Ik spendeerde wat me-time in de sauna, die ineens was uitgebreid met 65.000 drijvende balletjes in het zwembad, waarmee ik me zoals u snapt enorm heb vermaakt en die – klik - ook gebruikt kunnen worden voor moeilijke sommetjes.
Ik las het boek van Nico Dijkshoorn en vond het mooi, vooral de eerste helft.
Ik marktplaatste nog wat door. (Ik heb nu alleen nog een wasdroger. Wie biedt?)
Ik deed mijn belastingaangifte, voor het eerst als ondernemer. Zonder boekhoudmannetje, gewoon zelf. Eigenwijs. Maar ja: ‘Anything you can do I can do better,’ zong mijn vader altijd, ‘I can do anything better than you.’ En ik vrees dat ik een vleugje van dat gen heb meegekregen.
Ik stoeide me zelfverzekerd door de activa en passiva, de winst- en verliesrekening en de afschrijvingen heen, zonder enige kennis van zaken maar met een degelijke dosis gezond verstand.
Zo.
En kom nu maar door met die teruggaaf, belastingdienst!
Nog even over dat me-time. Dat zeg je natuurlijk niet. Me-time, bah.
Wat wel een leuk woord is, is aarsgewei. Iemand in de sauna had er één, maar dan aan de voorkant.
Geen aarsgewei dus, maar meer een ... schaamgewei?
Trouwens, weet u wat mij dwarszit? Het meervoud van aars is aarzen, net als dat er laarzen, baarzen en vaarzen zijn. Maar waarom is het meervoud van kaars dan in hemelsnaam kaarsen? Met een s?
Leg dat maar eens uit in je inburgeringsklasje.
Ik draai weer eens wat om de hete brij heen.
Ik word een beetje in beslag genomen, de laatste tijd.
Door wat, dat zal ik vertellen.
Haar naam was Petronella van der Wilt.
Ze werd geboren in 1898.
Ze trouwde in 1919, in Utrecht.
Ze overleed in 1934, aan de gevolgen van de geboorte van haar tiende kind.
37 jaar later, in 1971, werd ik geboren.
Petronella was mijn oma.
Het is alles wat ik over haar weet: dat ze 36 werd en tien kinderen achterliet.
En nou is het raar hè, maar ik zou haar zo graag beter willen leren kennen.
Geen idee waar dat ineens vandaan komt.
Maar als u me mist, daar ben ik dus mee bezig.
Ik las het boek van Nico Dijkshoorn en vond het mooi, vooral de eerste helft.
Ik marktplaatste nog wat door. (Ik heb nu alleen nog een wasdroger. Wie biedt?)
Ik deed mijn belastingaangifte, voor het eerst als ondernemer. Zonder boekhoudmannetje, gewoon zelf. Eigenwijs. Maar ja: ‘Anything you can do I can do better,’ zong mijn vader altijd, ‘I can do anything better than you.’ En ik vrees dat ik een vleugje van dat gen heb meegekregen.
Ik stoeide me zelfverzekerd door de activa en passiva, de winst- en verliesrekening en de afschrijvingen heen, zonder enige kennis van zaken maar met een degelijke dosis gezond verstand.
Zo.
En kom nu maar door met die teruggaaf, belastingdienst!
Nog even over dat me-time. Dat zeg je natuurlijk niet. Me-time, bah.
Wat wel een leuk woord is, is aarsgewei. Iemand in de sauna had er één, maar dan aan de voorkant.
Geen aarsgewei dus, maar meer een ... schaamgewei?
Trouwens, weet u wat mij dwarszit? Het meervoud van aars is aarzen, net als dat er laarzen, baarzen en vaarzen zijn. Maar waarom is het meervoud van kaars dan in hemelsnaam kaarsen? Met een s?
Leg dat maar eens uit in je inburgeringsklasje.
Ik draai weer eens wat om de hete brij heen.
Ik word een beetje in beslag genomen, de laatste tijd.
Door wat, dat zal ik vertellen.
Haar naam was Petronella van der Wilt.
Ze werd geboren in 1898.
Ze trouwde in 1919, in Utrecht.
Ze overleed in 1934, aan de gevolgen van de geboorte van haar tiende kind.
37 jaar later, in 1971, werd ik geboren.
Petronella was mijn oma.
Het is alles wat ik over haar weet: dat ze 36 werd en tien kinderen achterliet.
En nou is het raar hè, maar ik zou haar zo graag beter willen leren kennen.
Geen idee waar dat ineens vandaan komt.
Maar als u me mist, daar ben ik dus mee bezig.