Soms valt mijn oog ineens op mijn profielschets linksboven op mijn blog. En dan met name op het laatste woord: vinoloog.
Want dat ‘ben’ ik namelijk ook: vinoloog.
Hoe zou dat eigenlijk zo zijn gekomen? denkt u.
Nu, dat kwam zo.
In 2005 deed ik, voor de grap eigenlijk, mee aan een wijncursus.
En daar bleek ik ineens een soort van talent te bezitten. Na enkele lessen had ik het kunstje door en kon ik bij een willekeurig glas wijn dat mij werd voorgezet roepen: 'Een merlot uit Chili! Uit 2001!' Of: 'Een sauvignon blanc uit Nieuw Zeeland!' (En dat kan –haha- iedereen natuurlijk, maar bij mij klopte het dan ook nog. Meestal.)
Dus toen zei die meneer die de cursus gaf: 'Daar moet je wat mee doen! Jij moet naar de Wijnacademie!'
'De wát?' zei ik.
Maar inderdaad. De Wijnacademie. Die bestaat. En omdat ik toevallig dat jaar niet zoveel omhanden had, dacht ik: laat ik eens gek doen. Talenten, ook al heb je er vele, moet je nooit verspillen.
Dus ik ging. Naar de Wijnacademie. Een jaar lang reisde ik elke twee weken op maandag naar Maarn om daar dieper ingewijd te worden in de wondere wereld van wijn. En eerlijk, ik heb me er prima vermaakt. (Duh: om 10 uur ’s morgens al aan de wijn!)
Hoewel ik er ook een beetje een vreemde eend in de bijt was.
Want de meeste studiegenoten waren nogal saai. En elitairderig.
En het klikte ook niet helemaal met de docenten. Omdat ik tijdens de lessen op de vraag: 'Wat zijn uw bevindingen over deze wijn?' stug bleef antwoorden: 'Nou, lekker hoor.' En dat mocht niet. Want op de Wijnacademie is het woord lekker verboden. De wijnen moesten objectief beoordeeld worden. Dus een wijn was strak of soepel, modern of klassiek gevinifieerd, typisch of a-typisch, fruitig, animaal of mineralig. E-ven-tu-eel kon een wijn nog mooi genoemd worden, maar nooit: lekker.
En ik begreep het natuurlijk wel hoor, maar van het hele gedoe kreeg ik gewoon zin om mijn kont in de krib te gooien. Want ik vond het eigenlijk allemaal zo’n onzin. Om zo’n partij zwaarwichtig te lopen doen over wijn! Over iets dat gemaakt wordt om op te drinken!
Dat ik me met die houding niet bijster populair maakte moge duidelijk zijn, maar ondertussen was ik wel een van de beste 'studenten' van de lichting 2006. Ik haalde negens voor de theorie-examens en slaagde in één keer voor het proeftechnisch gedeelte.
En toen was ik vinoloog. Of, voluit: Vinoloog-van-de-Wijnacademie.
En ik had grootse plannen.
Ik zou als een frisse wind door wijnland gaan waaien.
Ik zou cursussen gaan geven.
Ik zou de mensen gaan vertellen dat je om wijn te waarderen niet meteen geaffecteerd hoeft te praten, dat je niet nadat je met je neus in je glas hebt gehangen en hebt geslurpt en gegorgeld, iets over bouquet en afdronk hoeft te mompelen.
Dat je best mag zeggen: 'Goh, lekker. Die wijn.'
Maar het werd niet echt wat.
Want mensen die zich wijnliefhebbers noemen, kwam ik achter, die wíllen dat juist: slurpen en gorgelen en interessant doen. Mensen die zich wijnliefhebbers noemen willen geen frisse wind, die willen Astrid Joosten. (Die overigens - sorry ik kan het niet laten - wel de wijnacademie heeft doorlopen maar zich sec gesproken (haha: sec is een wijnterm) géén vinoloog mag noemen omdat ze een of meerdere examens nooit heeft gehaald.En dat zij intussen bij Jonnie en Thérèse in de keuken zit en allemaal lekkere hapjes naar binnengeschoven krijgt doet me dan ook helemaal niks.)
Een illusie armer haalde ik mijn schouders op, liet de wijn maar zo’n beetje voor wat ie was en ging me weer richten op tekstschrijven. Blind proeven kan ik nog steeds (denk ik), maar mijn parate kennis op wijngebied is inmiddels grotendeels weggezakt; vraag me hoeveel hectares wijngaard Chateau Huppeldepup in Huppeldepup heeft en ik moet u het antwoord schuldig blijven.
Maar! Afgelopen zaterdag. Waren we uit eten. (Hier.) En gebeurde er iets waardoor ik dacht: misschien had ik toch niet zo snel op moeten geven.
We dronken een albariño van Paco & Lola uit Rias Baixas, een Spaans wijngebied boven Portugal.
Lékker! En wat een leuke fles! Met kekke stipjes, zelfs op de kurk!
Toen ik zojuist de website bekeek werd ik zo mogelijk nog enthousiaster: Zie je wel! Wijn kan heel hip zijn! Ik was mijn tijd gewoon een paar jaar vooruit! Wat in 2006 nog niet kon, kan nu ineens wel! Wie weet ligt er toch nog een carrière voor me in het verschiet?
(Misschien moet ik gewoon maar een boek schrijven over wijn. Met de titel: Het kan veel kekker en wijn is lekker. Of: Doe maar gewoon over wijn dan doe je al gek genoeg. Of: Astrid Joosten, eat your heart out. Of: Lekker, ik zeg het gewoon lekker toch! Of: Paco en Lola en ik. Of: Wijn is fijn. Of: Het maakt mij niet uit, als er maar alcohol in zit. Of, of.)
