Doorgaan naar hoofdcontent

Over een camper, een stommiteit en een dochter met humor




Ik deed weer eens iets doms.
Twee maanden geleden al, maar ik had nog geen zin om erover te vertellen, omdat ik hardnekkig in de ontkenning zat.
Inmiddels is het zo goed als opgelost, dus nu dan toch maar. Geen leuker vermaak dan leedvermaak, tenslotte.


Ik had een camper geleend, om mee naar een festival in een bos in Drenthe te rijden. De camper was niet voor mijzelf, maar voor hem en haar en hun kleine baby'tje.

(Zelf sliep ik in een mini-tentje ernaast. En de laatste twee nachten in onze eigen Volvo, toen mijn gezin zich bij me had gevoegd. Wat eigenlijk ook een fantastische kampeerwagen is, zo'n Volvo. Waarin gewoon twee matjes in de volle lengte naast elkaar kunnen liggen, als je de achterbank plat legt. Maar dit terzijde.)

Ik verbleef dus niet in de camper, maar mocht er wel in rijden! En dat is leuk, joh!
Zo'n rijdend huisje, met een keukentje en een bed, staat garant voor een instant vakantiegevoel.

Er was me natuurlijk van alles uitgelegd. Over de elektra, de werking van het kraantje, hoe het dak omhoog moest, het bed uitgeklapt, enzovoort. En ik had heel goed opgelet; het was namelijk hartstikke lief dat ik die camper zomaar mocht lenen, ik wilde er heel voorzichtig mee zijn.
En het ging ook allemaal heel goed!

Tot op de terugweg.
Toen we stopten om te tanken.

Context-informatie: Ik was erg blij en gelukkig en nog behoorlijk onder de indruk en in de ban van een geweldig leuk en mooi festival. Ik zweefde, zogezegd.

Ik zweefde dus naar buiten, draaide de tankdop open, stak het dieselpistool naar binnen en kneep erin.
Gek.
Er gebeurde niets; de meter ging niet lopen.
Dus ik kneep nog maar eens.
Niets.

Toen viel mijn oog op nóg een tankdop.
Kut, dacht ik.
En kwam met een klap terug op aarde.
Snel herstelde ik mijn fout, schroefde de juiste dop open en terwijl bij het tanken nu wél de meter ging lopen, dacht ik koortsachtig na.
Dan was die andere vast van het water.
Ja, ik wist het weer. De grijze dop, die was van de watertank.

Paniek en ontkenning vochten om voorrang.
Het is vast niet zo erg, hield ik mezelf rustig. Er is vast niets in het water terechtgekomen. Of in elk geval niet meer dan een klein beetje; het tanken lukte immers niet.
Maar tegelijkertijd snapte ik natuurlijk heus wel dat, ook al ging het maar om één druppel, het hartstikke mis was. Want diesel, dat is vreselijk vies vettig rotspul.
Ruikt ook nogal sterk.
Wil je niet in je drinkwater.

(Zeg nou zelf, het ís toch ook ingewikkeld!)

De ontkenning won. Nipt, maar desalniettemin. Ik weigerde gewoon om het mooie festival te laten bezoedelen!
Ik zou dat varkentje gewoon even wassen. Gewoon even door de zure appel heen bijten; bij het retourneren van de camper eerlijk opbiechten wat er is gebeurd, beloven dat het goed komt en het dan gewoon even oplossen.

Oplossen begint tegenwoordig bij Google.
(En je vindt er nog gratis troost ook! Want als je ziet dat er discussieplatforms bestaan met titels als: 'Diesel in de watertank van de camper. Wat nu?' dan weet je dat je niet de enige sukkel bent.)
Ik leerde dat er meerdere remedies waren, te weten:
- Iets heel duurs, dat volgens de gebruikersrecensies heel goed werkte;
- Iets veel goedkopers, dat volgens de gebruikersrecensies ook heel goed werkte;
- Steradent.

Ik voelde onmiddellijk voor de Steradent (zoals een wijs mens ooit zei: 'De beste oplossingen voor een probleem binnen een bepaald vakgebied zijn vaak te vinden in een ander vakgebied,') maar besloot in overleg met de eigenaar van de camper eerst de officiële (niet zo dure) watertankreiniger te proberen.
Ik bestelde een flesje, dat na een paar dagen werd bezorgd, en in het eerstvolgende weekend haalde ik de camper op en gingen we voortvarend aan de slag. (We, ja. Want Henk ging me vanzelfsprekend helpen. In voor- en tegenspoed, hè. In gemeenschap van goederen én stommiteiten.)

Het procédé was simpel. Gewoon het flesje leeggieten in een driekwart gevulde watertank en dan een eindje gaan rijden. Beetje veel remmen en optrekken en scherpe bochten maken en voilà: alles brandschoon. Like magic.

Ik had zo mijn twijfels.
Want terwijl we de tank hadden laten leeglopen op de stoep voor ons huis, waren we erachter gekomen dat er misschien toch een beetje méér diesel in het water zat dan die ene druppel waarop ik had gehoopt.
Maar, wie weet.

We gingen dus een eindje rijden, Bo en ik.
Eerst vijf rondjes rond de rotonde (ik kon de neiging onderdrukken om daarna nog vijf rondjes in de andere richting te rijden) en toen de stad uit.
En ook al had ik een hard hoofd in de effectiviteit van de expeditie, het was opnieuw leuk om met de camper op pad te zijn. We waren weer even op vakantie, ditmaal in het Groninger Ommeland. Met een heel nostalgisch cassettebandje van Van Dik Hout in de autoradio.


Hierna werd het trouwens allengs minder.
Na een paar uur kwamen we terug en lieten – immer nog hopend op een wonder – de tank leeglopen.
Helaas: we tapten nog steeds dieselwater.
Optimistisch besloten we nog dat alles heus goed zou komen als we gewoon nog een paar keer de tank zouden doorspoelen en toen …… deed ineens het kraantje het niet meer.
De pomp had het begeven.
Natuurlijk.
Zo gaan die dingen.
De moed zonk me in de schoenen.

Ik keek naar die camper, die al de hele dag op de stoep stond, naar de tuinslang door het huis naar de kraan in de keuken… alles was nat en stonk naar diesel…. en na een hele dag klooien was alles alleen maar erger geworden. (En ik had eerlijk gezegd ook nog een beetje een kater, want het was de dag na het verjaardagsfeest van Henk.)

Net toen ik overwoog om een zenuwinzinking te krijgen, redde Bo het moment met de opmerking: 'Misschien moeten we Petrus Campersingel veranderen in Petrus Campersingel.'

Haha.

Als je een dochter hebt met humor, dan hoef je nooit ergens bang voor te zijn.
Dus ik herpakte mezelf en we gaven niet op.
We (we = Henk) demonteerden de watertank om het project rustig voort te zetten in de badkamer. Waar we uiteindelijk de diesellucht bedwongen met… Steradent.


(Het is best grappig, trouwens, 30 buisjes Steradent kopen bij de supermarkt. En dat de kassière dan gewoon, met een stalen gezicht, 30 keer bliep doet. Zonder iets te vragen.)






Eergisteren haalde ik de camper weer op en plaatsten we de tank terug.
Nu alleen nog even een nieuw pompje bestellen en klaar.
Hèhè.
Pff.


(Misschien hadden we Loïs meteen vanaf het begin de leiding moeten geven.)

Je zou denken dat ik inmiddels geen camper meer kan zien.
Maar integendeel, ik wil nu eigenlijk zelf een camper.
Ik woon niet voor niets aan de Petrus Campersingel.
En ik weet ook al in welk gat de diesel moet.