Doorgaan naar hoofdcontent

Blokkade

Ik blog niet he?
Nee, ik blog niet.
En ik weet wel waardoor dat komt: ik ben een beetje van slag door wat mensen in onze omgeving momenteel overkomt en dat maakt het moeilijk om ergens anders over te schrijven.
Dus ik dacht weet je wat ik doe, ik vertel het gewoon. Het verhaal dat de blokkade veroorzaakt.
En dat is een beetje eng, omdat ik helemaal niet weet of ik dat wel mag hier op mijn blog (ik denk het wel).

Ze was een tijdje de oppas van Bo en Merlijn, en we raakten bevriend.
Een paar jaar later waren we samen zwanger. Ik van ons derde kindje, zij van haar eerste.
Bij mij ging alles goed, bij haar niet.
Bij de eerste echo leek er iets niet in orde en een vlokkentest daarna wees uit dat het kindje een chromosoomafwijking had, het Syndroom van Turner.
Er waren geen levenskansen en er werd een geboorte opgewekt, met 16 weken.
Een paar dagen later begroeven ze een kistje in de tuin.
Ik schreef hier al eerder over. Over hoe lullig ik me voelde met mijn steeds dikker wordende buik, naast haar verdriet.
Ze was al snel weer zwanger.
Ik weet nog dat ik haar smste, voor ze de eerste echo kreeg: ‘Let maar op, alles is heus goed dit keer.’
Maar dat was niet zo: het hartje was kort daarvoor gestopt met kloppen.

En toen wist ik niet meer zo goed wat ik moest zeggen.
Met mijn gezonde levende baby op schoot.

Een hele tijd later – een héle tijd later; ze was al bang dat het nooit meer zou lukken – raakte ze opnieuw in verwachting.
En dit keer was de echo goed!
En ik riep maar steeds: ‘Geniet!’
Maar ze bleef bang en inderdaad, weer ging er iets mis: het kindje werd veel te vroeg geboren vanwege een zwangerschapsvergiftiging. Maar het was een sterk kindje, het groeide goed in de couveuse en mocht uiteindelijk mee naar huis.
En ze leefden nog lang en gelukkig.

Oh nee, toch niet.
Toen het meisje een paar maanden oud was, ontstonden er lichtbruine vlekken op haar lichaampje.
De kinderarts wist het meteen, geen twijfel mogelijk: een ernstige ziekte. Neurofibromatose.

Opnieuw wist ik niets te zeggen.
Zo vertelde ik haar bijvoorbeeld niet hoe knap ik het vond dat ze zo relatief zorgeloos kon genieten van haar dochtertje (dat pas haar eerste veraardag vierde) en van het moederschap. Door heel erg – wat de toekomst ook gaat brengen - in het hier en nu te leven.

Dat had ik best kunnen doen.
Hád ik het maar gedaan.
Want nu, nú weet ik pas echt niet meer wat ik moet zeggen!
Want wat er nu aan de hand is, is zo bizar en oneerlijk!
Een week geleden las ik op Facebook het bericht dat haar man, de vader van haar kind, plotseling erg ziek is geworden.
In het ziekenhuis viel eerst de verdenking op MS, maar het bleek het zeldzame Susac syndroom.
Een MRI scan wees uit dat er witte vlekken op de hersenen zitten.
Vandaag wist hij niet meer hoe de douche aan moest en dacht hij dat hij geboren was in 2008.
En dat wordt vermoedelijk niet meer beter, zeggen de artsen.

Ja.
Zo kan het dus ook.
Tel uw zegeningen.