine nou gewoon los in de auto?’
Huh? Waren we vergeten Loïs vast te zetten?
Ik draaide me met een ruk om. Nee, gelukkig, die zat keurig in de gordeltjes.
Maar toen viel mijn oog op Merlijn, die over zijn zusje’s stoel gebogen stond, om niets te hoeven missen van het gesprek dat zijn moeder voerde met een échte polítie-agent (ter visualisatie: we hebben zo’n mpv, met 3x2 stoelen; Merlijn zit helemaal achterin) - en ik besefte ogenblikkelijk dat hij even daarvoor waarschijnlijk had STAAN dansen op de muziek.
‘Merlíjn!’ riepen Henk en ik in koor.
‘Je zit niet in je riem!’
(Nja. We gaan er tegenwoordig een beetje vanuit dat ze dat gewoon doen.
En controleren dat niet ehm...altijd.
)
Fok, dacht ik. Wat nu?
Maar daar bracht de politieman al redding. ‘Heeft ie zijn gordel misschien zelf losgemaakt?’
‘Ja!’ zei ik, (of course!) ‘dat denk ik, dat moet wel! Want we zitten uiteráárd altijd allemaal vast. Daar zijn we heel streng in.’ En ik deed mijn best op een soort blik van verstandhouding (u weet hoe ze zijn hè, kinderen). Die misschien werkte, wie zal het zeggen.

‘Zorg dat het niet nog eens gebeurt, ‘ zei de politieman.
‘Het zal niet meer gebeuren, agent,’ beloofde ik.
Want te oordelen aan Merlijn, die met een rood hoofd van schaamte ineengedoken op zijn stoel zat, was dat iets dat ik best kon doen.