Doorgaan naar hoofdcontent

Het nieuwe jaar beginnen met een dood paard is nooit grappig

Terwijl ik hier wat aan het afzien ben op Curaçao, in een heel naar en ellendig huis met zwembad aan zee, moet ik toch nog even wat vertellen over Oud&Nieuw.

Het was namelijk een van de raarste jaarwisselingen die ik ooit meemaakte.
De raarste, wilde ik eerst schrijven, maar dat is niet waar, want dertien jaar geleden werd in de betreffende feestnacht mijn dochter geboren, en dat was ook best apart.
Maar desalniettemin, het was raar.
En niet per se leuk.
Maar wel onvergetelijk.

We waren traditiegetrouw in Diever, bij onze lieve vrienden in hun fantastische huis aan de rand van het bos. Er waren nog wat mensen, waarmee ons gezelschap uit 7 volwassenen en 13 kinderen bestond. Dit is overigens niet relevant voor het verhaal, maar het schept even een kader.

Om een uur of 9 ‘s avonds gingen we met z’n allen naar buiten, om alvast wat sterretjes en klein vuurwerk af te steken. Een uur later ging een groot deel – met name de kleinere kinderen – weer naar binnen, om warm te worden bij de kachel en spelletjes te doen.
Een paar mensen bleven buiten, onder wie ik.
We hadden een vuurkorf op het erf gezet en een driezitsbank uit de schuur gesleept en zaten heerlijk te praten bij het vuur, onder een dekentje, in ons coconnetje aan het einde van de wereld.

En toen.
Gebeurde er iets.
Het licht ging aan, aan de overkant van de weg. 
Véél licht; het was de rijbakverlichting van het ernaast gelegen paardenpension.
Alsof we ineens op de tribune van een voetbalstadion zaten; heel surreëel.

Er klonken paniekerige stemmen en toen kwamen er mensen naar buiten met twee paarden.
Even nog dachten we dat ze gewoon wat onrustig waren geworden van het geknal in de omgeving en daarom uit de stal waren gehaald, maar al snel bleek dat een van de paarden koliek had; het andere paard was slechts mee ter geruststelling.
Koliek, bij een paard, is meestal niet zo'n goed ding. Dat wordt nogal eens veroorzaakt door een slag in de darm en dan betekent het vaak: einde oefening.
(Ik weet een beetje van paarden. Vanuit mijn jeugd. Nja.)
Het enige dat nog wel eens wil helpen is lopen, het dier in beweging houden, in de hoop dat de darm zich daardoor op de een of andere manier weer ontvouwt.

Daar zaten we dus plotseling, bij het vuur, op de bank, onder ons dekentje, naar de doodstrijd van een paard te kijken. Als ramptoeristen tegen wil en dank.
Het was echt afschuwelijk.
De pijn van dat paard.
Dat steeds door zijn benen wilde zakken om te gaan liggen, wat de mensen dan dus probeerden te voorkomen, tevergeefs, waarna men met man en macht probeerde het dier weer omhoog te krijgen, wat dan lukte, waarna het paard opnieuw wilde gaan liggen, etc, etc.

Het was niet om aan te zien.
Maar toch blijven kijken, hè.
En intussen van de zenuwen maar stomme grappen maken. Want dat soort mensen zijn we; situaties kunnen niet zo erg zijn of we kunnen er wel de slappe lach van krijgen.

Een bizarre bijkomstigheid was dat er constant wensballonnen overvlogen.
Die waren zeker in de aanbieding geweest bij de plaatselijke Hubo.
'Misschien dat iemand even kan gaan wensen dat dit paard het redt?' opperden we zo wat tegen elkaar. Maar het leek er meer op dat de mensen die de ballonnen oplieten collectief de wens ‘dood aan de paarden’ hadden uitgesproken. Want het schouwspel werd almaar akeliger.

En toen was het ineens 12 uur.
En was onze dochter jarig.
En wensten we elkaar allemaal een gelukkig nieuwjaar.
Maar de sfeer bleef nogal bedrukt.

Om tien over twaalf zagen we hoe de veearts het paard uit zijn gruwelijke lijden verloste.
Het was in zekere zin een opluchting, maar ook nogal cru. In zo’n vers jaar.
En het is meteen ook zo véél, hè, wat er dan sterft. Zo’n heel paard.
Er werd een deken overheen gegooid en de mensen die zo hard hadden gevochten om het dier te redden, liepen naar binnen, verslagen, de hoofden gebogen, een waarachtige rouwstoet.

De voorstelling was afgelopen.
Maar het toneellicht bleef aan.
Zodat we nog een tijdje naar een soort Edward Hopper schilderij zaten te kijken, als luguber decor van het drama dat zich er zojuist had afgespeeld.






‘Jeetje man, een dood paard.’ 
‘Ja.’ 
(.....)
‘Moet je niet aan gaan trekken, hè.’ 
‘Nee.’ 
(.....)