Doorgaan naar hoofdcontent

Demotivatie is ook motivatie



Bo heeft een nieuw spel op de iPad gezet. (‘Iedereen in mijn klas heeft dat!’)
Er staat een ei op het scherm.
Met daarboven een getal: 1.000.000
Het de bedoeling dat je 1 miljoen keer op het ei tikt. Met je vinger. Als was je het ongeboren kuiken aan de binnenkant.
Telkens als je net geen zin meer hebt word je beloond met een scheurtje. Een scheurtje in het ei!
En zo’n scheurtje motiveert, joh! En dan ga je weer door. Want zie, het ei begint al te breken! We komen er wel.
Terwijl je dus tegelijkertijd weet dat heus dat ei niet eerder zal opengaan dan wanneer de teller op 0 staat.

Ik vroeg me dus even af of het ‘spel’ niet interessanter zou zijn geweest zónder die teller erboven. Dat je dus echt niet weet wanneer het ei opengaat. Kijken of je het dan volhoudt, tot de miljoen.

Maar ik besefte: daar gaat het helemaal niet om!
Het is een pure brainwash.
Het is een test, mensen.
Een experiment.
Eigenlijk heel griezelig.

Tamago, heet de app. (En ik weet nu (pas) dat Tamagotchi dus gewoon ‘eitje’ is in het Japans).
Bij de recensies las ik dat er, nadat je daadwerkelijk een miljoen keer op het ei hebt getikt, er geen prachtig paradijsvogeljong tevoorschijn komt, maar een briefje met ‘So what?’
Om je achteloos met je neus op de feiten te drukken: Je hebt zojuist (nouja zojuist, gedurende twee weken) een miljoen keer op een ei getikt.

Zelfs nu we weten dat het eind totaal niet bevredigend zal zijn, begrijp ik dat Bo door wil gaan. Weet ik veel, om te kijken of er bij ons ook zo’n briefje verschijnt. Of om te laten zien dat we het heus wel kunnen, een miljoen keer tikken. Of eigenlijk gewoon, omdat die teller er nou eenmaal is.
Het is een mindfuck.
En een spiegel: het is echt niet best met ons gesteld, zo graag als we met onze vingers op onze schermpjes willen.


(Maar we kappen ermee hoor. Morgen gooi ik die onzin eraf. Ik laat mijn kind toch geen RSI oplopen door zo'n stel mafketels.)