Afgelopen zaterdag waren we op het NFF in Utrecht. Het Nederlands Film Festival.
(Niet te verwarren met het NNF, het Natural Networking Festival, waar we dan weer drie weken geleden waren. En waar ik helemaal niet over verteld heb hier, terwijl het toch héél bijzonder was.)
Maar we waren dus in Utrecht, in het Louis Hartlooper Complex, waar de film Heroin in première ging, met een ieniemienie-bijrolletje voor Loïs.
Toen ongeveer op een kwart van de film de betreffende scène was geweest fluisterde Henk in mijn oor: ‘Nou, ga je mee, we kunnen weer gaan.’ Haha. Dat was natuurlijk kolder, want het was een nogal indrukwekkende film, zo indrukwekkend dat toen hij was afgelopen we ons kindsterretje alweer zo'n beetje vergeten waren. De film beschrijft een dag uit het leven van een verslaafde dakloze (of een dakloze verslaafde, dat weet ik nooit zo goed). Hij duurt nog geen anderhalf uur, maar ik was doodmoe op het eind. (Jézus wat een dag.)
Gelukkig hadden we de foto’s nog.
Maar we waren dus in Utrecht, in het Louis Hartlooper Complex, waar de film Heroin in première ging, met een ieniemienie-bijrolletje voor Loïs.
Toen ongeveer op een kwart van de film de betreffende scène was geweest fluisterde Henk in mijn oor: ‘Nou, ga je mee, we kunnen weer gaan.’ Haha. Dat was natuurlijk kolder, want het was een nogal indrukwekkende film, zo indrukwekkend dat toen hij was afgelopen we ons kindsterretje alweer zo'n beetje vergeten waren. De film beschrijft een dag uit het leven van een verslaafde dakloze (of een dakloze verslaafde, dat weet ik nooit zo goed). Hij duurt nog geen anderhalf uur, maar ik was doodmoe op het eind. (Jézus wat een dag.)
Gelukkig hadden we de foto’s nog.