Doorgaan naar hoofdcontent

Het magazijn


Vorige week waren we in Amsterdam voor de cursus Leer mediteren in 1 dag, van Robert Bridgeman, een bijzondere man met een bijzonder verhaal, die op een totaal niet goeroe-achtige manier zijn ervaring, kennis en inzichten deelt.

We hadden hem leren kennen op een festival in het bos in Drenthe, vorige maand. Eigenlijk bij toeval belandden we daar bij hem in een sessie; een bijna letterlijk mindblowing experience, waarbij ik – hoe zal ik het zeggen – een glimp heb opgevangen van wat er mogelijk is; waar geest en lichaam toe in staat zijn.

(Bridgeman zelf beklom dit jaar samen met Wim Hof (The Iceman) en een groep patiënten van allerlei pluimage, de Kilimanjaro. In een korte broek, met ontbloot bovenlijf en binnen 48 uur. Zonder te bevriezen van de kou (-20˚ C is het daar boven) en zonder last te krijgen van hoogteziekte, dankzij meditatie en bepaalde ademhalingstechnieken. Ik bedoel, dat is best opmerkelijk, toch?)

Omdat een aantal enthousiast geworden mensen waaronder Henk en ik hier meer van wilden weten, besloten we met z’n allen naar die dag in Amsterdam te gaan.
(En dat is best grappig, als je weet dat ik tot voor kort iemand was die alleen al van het woord yoga de slappe lach kreeg – wat dat betreft ben ik een echte Nederlander, het schijnt namelijk dat Nederland het land op de wereld is met het hoogste wantrouwen jegens meditatie en aanverwante zaken.)

Inmiddels weet ik: meditatie is helemaal niet zweverig.
Integendeel. De zegen komt niet van boven, maar van binnen.
Het gaat erom dat je bewust wordt van je lichaam en je brein. Van de processen die er zich afspelen. En dan is het uiteindelijk de bedoeling dat je zo ver naar binnen gaat dat je eenheid ervaart. Met alles. (Maar dat is voor gevorderden.)
Waar het in principe om gaat is het volgende (en dat is tevens de definitie van 'mindfulness'):

Volledig aanwezig zijn in het nu,
zonder oordeel, aandacht geven aan wat er gebeurt.

Aanwezig zijn in het nu, dat doe je in eerste instantie door je te concentreren op je ademhaling. Dat is een handige truc, want gedachten hebben vaak betrekking op het verleden of de toekomst, maar ademen doe je altijd ‘nu’.
En ik dacht dus altijd dat je vervolgens je hoofd moest leegmaken.
En dat leek me zo’n gedoe!
Ik zou dan de hele tijd gaan zitten denken over het leegmaken van mijn hoofd.
(‘Ojee, nou denk ik weer dat ik niet mag denken dat ik denk’, dat idee.)
Maar gelukkig heb ik nu geleerd: Je mag best denken, want ja: denken is er nou eenmaal.
Het gaat er alleen om dat je een gedachte herkent als zodanig, denkt: Hee, een gedachte! en haar vervolgens weer loslaat en terugkeert naar je ademhaling.
En dan schijnt het dus zo te zijn dat je na enige oefening gedachtes al kan zien aankomen voor je ze daadwerkelijk hebt en dat ze uiteindelijk – maar dat is voor échte gevorderden – helemaal verdwijnen tijdens het mediteren.

Het logo van de Bridgeman Methode is de olifant. Die staat symbool voor het onderbewuste; dat grote ding, dat 95% van je brein uitmaakt, en waar je gevoelens en verlangens zitten. Dit limbisch systeem – een oeroud systeem; primitieve zoogdieren in de prehistorie hadden het al – is in feite maar op één ding ingesteld: genot zoeken en pijn vermijden. En dat genot zoeken en pijn vermijden willen we nog steeds, maar omdat we inmiddels ook een ontwikkelde cortex bezitten, kunnen we nadenken en andere beslissingen maken, omdat we bijvoorbeeld weten dat nu genot zoeken niet handig is voor later. (De olifant wil een pak chocoladekoekjes leegeten, maar je doet het niet omdat je weet dat je dan straks misselijk bent.)

Ik ben over het algemeen veel te soft voor mijn olifant. Ik mag van mezelf drinken en roken en ik hoef niet te sporten en niet zo vaak te stofzuigen.
En ik dacht altijd dat dat gewoon lui en dom was, maar het zit dus anders: ik geef mijn olifant gewoon teveel zijn zin. En waarom doe ik dat eigenlijk? Ik ben toch de baas?

Nja, als ik het zo opschrijf is het nogal een open deur, maar de metafoor maakte het ineens zo inzichtelijk!

Met meditatie train je dus onder andere om je olifant de baas te worden. (En niet met de zweep, maar liefdevol. Want je houdt natuurlijk van je olifant: het is jouw olifant tenslotte. En het is net als met een huisdier; een opgevoede hond is een veel leukere hond.)
Tijdens het mediteren zit je heel lang in één houding.
En dat is ergens best ongemakkelijk, vooral in het begin.
Er komt altijd een moment dat je denkt: Au, ik krijg pijn in mijn rug. Of: mijn voet ligt niet lekker. 
Dan wil je eigenlijk gaan verzitten. Oftewel: je olifant (pijn vermijden!) wil dat je gaat verzitten.
Maar dat hoef je niet te doen! Nee! Je kunt ook gewoon denken: Hee, ik heb pijn in mijn rug. Er is pijn. Dat mag er zijn.
Of je krijgt ineens kriebel aan je wang. Je olifant wil dat je gaat krabben. Maar dat hoeft niet! Je kunt ook gewoon denken: Hee, er is jeuk. Dat mag er zijn. (Dat magazijn, versta ik steeds.)

Maar goed. Het is dus nu de bedoeling dat we het geleerde in praktijk gaan brengen. Thuis. Volgens een vierweeks programma, om mee te beginnen.
Om elkaar wat te motiveren hebben we een whatsapp-groep opgericht.
En tsja.
Hoe zal ik het zeggen: de anderen doen het iets beter dan ik.
Ik heb nogal een sterke olifant, denk ik. En die heeft helemaal geen zin om een kwartier stil te zitten. Ik heb al vier van de negen dagen overgeslagen.
En als ik het wel braaf deed, bereikte het niet helemaal het juiste doel, geloof ik. Want als het belletje gaat en je je bij het openen van je ogen realiseert dat je heerlijk een kwartier hebt zitten nadenken over wat je allemaal nog moet doen, dan gaat er iets niet helemaal goed.
Haha.
Het zal nog even duren eer ik verlicht ben, vrees ik.


Maar vanochtend was ik bij de mondhygiëniste. En terwijl ik achterover lag in de stoel besloot ik maar eens wat te oefenen met het een en ander.
Ik concentreerde me op mijn ademhaling. Op het rijzen en dalen van mijn buik.
Ik probeerde volledig aanwezig te zijn in het 'nu'.
En zonder oordeel, aandacht te geven aan wat er gebeurde.

Dus toen de mondhygiëniste haar haakje op een bepaald moment wel erg diep in mijn tandvlees stak, dacht ik: hee, er is pijn. Maar dat mag er zijn!
En toen ze even daarna haar zuigapparaat zo diep achter in mijn keel stak dat het een kokhalsreflex opwekte, dacht ik: hee, een kokhalsreflex! Daar hoef ik niks mee. Het mag er zijn!