Het was zo’n tweeëneenhalf jaar geleden dat het kassameisje van de Etos ineens aan mij vroeg toen ik wilde afrekenen: ‘Heeft u alles kunnen vinden?’ Ik gok dat ik toen iets heb geantwoord als: ‘Ja hoor.’ En misschien dacht ik: goh, wat vriendelijk. Maar heel gek: de daaropvolgende keren dat ik bij de Etos was, gebeurde het opnieuw. Verschillende caissières, hetzelfde zinnetje. Ik besefte: dat moeten ze tegenwoordig zeggen, van de marketingafdeling. Omdat ik me van dit soort dingen altijd wat ongemakkelijk ga voelen – ik weet niet precies waarom, ik denk dat het een vorm van plaatsvervangende schaamte is – probeerde ik het voor mezelf maar een beetje leuk te maken, door er telkens anders op te reageren. Om de kassameisjes een beetje te 'fucken'. Door verwarring te zaaien. (Ik schep een verontrustend genoegen in verwarring zaaien.) ‘Heeft u alles kunnen vinden?’ ‘Ja, álles.’ (Met een knikje naar het eenzame doosje paracetamol voor me op de toonbank.) ‘Heeft u...