Overigens: kent u de film Sideways? Over wijn, liefde en relaties. En met Sandra - Christina Yang - Oh.
Want dat ‘ben’ ik namelijk ook: vinoloog.
Hoe zou dat eigenlijk zo zijn gekomen? denkt u.
Nu, dat kwam zo.
In 2005 deed ik, voor de grap eigenlijk, mee aan een wijncursus.
En daar bleek ik ineens een soort van talent te bezitten. Na enkele lessen had ik het kunstje door en kon ik bij een willekeurig glas wijn dat mij werd voorgezet roepen: 'Een merlot uit Chili! Uit 2001!' Of: 'Een sauvignon blanc uit Nieuw Zeeland!' (En dat kan –haha- iedereen natuurlijk, maar bij mij klopte het dan ook nog. Meestal.)
Dus toen zei die meneer die de cursus gaf: 'Daar moet je wat mee doen! Jij moet naar de Wijnacademie!'
'De wát?' zei ik.
Maar inderdaad. De Wijnacademie. Die bestaat. En omdat ik toevallig dat jaar niet zoveel omhanden had, dacht ik: laat ik eens gek doen. Talenten
Dus ik ging. Naar de Wijnacademie. Een jaar lang reisde ik elke twee weken op maandag naar Maarn om daar dieper ingewijd te worden in de wondere wereld van wijn. En eerlijk, ik heb me er prima vermaakt. (Duh: om 10 uur ’s morgens al aan de wijn!)
Hoewel ik er ook een beetje een vreemde eend in de bijt was.
Want de meeste studiegenoten waren nogal saai. En elitairderig.
En het klikte ook niet helemaal met de docenten. Omdat ik tijdens de lessen op de vraag: 'Wat zijn uw bevindingen over deze wijn?' stug bleef antwoorden: 'Nou, lekker hoor.' En dat mocht niet. Want op de Wijnacademie is het woord lekker verboden. De wijnen moesten objectief beoordeeld worden. Dus een wijn was strak of soepel, modern of klassiek gevinifieerd, typisch of a-typisch, fruitig, animaal of mineralig. E-ven-tu-eel kon een wijn nog mooi genoemd worden, maar nooit: lekker.
En ik begreep het natuurlijk wel hoor, maar van het hele gedoe kreeg ik gewoon zin om mijn kont in de krib te gooien. Want ik vond het eigenlijk allemaal zo’n onzin. Om zo’n partij zwaarwichtig te lopen doen over wijn! Over iets dat gemaakt wordt om op te drinken!
Dat ik me met die houding niet bijster populair maakte moge duidelijk zijn, maar ondertussen was ik wel een van de beste 'studenten' van de lichting 2006. Ik haalde negens voor de theorie-examens en slaagde in één keer voor het proeftechnisch gedeelte.
En toen was ik vinoloog. Of, voluit: Vinoloog-van-de-Wijnacademie.
En ik had grootse plannen.
Ik zou als een frisse wind door wijnland gaan waaien.
Ik zou cursussen gaan geven.
Ik zou de mensen gaan vertellen dat je om wijn te waarderen niet meteen geaffecteerd hoeft te praten, dat je niet nadat je met je neus in je glas hebt gehangen en hebt geslurpt en gegorgeld, iets over bouquet en afdronk hoeft te mompelen.
Dat je best mag zeggen: 'Goh, lekker. Die wijn.'
Maar het werd niet echt wat.
Want mensen die zich wijnliefhebbers noemen, kwam ik achter, die wíllen dat juist: slurpen en gorgelen en interessant doen. Mensen die zich wijnliefhebbers noemen willen geen frisse wind, die willen Astrid Joosten. (Die overigens - sorry ik kan het niet laten - wel de wijnacademie heeft doorlopen maar zich sec gesproken (haha: sec is een wijnterm) géén vinoloog mag noemen omdat ze een of meerdere examens nooit heeft gehaald.
Een illusie armer haalde ik mijn schouders op, liet de wijn maar zo’n beetje voor wat ie was en ging me weer richten op tekstschrijven. Blind proeven kan ik nog steeds (denk ik), maar mijn parate kennis op wijngebied is inmiddels grotendeels weggezakt; vraag me hoeveel hectares wijngaard Chateau Huppeldepup in Huppeldepup heeft en ik moet u het antwoord schuldig blijven.
Maar! Afgelopen zaterdag. Waren we uit eten. (Hier.) En gebeurde er iets waardoor ik dacht: misschien had ik toch niet zo snel op moeten geven.
We dronken een albariño van Paco & Lola uit Rias Baixas, een Spaans wijngebied boven Portugal.
Lékker! En wat een leuke fles! Met kekke stipjes, zelfs op de kurk!
Toen ik zojuist de website bekeek werd ik zo mogelijk nog enthousiaster: Zie je wel! Wijn kan heel hip zijn! Ik was mijn tijd gewoon een paar jaar vooruit! Wat in 2006 nog niet kon, kan nu ineens wel! Wie weet ligt er toch nog een carrière voor me in het verschiet?
(Misschien moet ik gewoon maar een boek schrijven over wijn. Met de titel: Het kan veel kekker en wijn is lekker. Of: Doe maar gewoon over wijn dan doe je al gek genoeg. Of: Astrid Joosten, eat your heart out. Of: Lekker, ik zeg het gewoon lekker toch! Of: Paco en Lola en ik. Of: Wijn is fijn. Of: Het maakt mij niet uit, als er maar alcohol in zit. Of, of.)
Overigens: kent u de film Sideways? Over wijn, liefde en relaties. En met Sandra - Christina Yang - Oh.