Weer een logje over niets.
Want ik heb weer eens typisch niets te melden.
Helemaal niet nadat ik haar logje las.
Pff, dat loopt daar maar een beetje rond in Donesië.
En ik? Wat doe ik eigenlijk?
Niets.
Hoewel, gisteren fietste ik nog door Utrecht. Waar ik was voor een high tea met tekstvrijwilligers van de Bartfoundation.
Ik ging met de trein en nam - want dat leek me zo handig (hahaha) - de vouwfiets van Henk mee (nadat ik uiteraard uitvoerige in- en uitvouwinstructies had gekregen).
Ik fietste het station op, kocht een kaartje bij de automaat en wipte behendig de trein in. Met de fiets. Die ik vervolgens routineus dubbel vouwde.
Ziezo.
Maar. Waar. Moest ik het gevaarte (dat ingeklapt opeens veel meer plaats leek in te nemen, maar dit terzijde) nu neerzetten? Ik keek eens om mij heen, keek nog eens om mij heen en besloot - heel zelfredzaam - te bellen met mijn lieftallige echtgenoot. Ik fluisterde in de telefoon: ‘Ja nou heb ik die fiets dus in elkaar gevouwen enzo, maar ehm..hij staat best wel behoorlijk in de weg, zeg maar. Hij staat óf in de loop, óf voor de deur. Wat is beter? In de loop of voor de deur?’
‘Je bent toch wel op een speciaal fietsbalkon ingestapt?’ vroeg Henk.
‘Fietsbalkon?
‘Ja, bij sommige deuren staat een fietsje op de buitenkant van de trein, dat zijn de fietsbalkons.’
Hij zei er nog net niet 'duh' achteraan. Tssk. How was I supposed to know?
Dus. Fiets weer in elkaar, trein uit en rennen over het perron op zoek naar een fietsbalkon om de hele procedure te herhalen. Gelukkig was ik ruim op tijd van huis gegaan.
En toen was het tijd om eventjes twee uur te relaxen: boekje lezen en bubbles spelen op mijn ‘iphone’. (#durftevragen is er iemand die ooit het masterlevel heeft uitgespeeld? Ik heb het inmiddels 15864 keer geprobeerd en het is nog niet één keer gelukt. Ik ben serieus bang dat er op een dag een 'haha-gefopt'-berichtje verschijnt in mijn schermpje: You are such a loser! You played the same stupid game a million times!)
In Utrecht aangekomen sprong ik heel urban en wereldwijs met mijn fiets de trein uit. En liep vervolgens een kwartier met de fiets aan de hand door Hoog Catharijne omdat ik de uitgang van het station niet kon vinden. Gelukkig kan ik wel altijd erg om mezelf lachen op dat soort momenten. (Vanbinnen hè, dat u niet denkt dat ik 'gelijk ne zotteke' hardop om mezelf loop te lachen.)
Cut to the chase: de high tea was hartstikke leuk.
En niet in het minst omdat ik haar ontmoette.
Het is wat raar, iemand voor het eerst ontmoeten die je al kent. Of denkt te kennen, anyway. Een beetje. Maar ze is in het echt nét als op het plaatje. En we kletsten en blog-roddelden en rookten samen haar pakje sigaretten leeg.
En toen was het alweer tijd om naar het station te gaan.
Oh. Had ik al verteld dat het gisteren toevallig een soort van nationale scoutingdag was? Met een bijeenkomst in - jawel - Utrecht?
Mén! Nog nooit zag ik zoveel padvinders bij elkaar. Nog nooit zag ik zoveel groene en gele en zandkleurige omgeslagen overhemdmouwen en zakdoek-dasjes.
En weet u wat nog wel het leukste was? Al die padvinders, die moesten dus allemaal dezelfde trein in als waarin ik met mijn fiets ook....nouja, you get the picture.
Heel fijn was dat.
Pfff. Scouting.
Het meisje voor me in de trein vatte het eigenlijk heel mooi samen: ‘Weet je wat nog erger is dan scouts die samen liedjes zingen? Scouts die samen dierengeluiden maken.’
Zo is het maar net.
(Sorry, familie B uit H. No offence.)
