Ik las een paar dagen geleden ineens dit: Waarom de halve wereld kijkt naar Making a Murderer.
En ik dacht: oké, de halve wereld doet iets en ik hoor er
weer eens niet bij.
Dat gebeurt vaker. En meestal schep ik er met mijn tegendraadse
natuur ook wel een zeker genoegen in, om bij de andere helft te horen.
Maar nu was er toch iets dat me triggerde.
Dus ik ging éventjes kijken. Op Netflix.
Na het eerste halfuur dacht ik nog: Neh. Ik geloof niet dat
ik hier zin in heb.
En daar had ik misschien beter naar kunnen luisteren.
Want ik bleef dus kijken, en nu zit ik gevangen.
Het gaat over Steven Avery, die opgroeit op een
autosloperij in een enigszins asociale setting (‘trailer trash’) en op zijn drieëntwintigste naar de gevangenis moet wegens verkrachting.
Onschuldig, zo blijkt na achttien jaar, wanneer de echte dader gevonden wordt.
Hij komt vrij en pakt zijn leven weer op. Hij besluit een aanklacht in te dienen tegen de sheriff en de officier van justitie, die aantoonbaar grote fouten hebben gemaakt in zijn zaak.
Hij komt vrij en pakt zijn leven weer op. Hij besluit een aanklacht in te dienen tegen de sheriff en de officier van justitie, die aantoonbaar grote fouten hebben gemaakt in zijn zaak.
En dan…. wordt hij beschuldigd van moord.
Meer zeg ik niet. Dit was misschien al wat veel.
Maar het is dus. Echt. Verschrikkelijk.
Ik heb in mijn hele leven nog nooit iets gezien op de
televisie dat zo FRUSTREREND!! is als
dit. (Just what I need in life. Hm.)
We zijn pas in aflevering 4 (van de tien) en ik kán al niet
meer.
Ik trek letterlijk de haren uit mijn kop.
‘Hoe dan, hoe dan toch?!’ schreeuw ik naar het scherm.
En vervolgens doe ik weer heel hard van 'LALALALA', met
mijn vingers in mijn oren.
Ik wil echt dingen naar de tv gooien.
Zo erg is het.
Ik weet gewoon niet wie ik het ergst haat: Kocourek, Vogel,
Colborn, Lenk of die verschrikkelijke roodharige engerd waarvan ik even zijn
naam kwijt ben, oja Kachinski! Zijn grijns wil ik wel van de
beeldbuis afspúgen!
Tussendoor moeten we steeds de tv op pauze zetten, omdat Bo
en Merlijn ook totaal gegrepen zijn (of het eigenlijk pedagogisch
verantwoord is dat ze meekijken weet ik even niet) - maar het af en toe niet meer kunnen volgen.
En logisch ook. Want ik snap er ook geen flikker van!
(En tegelijkertijd ook weer wel, dat maakt het zo
griezelig.)
De boekjes van Piet Polies kunnen met terugwerkende kracht
het haardvuur in.
‘Maar die meneer is
toch een rechter? Die moet toch eerlijk zijn?
‘Waarom doet die politiemeneer
zo gemeen?’
Het is enger dan The walking dead.
Het is de totale omkering van goed en kwaad.
En echt gebeurd dus.
Soort van. (Want het blijft natuurlijk een geregisseerde
documentaire.)
Wat ook niet helpt is dat de familie waar het om draait een gemiddeld IQ heeft van 70.
Ze begrijpen nauwelijks wat hen allemaal overkomt. Ook letterlijk niet. Het is…. zo
ongemakkelijk, allemaal.
(Zoon, 16 jaar, aan de
telefoon vanuit de gevangenis: ‘Er staat in de brief dat er inconsistenties
zitten in mijn verklaring. Maar ik weet niet wat inconsistenties zijn.’ Moeder:
‘Nee, dat weet ik ook niet. Ik hou van je, jongen, hou je taai hè.’)
Aan het eind van aflevering 3 dacht ik werkelijk dat ik
gek werd.
Echt, het had geen kwaad gekund als ik even in een zakje was
gaan blazen.
Ik kon niet op de bank blijven zitten. Ik stond op
het kleed te springen en tegen de tv te schreeuwen. (En of dát pedagogisch verantwoord
is weet ik ook even niet.)
Maar om u dus de kans op zo’n opwinding niet te onthouden – en stiekem onder het mom van ‘gedeelde frustratie is halve frustratie’ – is hier dus
mijn tip:
Making a Murderer (klik = trailer)
Gaat dat zien.
(Oh. Ik zie nu dat Arjen Lubach het er ook over had in DWDD, vanavond. Nouja, we zijn het geloof ik wel aardig eens.)