Doorgaan naar hoofdcontent

Het wachten waard

Het is al meer dan een jaar geleden dat de vader van Henk werd begraven, maar het was nog steeds niet helemaal klaar; er was nog geen grafsteen.
Want dat had namelijk nogal wat voeten in aarde (wat in dit kader ineens een wat vreemde uitdrukking is). Wat moest het worden? Een zwerfkei? Zo'n platte steen, van marmer? Een gedenkteken van koper? Of iets van hout?
In elk geval iets bijzonders, wilde Henk. Misschien met een orchidee, de lievelingsbloem van zijn vader – of eigenlijk veel meer dan dat; de laatste jaren van zijn leven had hij het zo mooi mogelijk laten bloeien van de bloemen tot een ware kunst verheven.
Ja, het moest iets worden met een orchidee. Maar dan niet kitscherig.

Uiteindelijk vonden we een steenhouwer in Den Andel, aan het wad.
Er volgde een gesprek, er gingen wat schetsen over en weer, en een tijdje later was men eruit. Het zou een pilaar worden, van basalt. Met twee kleinere zuiltjes ernaast met de tekst. Een voor de overledene, de ander voor mijn schoonmoeder, die op termijn het graf met hem zal delen.

Maar toen trad er vertraging op.
De steenhouwer werd ziek.
En er waren andere problemen, waar we de vinger niet echt op konden leggen.
Dus het duurde maar en duurde maar.
En mijn schoonmoeder werd bijkans gek. ‘Straks val ik ook dood neer (niet eens zo ondenkbaar als je al 88 bent) en dan heb ik het niet eens gezien!’ riep ze maar steeds. Waarbij ze haar armen dan wat ten hemel hief.
En ze had ze natuurlijk groot gelijk.
Want het moest nou maar eens gedaan zijn.
Om in elk geval dat stukje af te kunnen sluiten.

....

Gisteren was het dan ineens toch zover; we kregen het bericht dat het monument was geplaatst. En eerlijk, het was het wachten waard. Het is prachtig.




Vanavond, tijdens het eten, viel Henk ineens een tijdje stil en zei toen: ‘Er zullen vast wel weer mensen in de familie zijn die gaan zeggen: (Groningse tongval aan) Was dat nou nodig? Zoiets aparts?
We grinnikten.
Want ja, inderdaad. Dat was nodig.