En dan was er dus nog de kat . De kat met het kokertje – dat ik na een paar dagen natuurlijk toch maar heb opengemaakt. Op het briefje stond een naam: Lotje. En een telefoonnummer en een adres. Het bleek te gaan om de straat hierachter. Ze woont hier vlakbij, zoals we al vermoedden. Ik stuurde een berichtje naar het telefoonnummer. Hallo, uw kat Lotje is de laatste tijd heel veel bij ons. Dat vinden we heel gezellig, hoor, dus no problem, maar dan weet u waar ze uithangt. En ondertekende met mijn naam en adres. Ik kreeg vrijwel onmiddellijk antwoord. Fijn om te horen, ze is inderdaad geregeld op pad. Graag niet voeren, ze krijgt thuis meer dan genoeg. Nou, dat leek me een prima deal. Iets met lusten en lasten; gezellig af en toe een kat om mee te knuffelen en te kletsen, maar geen kattenvoer op het boodschappenlijstje. En intussen moesten we dan maar wel proberen om met z’n allen iets minder stukjes kaas op de grond te laten vallen. Omdat we krampachtig blijven gel...