*Haha, heette dat programma echt zo?
Gisteren twitterde ik dat ik een nieuwe lievelingsplek had. En dat ik er op dat moment zat. Maar dat ik niet ging zeggen waar het was. Anders zat straks iedereen er.
En wat doe ik nu? Ik blog erover. Dat is misschien een beetje dom, maar ja.
Ik was op het Ciboga-terrein, het vroegere circus-, boden- en gasterrein, aan de rand van de binnenstad van Groningen, waar alles is platgegooid om er een huizenproject te starten. En omdat de bouw om de een of andere reden is uitgesteld, doen ze er nu iets anders mee. Iets tijdelijks.
Het moet een soort stadstrand worden ofzo. Ik heb geen idee wat precies de bedoeling is, of wanneer het af is, maar voorlopig is het fantastisch: een vreemde lege vlakte midden in de stad met zicht van binnenuit op de skyline van Groningen, met kerktorens, een watertoren, de fabriekspijp. En hijskranen. (Ik hou enorm van hijskranen. Maar dit terzijde.)
Er is een grasveld ter grootte van een voetbalveld, een zandbak van 50 bij 50 meter met (ineens zomaar daar) een prachtig houten terras en – wat ik echt fantastisch vind – een immense duikboot van autobanden, gemaakt door kunstenaar Harm Naaijer en bedoeld om op te klimmen. Een bizarre plek. Een geweldige speeltuin.
En het gekke is: er was gewoon niemand.
Niemand.
Alleen ik was er.
Met de zes kinderen die ik bij me had. Maar die waren zo ver weg aan het spelen dat ik een verrekijker nodig had om ze te kunnen zien.
Dus daar zat ik, urenlang. Op die rare desolate vlakte, nog geen tien minuten lopen van ons huis. En misschien kwam het door de windstilte of de drukkende warmte, maar er daalde een enorme rust over me neer. Of zo u wil: ik werd helemaal zen.
En wat doe ik nu? Ik blog erover. Dat is misschien een beetje dom, maar ja.
Ik was op het Ciboga-terrein, het vroegere circus-, boden- en gasterrein, aan de rand van de binnenstad van Groningen, waar alles is platgegooid om er een huizenproject te starten. En omdat de bouw om de een of andere reden is uitgesteld, doen ze er nu iets anders mee. Iets tijdelijks.
Het moet een soort stadstrand worden ofzo. Ik heb geen idee wat precies de bedoeling is, of wanneer het af is, maar voorlopig is het fantastisch: een vreemde lege vlakte midden in de stad met zicht van binnenuit op de skyline van Groningen, met kerktorens, een watertoren, de fabriekspijp. En hijskranen. (Ik hou enorm van hijskranen. Maar dit terzijde.)
Er is een grasveld ter grootte van een voetbalveld, een zandbak van 50 bij 50 meter met (ineens zomaar daar) een prachtig houten terras en – wat ik echt fantastisch vind – een immense duikboot van autobanden, gemaakt door kunstenaar Harm Naaijer en bedoeld om op te klimmen. Een bizarre plek. Een geweldige speeltuin.
En het gekke is: er was gewoon niemand.
Niemand.
Alleen ik was er.
Met de zes kinderen die ik bij me had. Maar die waren zo ver weg aan het spelen dat ik een verrekijker nodig had om ze te kunnen zien.
Dus daar zat ik, urenlang. Op die rare desolate vlakte, nog geen tien minuten lopen van ons huis. En misschien kwam het door de windstilte of de drukkende warmte, maar er daalde een enorme rust over me neer. Of zo u wil: ik werd helemaal zen.
En dat was welkom ook, kan ik zeggen. Want ik heb het nogal druk. Haha, ik ga niet eens opnoemen wat ik de komende weken allemaal moet doen, want dan flip ik. Ik zal u een geheimpje verklappen; ik ben niet zo stressbestendig.
En toen stond ik op om foto’s en filmpjes te maken.
En toen stond ik op om foto’s en filmpjes te maken.