Doorgaan naar hoofdcontent

I won the cool kids lottery



Het was een intense en bijzondere vakantie, van uitersten.
Zo zaten we deels (een soort van illegaal, maar dat voert te ver om uit te leggen) in de meest luxe villa in de Algarve, met uitzicht op zee, een privézwembad en mooi betegelde badkamers, en trokken we deels op primitieve wijze half Portugal door waarbij we ons per trein, bus, boot en al liftend verplaatsten en 
’s morgens niet wisten waar we ’s avonds zouden slapen.
Echt heel Interrail 1990.
Maar dan met kinderen.
Wat natuurlijk even een experimentje was, maar als zodanig geslaagd.
En hoe!
Volgend jaar wil ik drie maanden naar India.


Ik heb stapels verhalen, maar laat ik me beperken tot het onbetwiste hoogtepunt van de vakantie: de beste vierentwintig uur die ik ooit op een strand heb doorgebracht.

Door een samenloop van omstandigheden waren we uitgenodigd om met een vriendengroep uit Lissabon mee te gaan op hun jaarlijkse kampeeruitje op het schiereiland Tróia, rondom ‘o concurso coelho.’
The rabbit contest.
Een konijnenproeverij. 
Op het strand.
(Die Paulo Coelho, die heet dus gewoon Paul Konijn.)

Ja, ik begreep het eerst ook niet, hoor.
Maar het is gewoon een enigszins bizarre traditie van een groep vrienden, die sinds 1988 bestaat en inmiddels logischerwijs is uitgebreid met kinderen van allerlei leeftijden.
En dit jaar werden ze dus voor het eerst vergezeld door een op zich ook al wonderlijk ensemble, bestaande uit een stelletje Nederlanders en een handjevol ‘Hawaïanen’ (mijn zusje was er ook met man en kind!!).

Maar zeg, hee. Hoe. Gaaf.
Aan het eind van de middag liepen we met onze rugzakken een heel eind het strand op en zetten vlak voordat het donker werd onze tentjes op.





Intussen werden er tafels neergezet waarop alle gerechten werden uitgestald. Er waren pasteitjes, stoofpotten, quiches, salades ... je kunt het zo gek niet verzinnen. Allemaal van en met konijn.
En wijn was er natuurlijk ook.
Heel veel wijn.
En toen iedereen was uitgegeten moest er gestemd worden, om te beslissen wie het beste konijnengerecht had gemaakt. Dat is onderdeel van de traditie.

En daarna was er natuurlijk een kampvuur, en werden er Portugese liedjes gezongen en ging er een groepje mannen vissen, met verlichte hengels. We zaten onder de allermooiste sterrenhemel (want echt ver van de bewoonde wereld) en de mensen waren zo leuk….. het was nógal mooi allemaal.

En toen kwam, na een paar niet perse heel comfortabele uurtjes in ons tentje, de zon op.
En dat is dus magisch hè: wakker worden op het strand. Bij de zee.
Ik deed dat al eens vaker, maar ik weet het weer, het is echt….. het allerbeste.




We gingen ontbijten, zwemmen, tentje inpakken, nog wat zwemmen, bodyboarden op de onwaarschijnlijk hoge golven, weer eens wat eten, een beetje in de zon liggen… en namen aan het eind van de middag innig afscheid van de groep om, zanderig en moe van zo’n hele dag op het strand, naar Lissabon te vertrekken.
En na een heus heftig tripje (eerst opgepropt in een busje en vervolgens met de boot, de trein, nog een boot, de metro én de bus) kwamen we diep in de nacht aan bij ons logeeradres. (Leve de airbnb app! Geen reizende nomade kan meer zonder!).





Maar die kinderen hè. Die gaven geen kik. Ze vonden het alleen maar leuk. Ook de Loïs van zes, met haar groene rugzakje. (Waardoor ik, toen we op een bepaald moment ’s avonds laat door iets stoms een uur vastzaten in het metrostation, enorm hard op mijn tong heb moeten bijten om zelf niet te gaan zeuren.)


* De titel is een variatie op een zin uit het geniale dankwoord in dit fantastische Amerikaanse kinderboek: