Doorgaan naar hoofdcontent

Een dagje naar de Efteling


Met de zorgvuldig bij elkaar gespaarde stickertjes van de Albert Heijn, kochten we onszelf in het voorjaar een verjaardagscadeau voor onze jongste dochter, in de vorm van vijf entreekaartjes voor de Efteling.

Want dat moest er maar eens van komen.

De arme kinderen – de oudste is al bijna veertien – waren nog nooit in een pretpark geweest – op een verlaten variant na, en een enkele groot uitgevallen speeltuin.
Dat komt voornamelijk omdat hun moeder, dat ben ik dus, een grote afkeer heeft van pretparken, dierentuinen, dinnershows en andere kermissen. Vanuit iets dat het midden houdt tussen snobbiness en een oprechte angst voor mensenmassa’s (tenzij een mensenmassa enigszins stilstaat en homogeen in één richting naar een podium kijkt).

Maar de kosmos was me weer eens goed gezind: er bleek een dag in juni te zijn, waarop door een toevallige samenloop van ‘studiedagen’, alle drie de kinderen niet naar school hoefden en Henk dankzij aardige collega’s en door wat lessen te verschuiven, zichzelf ook vrij kon maken.
Goed geregeld, leek me: de Efteling bijna alleen voor onszelf, met nauwelijks andere kinderen – het was tenslotte een normale schooldag – geen wachtrijen, geen mensen voor onze voeten! Mij zit ook altijd alles mee!


Maar helaas, dit keer toch niet.
Het begon ermee dat ik heel hard met mijn knie op een ijzeren richeltje viel in mijn werkkamer. Nadat ik eerst tien minuten had liggen gillen van de pijn dacht ik: Ojee, als we nou over drie dagen maar naar de Efteling kunnen.
De volgende dag werd Loïs ziek. Met hoge koorts. ‘Ojee, dacht ik, als we nou overmorgen maar naar de Efteling kunnen.
De dag erna viel Bo tijdens haar circustraining van heel hoog op haar rug en werd met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Het viel allemaal mee, maar daar in de wachtkamer dacht ik: We gaan geloof ik morgen maar niet naar de Efteling.
Three strikes, out.

En toen werd het zomervakantie en dan zijn pretparken natuurlijk no go area en daarna bleef het er zo’n beetje bij. Maar nu werd het dus herfstvakantie en was het: nu of nooit. Want de kaartjes waren geldig tot 1 november en om nou gewoon niet te gaan was ook weer zonde en bovendien had Loïs nog steeds haar verjaardagscadeau niet verzilverd.

Dus hop. Niet zeuren.

Het idee was dat we eerst (nouja, éérst; na drieënhalf uur in de auto) door het sprookjesbos zouden wandelen – leuk voor Loïs en voor mij, uit nostalgie naar die keer in 1977, toen ik er was als kind en de hele Efteling nog uitsluitend uit het sprookjesbos bestond.

‘Kijk Loïs, daar is het kasteel van Doornroosje!’
Ze rende er naartoe en keek door het raam.
'Leuk hè,' zei ik.
'Ja,' zei ze. En ik voelde haar teleurstelling. Dezelfde teleurstelling die ik – dat wist ik ineens weer – had gevoeld in 1977.
Daar lag een pop op een bed. 
Het was Doornroosje helemaal niet echt!

Gelukkig is het inmiddels 2015.
‘Ik wil in de achtbaan,’ riep ze.
Haha.
Dus togen we vrolijk naar het gedeelte van het park met de veelzeggende naam ‘ruigrijk’ (maar wie vertel ik dat eigenlijk, want dat wéét u natuurlijk allemaal, wie is er nou nog nooit in de Efteling geweest?), onderweg nog even een obligatoire blik werpend op langnek.



We gingen in de Python. Met z’n allen.
Want dat mocht, kijk maar:




Het was eng en ook best gaaf.
Maar toen ik goed en wel was uitgestapt voelde ik een stekende pijn achter mijn linkeroog. Een beetje alsof ik elk moment een hersenbloeding kon krijgen. Ik ben overigens geen hypochonder, hoor, maar ik durfde toch maar niet meer in de Baron.
Want het leek me zo slordig om dood neer te vallen in een pretpark.
En nógal traumatisch ook, voor de kinderen.
En dat ze dat bizarre verhaal dan de rest van hun leven moeten vertellen: ‘Nou, mijn moeder, die…’. ‘Ja echt, in de Efteling.’ 
Nja.


Dus daarom namen we alleen nog de andere achtbanen, zonder loopings en kurkentrekkers.
Waar het overigens niet veel beter van werd.
Maar hee: ook niet per se slechter.
Dus zo zat ik aan het eind van de dag moe en met nog steeds hoofdpijn, maar uiterst voldaan in de auto terug naar Groningen.
Ik was een moeder die met haar kinderen naar een pretpark is geweest.



O ja, ik heb ook nog wat leuke actieplaatjes.
Dat is een alleraardigste service van de Efteling: Na de rit wordt op een beeldscherm je foto vertoond en die mag je dan kopen voor 9,99 fotograferen met je eigen telefoon!