Ik had weer eens een leuk staaltje bureaucratie te pakken. Ik wilde mijn naam laten veranderen. In Lotus Dharma. Haha. Nee, grapje. Mijn achternaam . Oftewel: mijn ‘meisjesnaam’ - want door het dagelijks leven ga ik immers met de naam van Henk; een keuze die destijds al niet zomaar was. (In het kort: ik heb me nooit thuis gevoeld bij mijn eigen achternaam, wat nog eens versterkt werd toen mijn vader, die me de naam had gegeven, niet mijn biologische vader bleek te zijn.) De naam bleef natuurlijk wel aan mij verbonden. En dat vond ik prima. Ik hoefde hem, op in een enkele formele situatie na, niet meer te gebruiken, het waren slechts letters in mijn paspoort. Nooit heb ik overwogen er officieel afstand van te doen, ook niet na de dood van ’mijn vader’. Of misschien zelfs juist niet na zijn dood, want ook al is er dan nooit sprake geweest van een emotionele band tussen ons, hij heeft wel zo goed als in zijn vermogen lag voor me gezorgd – en het is toch een beetje gek ...