Gisteren had Bo een feestje. Op een soort van speelboerderij. Waar je geiten mag melken en varkens aaien en konijnen optillen
Nadat ik haar had afgeleverd liep ik nog even met Loïs door de bijbehorende speeltuin. Waar Loïs op een tractor ging zitten. En ik op mijn beurt daarvan een foto maakte.
Vanmorgen schudde ik mijn camera leeg in mijn macbook en bekeek de foto in kwestie op het beeldscherm. Leuke foto hoor: Kind Op Tractor In Uitgestorven Speeltuin.
Maar wacht, waar viel mijn oog nu op? Wat zag ik daar, bij die schommel? Linksachter in de hoek van de foto?
Ik zoomde eens in. En zoomde nog wat meer in. Zag ik daar nou een gezicht?
Ik verhoogde het contrast, voegde wat scherpte toe, lichtte de foto nog een ietsiepietsie meer op; ik voelde me waarachtig net Aristides Quarles van Ispen. (Of Wilbur Quant, daar wil ik vanaf zijn.) Misschien dat dit stukje dus eigenlijk beter 'Bibaboerderij meets Q&Q' had kunnen heten.
Hoe dan ook.
Ik vind het raar.
Want ik zie daar iets.
Wat ís het!?
Is het een vermoorde vogelverschrikker?
Bart de Boer, die zich heeft opgehangen?
Een zombie?
De geest van een overleden indiaan?
Ziet u ook wat ik zie?
Nog even wat over Q&Q. Q&Q heeft hier in huis een unieke status. Het is namelijk het enige tv-gerelateerde jeugdsentiment dat Henk en ik delen. Het enige programma-van-vroegâh waar we het over kunnen hebben zonder dat een van ons de ander glazig aankijkt. Want 7 jaar leeftijdsverschil maakt dus dat we op het gebied van jeugdtelevisie afkomstig lijken van verschillende planeten. Zegt hij: Floris, zeg ik: Silas. Zegt hij: Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, zeg ik: De zevensprong. Zegt hij: Sil de strandjutter, zeg ik: Alleen op de wereld.
Verschillende planeten. Echt.
Maar in Q&Q hebben we elkaar gevonden.
En dat is dan toch mooi.
(Sinds vandaag begrijp ik trouwens pas hoe dat kan: het werd in 1974 uitgezonden en in 1983 herhaald. (....) Ik keek dus naar de herhaling? Nah.)