Doorgaan naar hoofdcontent

Wat is in een naam?

Handig, zo’n blogstafette. Als je even geen inspiratie hebt. Of geen zin om het te krijgen.
Her en der en daaro las ik verhalen over kinderen en hoe ze aan hun naam zijn gekomen. Hier volgt het mijne.

Bo heet eigenlijk Vera Bo. Ze is vernoemd naar twee vriendinnen, die allebei Vera als tweede naam hebben. En die beide deelgenoot waren van de ontdekking van mijn zwangerschap.
We zaten op een middag met z’n drieën ergens koffie te drinken. En op een bepaald moment zei Vera 1: “Ik ben ongesteld”. Vera 2 zei: “Ik moet naar de huisarts voor een uitstrijkje”. En, puur omdat ik ook iets gynaecologisch te melden wilde hebben, zei ik: “Ik ben zwanger”. Ik schrok er zelf van, want het was helemaal niet zo. Toch?
Ik was 4 jaar daarvoor al met de pil gestopt, om gezondheidsredenen. En al die tijd was er niets gebeurd. Ergens in mijn achterhoofd vond ik dat misschien wel een beetje raar, maar tegelijkertijd was mijn kinderwens nog niet dusdanig groot dat ik me zorgen maakte. Ik was er eigenlijk gewoon niet zo mee bezig.
De Vera’s staarden me aan met open mond. “Neenee,” zei ik, “grapje.”
Maar het bleek ineens wel leuk om over te fantaseren. Dus de rest van de middag verzonnen we namen. Hypothetisch. We bestelden nog een drankje, en nog een.
En daarna ging ik naar huis. En toen ik net thuis was ging de bel. Het waren Vera en Vera, met een zwangerschapstest. Die hadden ze gekocht, voor de grap. En of ik daar meteen even overheen wilde plassen, voor de grap. Dat deed ik. En toen verschenen er twee streepjes.
Waaah.

We zouden de baby dus Vera noemen, als het een meisje zou zijn. Maar na een maand of zeven kwam Henk ineens met Bo op de proppen. En dat vonden we ook heel leuk. Leuker. Vera kon ook best de tweede naam worden. Maar ja: B.V. Dat klonk niet goed. Alsof we een schildersbedrijf zouden krijgen, in plaats van een kindje. Dus toen hebben we het omgedraaid: V.B. (‘We noemen haar Bo’).
En dat gaat prima tot dusver. Alleen in officiële situaties en op een vliegticket heet ze Vera. Naar de eerste naam in haar paspoort.

Als Bo een jongen was geweest, hadden we haar hem Valentijn genoemd. En die naam kon best nog een ronde mee, vonden we, toen ik na een half jaar weer zwanger was. Maar hierom en omdat onze zoon, tot grote verbazing van de artsen, ondanks een strakke knoop in de navelstreng toch levend ter wereld kwam zeiden we: dit jongetje kan toveren en we noemen hem Merlijn.

Het verzinnen van de laatste naam had nog wel de meeste voeten in aarde. Althans, Loïs was op zich al heel vroeg bedacht, maar er waren nog wat problemen die respectievelijk terzijde geschoven en opgelost moesten worden. Want eigenlijk wilde ik liever een naam met een A erin. Vraag me niet waarom. Omdat we met z’n allen nog helemaal geen naam hadden met een A, ofzo. (Nu denk ik: In Vera zit toch een A? Wat zeurde ik nou? Zwanger, zeker.) Het andere probleem was dat Henk Nikki eigenlijk leuker vond. Maar toen werd Idols gewonnen door ene Nikki. En je kind noemen naar de winnaar van Idols, dat gaat natuurlijk niet! *vraagt zich af hoeveel kinderen vandaag de dag bijna 6 zijn en Jamai heten*
Dus het werd Loïs. En het klopt helemaal. Loïs is Loïs.

(Achteraf had ik het misschien (ik zeg misschien) nog leuker gevonden zonder trema op de i. Wie weet vergeten we het tweede stipje nog wel eens ergens. In een garderobe ofzo, samen met de paraplu.)