Want ik heb weer eens typisch niets te melden.
Helemaal niet nadat ik haar logje las.
Pff, dat loopt daar maar een beetje rond in Donesië.
En ik? Wat doe ik eigenlijk?
Niets.
Hoewel, gisteren fietste ik nog door Utrecht. Waar ik was voor een high tea met tekstvrijwilligers van de Bartfoundation.
Ik ging met de trein en nam - want dat leek me zo handig (hahaha) - de vouwfiets van Henk mee (nadat ik uiteraard uitvoerige in- en uitvouwinstructies had gekregen).
Ik fietste het station op, kocht een kaartje bij de automaat en wipte behendig de trein in. Met de fiets. Die ik vervolgens routineus dubbel vouwde.
Ziezo.
Maar. Waar. Moest ik het gevaarte (dat ingeklapt opeens veel meer plaats leek in te nemen, maar dit terzijde) nu neerzetten? Ik keek eens om mij heen, keek nog eens om mij heen en besloot - heel zelfredzaam - te bellen met mijn lieftallige echtgenoot. Ik fluisterde in de telefoon: ‘Ja nou heb ik die fiets dus in elkaar gevouwen enzo, maar ehm..hij staat best wel behoorlijk in de weg, zeg maar. Hij staat óf in de loop, óf voor de deur. Wat is beter? In de loop of voor de deur?’
‘Je bent toch wel op een speciaal fietsbalkon ingestapt?’ vroeg Henk.
‘Fietsbalkon?
‘Ja, bij sommige deuren staat een fietsje op de buitenkant van de trein, dat zijn de fietsbalkons.’
Hij zei er nog net niet 'duh' achteraan. Tssk. How was I supposed to know?
Dus. Fiets weer in elkaar, trein uit en rennen over het perron op zoek naar een fietsbalkon om de hele procedure te herhalen. Gelukkig was ik ruim op tijd van huis gegaan.
En toen was het tijd om eventjes twee uur te relaxen: boekje lezen en bubbles spelen op mijn ‘iphone’. (#durftevragen is er iemand die ooit het masterlevel heeft uitgespeeld? Ik heb het inmiddels 15864 keer geprobeerd en het is nog niet één keer gelukt. Ik ben serieus bang dat er op een dag een 'haha-gefopt'-berichtje verschijnt in mijn schermpje: You are such a loser! You played the same stupid game a million times!)
In Utrecht aangekomen sprong ik heel urban en wereldwijs met mijn fiets de trein uit. En liep vervolgens een kwartier met de fiets aan de hand door Hoog Catharijne omdat ik de uitgang van het station niet kon vinden. Gelukkig kan ik wel altijd erg om mezelf lachen op dat soort momenten. (Vanbinnen hè, dat u niet denkt dat ik 'gelijk ne zotteke' hardop om mezelf loop te lachen.)
Cut to the chase: de high tea was hartstikke leuk.
En niet in het minst omdat ik haar ontmoette.
Het is wat raar, iemand voor het eerst ontmoeten die je al kent. Of denkt te kennen, anyway. Een beetje. Maar ze is in het echt nét als op het plaatje. En we kletsten en blog-roddelden en rookten samen haar pakje sigaretten leeg.
En toen was het alweer tijd om naar het station te gaan.
Oh. Had ik al verteld dat het gisteren toevallig een soort van nationale scoutingdag was? Met een bijeenkomst in - jawel - Utrecht?
Mén! Nog nooit zag ik zoveel padvinders bij elkaar. Nog nooit zag ik zoveel groene en gele en zandkleurige omgeslagen overhemdmouwen en zakdoek-dasjes.
En weet u wat nog wel het leukste was? Al die padvinders, die moesten dus allemaal dezelfde trein in als waarin ik met mijn fiets ook....nouja, you get the picture.
Heel fijn was dat.
Pfff. Scouting.
Het meisje voor me in de trein vatte het eigenlijk heel mooi samen: ‘Weet je wat nog erger is dan scouts die samen liedjes zingen? Scouts die samen dierengeluiden maken.’
Zo is het maar net.
(Sorry, familie B uit H. No offence.)