In de kerstvakantie vond ik een doos. Met klein speelgoed.
Poppetjes, beestjes, poppenhuismeubeltjes, autootjes, verdwaalde legoblokjes,
AH- mini’s, etc.
Speelgoed waarmee nooit gespeeld wordt, en werd.
Ik bedacht ineens dat ik daar iets mee moest.
(Waar ik bij moet zeggen dat ik enigszins overwerkt was en
overprikkeld van die hele decembermaand, en de intense behoefte had aan iets
sufs.)
Dus ik kocht een letterbak op Marktplaats en begon aan mijn euh...project.
Zo noemde ik het maar.
De kinderen vonden het geloof ik wel een soort van grappig, maar zaten er vooral meewarig bij te kijken. Elke avond na het eten ging ik een
tijdje zitten spelen. Ik kan niet vertellen hoe vredig ik werd van kleine
plastic teddybeertjes op kleine plastic paardjes lijmen. Van poppetjes en dingetjes
bij elkaar verzinnen die samen een verhaaltje vertellen.
(Mijn lievelings is Minnie Mouse die cello speelt op een fluitje
in de vorm van een gitaar, in haar kamertje met bloemen.)
Het valt nog knap tegen hoeveel tijd er in is gaan zitten,
trouwens.
Maar vandaag was het af.
Net op tijd, want er is een nieuw project: Project poes.
Toen we eenmaal weer reëel denkende mensen waren geworden, die niet
meer verwachtten dat Lotje terug zou komen lopen, besloten we tot de aanschaf
van een echte, eigen kat. (Lotje heeft ons doen inzien dat we een kat nodig
hebben – laat dat haar taak zijn geweest.)
Dus togen we naar een asiel in Drachten. Voor een poesje dat
we hadden gezien op de ‘ik zoek baas’ –app. Het bleek er niet meer te zijn en
we werden doorverwezen naar een andere kattenopvang, die op dit moment geen
plaatsbare katten had en ons ook weer doorverwees, tot we uiteindelijk bij een asiel/pensiontoestand diep in de krochten van Friesland besloten Anna mee naar
huis te nemen.
Nu vind ik Anna eigenlijk een wat moeilijke naam voor een kat.
Meer iets voor een boot.
(Ik heb een kat. Ik heb een hele leuke splinternieuwe kat.
Haar naam is Anna en ze zit hier op de mat.)
Dus we vroegen ons voorzichtig af of het done zou zijn om haar – ze is
tenslotte pas anderhalf – te hernoemen.
Want dat is een van de leuke dingen van een dier nemen. En
van een kind krijgen, for that matter. Dat je een naam mag verzinnen.
Ik heb ook altijd een heleboel namen op voorraad. (‘Als ik
ooit nog een schaap krijg dan noem ik hem Woll-e’ – op die manier.)
Zo heb ik heb Oedi altijd een leuke naam gevonden voor een
kat.
Oedi-poes. Vooral voor de wat complexere kat.
Of Nails. Geinig en tóch chic.
We besloten voorlopig maar tot een compromis: Anna Pushkin.
Roepnaam Pushkin. Afgekort: Poes. (Prima!)
Maar we moeten nog maar zien, hoor.
Ik merk nu al dat ik haar steeds Koetje noem.
Dus wie weet wordt het nog Bertha 3.
Of het blijft toch gewoon Anna.
Hoe dan ook, ze is heel erg lief. Heel.
Ik denk dat ik de mensen ga doodgooien met kattenfilmpjes de
komende tijd.
Edit: Iemand met verstand van zaken attendeerde me erop dat achternamen in Rusland een vrouwelijke vorm kennen. Het zou dan in dit geval dus Anna Pushkina moeten zijn.
Uit te spreken als: Anna Púshkina. (Zoals Anna Karénina.)
Waarvan Akte.
Voorlopig is het voor mij trouwens Koetjepoes.