Doorgaan naar hoofdcontent

Een slaapfeest geven op vrijdag de dertiende is vragen om problemen

Bo, die zoals u misschien weet jarig was op 1 januari, had nog steeds geen kinderfeestje gevierd. En nu denkt u natuurlijk dat dit terug te voeren is op de laksheid van haar ouders, maar nee, neenee, onze lieftallige dochter kon maar niet beslissen wat ze wilde doen op haar feestje.
Al onze ideeën werden van tafel geveegd. Ze wilde namelijk iets bijzonders. Zoals kamperen op 2100 meter hoogte tegen een bergwand van de Himalaya. Op safari. Een ballonvlucht over het IJsselmeer.
Het was er op neer gekomen dat wij zeiden: ‘Goed. Jij komt met een uitvoerbaar plan, dan praten we verder.
En zo waren er inmiddels drie en een halve maand verstreken.

Een vriendje van Bo, dat jarig was op vrijdag de dertiende j.l, pakte het heel anders aan en plande zijn feestje meteen op de dag zelf. Een slaapfeestje, met zo’n beetje dezelfde kinderen als Bo zou hebben uitgenodigd.
‘Weet je wat,’ riep ik enthousiast tegen de moeder van het vriendje, ‘we maken er een joint venture van! Dan kom ik gewoon bij jou slapen, en dan doen we het samen!’
(En ik dacht: jeuh! Een slaapfeest zonder rommel in mijn eigen huis!’)
Bo was ook enorm te porren voor dit plan en aldus geschiedde.
En het was hartstikke leuk, volgens mij.
Met 16 matjes en 16 slaapzakken in de huiskamer, met Harry Potter op dvd en cadeautjes en tosti’s als ontbijt en kussengevechten.
Waarbij ik moet opbiechten dat toen het uit de hand liep, om half vier ‘s nachts, ik diep in coma lag en mijn 'partner-in-party' in haar eentje kordaat heeft moeten optreden door een aantal relschoppertjes verspreid door het huis te leggen en zelf op de grond tussen de rest van de kinderen te gaan liggen slapen. Terwijl ik dus prinsheerlijk in mijn eentje in haar masterbed lag te snurken en de volgende morgen alleen maar drie keer hoefde te zeggen: ‘Nee, maar je had me écht wákker moeten maken, hoor!'
Gheghe.
Ja, mij kun je er wel bij hebben.

Maar dit was niet het hele verhaal.
Ik pak hem even terug op halverwege de avond.
We maakten pizza, waarvoor ik Henk had meegenomen - met gevolg dat ook Merlijn en Loïs bij het begin van het feestje aanwezig waren; na het eten zouden ze met hun vader naar huis gaan.
Het was 20:30 uur, de feestgangers waren nog op het speelveldje voor de deur en ik liep naar buiten met de laatste punten pizza, toen er een paar kinderen op mij toe renden en riepen dat Merlijn was gevallen.
En daar zag ik onze zoon aankomen, hard huilend, met zijn arm in een vreemde S-bocht.
‘Oh,’ zei ik. ‘Die is gebroken.’ Want daar was geen twijfel over mogelijk.
En nu zit hij dus voor een week of zes in het gips, van zijn pols tot zijn oksel.

Zeg maar dag zwemdiploma B
Dag saxofoon
Dag fiets
Dag douche

(Maar ja, dat zijn natuurlijk weer typisch grote-mensengedachten. Hijzelf vindt het voorlopig alleen nog maar machtig interessant.)