Doorgaan naar hoofdcontent

Zon, maan en sterren

We stonden te wachten bij de deur van de klas, een groepje vaders, moeders en oppassen.
De deur ging open en de kinderen kwamen naar buiten, met voorop Loïs en haar vriendinnenclubje, zichtbaar opgewonden.

‘Ik ben een zonnekind!’ riep vriendinnetje C. stralend uit.
Vier enthousiaste kinderstemmen vielen haar bij: ‘C. is een zonnekind!’

‘Natuurlijk, liefje, maar dat wísten we toch al,’ zei haar moeder, terwijl ze ons aankeek met opgetrokken wenkbrauwen.
Ik grapte tegen de andere kindjes: ‘Maar wat zijn jullie dan? Regenkinderen?’

Nee, zij waren gewóne kinderen: maankinderen.
‘C. Is een zonnekind, omdat ze heel goed kan lezen en haar Cito’s heel goed heeft gemaakt!’

Aha.
Zo.
Dus.
Ik moest er even van bijkomen.
Want wat kregen we nou?
Hoezo worden de kinderen in groep 3 ineens onderverdeeld in zonnekinderen en maankinderen?
Ik dacht dat ik zo’n beetje alles wel meegemaakt had, met twee kinderen die de basisschool respectievelijk helemaal en bijna hebben doorlopen.

Ik ging maar eens googlen.
En jawel: het is een bestaande onderwijsmethode. Naast zonnekinderen en maankinderen zijn er ook nog sterrenkinderen.
De methode hoort bij de boekjes ‘Veilig leren lezen’, die Bo en Merlijn volgens mij destijds ook gebruikten.

‘Hadden jullie dat ook, dat met die zonnekinderen enzo?’ vroeg ik aan hen.
Nee, zij hadden er, net als ik, nog nooit van gehoord.

Is dit nieuw? Doen ze dat nu ineens hier op school? Of is het een actie op eigen houtje, van deze specifieke juf?
Ik moest het morgen maar eens vragen.


Ja, ik weet het niet hoor, misschien ben ik overgevoelig, maar ik vind het gewoon een beetje raar.
Een plusgroepje, okee, snap ik.
Maar zonnekinderen en maankinderen?

Het blijft me bezighouden.

Telkens als ik C. nu zie op school denk ik: Hee, zonnekind!
En ik moet ook de hele tijd zo denken aan de Zonnekoning! 
Die goeie ouwe Lodewijk XIV.
Le roy soleil.
L‘enfant soleil.
Alles draait om de zon.
De zon straalt.
De maan reflecteert slechts haar schijnsel.

Nouja, enfin.


Wellicht, denkt u nu, ben ik wel gewoon een beetje jaloers.
Wou ik óók wel graag een zonnekind.
Haha. 
Echt niet.
Want ik héb toch al een zonnekind! Het zonnetje in huis.
Ons eigen lieve regenkind.
Oh nee, maankind.
Kind.