
Maar omdat het om de een of andere reden (te veel tegenstrijdigheden? slaaptekort?) niet lukt er een consistent ende samenhangend verslag van te schrijven, geef ik u gewoon even de feiten en bijbehorende overpeinzingen op een rijtje.
- Ik zat vannacht tot redelijk laat in de kroeg om te drinken op een geslaagde Kerstmusical.
- Om kwart voor zeven vanmorgen stond Henk naast mijn bed met een kop koffie en de woorden: ‘Ik ga nu naar de trein, ben je wakker? En. Oja. Er ligt sneeuw. Veel.’
- Kwart voor zeven voelt soms écht als midden in de nacht.
- Met mijn halfslapende hoofd dacht ik koortsachtig na wat ik de kinderen allemaal aan zou kunnen laten trekken: waar bewaarde ik eigenlijk de handschoenen? De mutsen? Hadden ze eigenlijk nog snowboots? En zouden die nog passen?
- Gelukkig had ik van de buurvrouw een skipak gekregen voor Loïs, afgelopen zomer.
- Gelukkig had de buurvrouw gisteravond nog even gebeld om mij daaraan te herinneren.
- (Mensen om je heen verzamelen die het leuk vinden om je te helpen bij het dagelijks leven, is ook een vorm van zelfredzaamheid.)
- Ik stond om kwart voor acht buiten.
- Met 3 kinderen in vol ornaat.
- Door 30 centimeter sneeuw ploegen met de fiets leek me niet zo'n goed idee, dus gingen we lopen.
- We namen de slee mee voor Loïs.
- De school van Merlijn bleek nog dicht toen we er aankwamen; we waren te vroeg.
- Dat is nog nooit eerder gebeurd.
- Dat zal ook nooit meer gebeuren.
- We ploeterden verder door de sneeuw naar de school van Bo.
- Bo vond het erg leuk in de sneeuw.
- Merlijn vond het erg leuk in de sneeuw.
- Loïs vond het erg leuk in de sneeuw.
- We zijn Loïs onderweg vierentwintig keer verloren.
- Loïs vond het erg leuk in de sneeuw.
- De school van Bo ging net open: we waren de eersten.
- Dat is nog nooit gebeurd.
- Dat zal ook nooit meer gebeuren.
- We liepen terug naar de school van Merlijn waar ik de conciërge de slappe lach bezorgde, door op zijn vraag: ‘Mooie slee, maar waar is het rendier?’ te antwoorden: ‘Ik ben het rendier.’
- Dat was eigenlijk helemaal niet zo grappig, maar dat vond de conciërge dus wel.
- Nadat we Merlijn naar zijn klas hadden gebracht gingen we naar huis.
- Loïs wou niet meer op de slee.
- Voor vanmiddag, als we de kinderen weer moeten ophalen, zal ik dus iets moeten verzinnen met een touw.






Edit 17:06. Niks touw, ik kreeg een veel beter plan! Ik knoopte een fietsstoeltje, dat toch maar in de schuur op een plank stond, op de slee!