‘Jij rationeel?’ zei mijn vriendin E. ‘Hahahahaha.’
‘Ehm.’ zei ik. ‘Ja, toch?’Ik heb een redelijk sceptische, zelfs cynische kijk op de wereld, dacht ik.
En ben best wel wars van melodrama en gewauwel en zweverig gedoe.
‘Hahaha.’ lachte E. nog eens wat.
‘Nee, sorry. Je bent wel cerebraal, je kunt logisch redeneren en dingen goed verwoorden. Maar dat moet je niet verwarren met ratio. Je bent echt niet rationeel.’
Oh.
E. moet u weten, is iemand wiens oordeel ik doorgaans nogal vertrouw en hoog acht.
Dus ik was even in de war.
‘Echt niet?’
‘Nee. Met je kosmos. En je karma.’
Waarschijnlijk heeft ze gelijk.
Ben ik helemaal niet rationeel.
Is het alleen een houding die ik aanneem ten opzichte van mezelf, om niet te verzuipen in alle emotionele chaos.
En ik geloof inderdaad stiekem in karma.
Niet dat ik daarbij dan een of andere hogere entiteit in gedachten heb, die vanaf een wolk punten uitdeelt, maar gewoon. Iets met energie. Als je lieve energie de ether in slingert, dat je dat dan terugkrijgt. Ofzoiets.
Na gisteren weet ik het eigenlijk niet meer zo goed.
Afgelopen vrijdag had ik een portemonnee op straat gevonden en was vervolgens de halve ochtend bezig met het opsporen van de eigenaar. (Gevonden voorwerpen naar het politiebureau brengen kan niet meer, tegenwoordig.)
Het lukte en het leverde me naast de evidente karmapunten ook nog eens 20 euro vindersloon op, die ik voor de zekerheid de volgende dag gebruikte om mijn vriendinnen en hun kinderen te trakteren op koffie en fristi.
Mij zou voorlopig niets gebeuren.
Maar gisteren fietste ik door een rood stoplicht.
Iets wat ik nooit doe.
Niet omdat ik zo braaf ben, of niet heus zelf wel kan inschatten wanneer ik veilig kan oversteken, maar omdat ik kinderen heb. Die ik moet leren voorzichtig te zijn en zich in het verkeer te gedragen als verantwoordelijke weggebruikers. (Totdat ze niet meer zo braaf zijn en 'heus zelf wel kunnen inschatten wanneer ze veilig kunnen oversteken', etc.)
Ik fiets dus sinds ik kinderen heb nooit meer door rood, ook niet – opdat ik me niet kan vergissen – als ze er niet bij zijn.
Hoewel, nu dan toch.
Per ongeluk.
Ik verwachtte dat het groen zou worden en begon alvast te fietsen. Toen ik mijn fout bemerkte was ik al halverwege de straat en fietste toen maar door.
Tsja. Foutje. Maar niet erg, want al het verkeer stond verder nog stil. Niets aan de hand, kortom.
Of toch.
Honderd meter verderop werd ik staande gehouden door de politie.
Neenee, dacht ik.
Neeneeneeneeneenee!
(Hallo? Karma?)
Ik begon te ratelen.
Over hoe ik echt nóóit door rood fiets maar nu per ongeluk dan toch maar dat het echt per óngeluk...
‘U krijgt een bekeuring van 90 euro. Wilt u nog een verklaring afleggen?’
Het bloed steeg naar mijn hoofd.
Négentig fokking euro!?
‘Wat een rotbaan heb jij,’ zei ik.
‘Nee hoor, mevrouw, helemaal niet.'
‘Nou, ik vind het maar gemeen. Een beetje zomaar 90 euro afpakken van onschuldige per ongeluk door het rood fietsende mensen. Ga toch boeven vangen, joh.’
Dat laatste zei ik natuurlijk niet.
Want dat is stom om te zeggen.
Maar ik wou het eigenlijk wel.
‘Het is voor uw eigen veiligheid, mevrouw.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Ik snap het. Nu ik weet dat het 90 euro kost, zal ik nooit meer per ongeluk door het rood fietsen.’
Als ik boos ben heb ik de neiging om nogal vervelend te worden. Dus ik deed er nog maar een schepje bovenop: Misschien dat het toch ook een klein beetje was om de politiekas te spekken?
Nee, hoe ik daar nou bij kwam.
‘Dus dan mag ik in dat geval ook die 90 euro aan een zwerver geven? Dan loop je even met me mee, dan ga ik pinnen en dan geven we samen 90 euro aan de verkoper van de straatkrant. Dan heb ik toch mijn straf gehad en maken we meteen iemand blij.’
Ik hoorde de karma-kassa alweer rinkelen, onverbeterlijk als ik ben.
Hij vond het niet leuk.
Maar ik ook niet!
Ik moest bijna huilen.
Heel rationeel.