Doorgaan naar hoofdcontent

Her Royal Catness

En dan was er dus nog de kat.

De kat met het kokertje – dat ik na een paar dagen natuurlijk toch maar heb opengemaakt.

Op het briefje stond een naam: Lotje. En een telefoonnummer en een adres.
Het bleek te gaan om de straat hierachter. Ze woont hier vlakbij, zoals we al vermoedden.

Ik stuurde een berichtje naar het telefoonnummer. Hallo, uw kat Lotje is de laatste tijd heel veel bij ons. Dat vinden we heel gezellig, hoor, dus no problem, maar dan weet u waar ze uithangt.
En ondertekende met mijn naam en adres.

Ik kreeg vrijwel onmiddellijk antwoord.
Fijn om te horen, ze is inderdaad geregeld op pad. Graag niet voeren, ze krijgt thuis meer dan genoeg.

Nou, dat leek me een prima deal.
Iets met lusten en lasten; gezellig af en toe een kat om mee te knuffelen en te kletsen, maar geen kattenvoer op het boodschappenlijstje.
En intussen moesten we dan maar wel proberen om met z’n allen iets minder stukjes kaas op de grond te laten vallen.


Omdat we krampachtig blijven geloven dat het zomer is en dus regelmatig de deur naar de tuin openzetten, komt Lotje (zoals we haar nu maar noemen, naast 'Poez' en ‘Her Royal Catness’) steeds vaker ook echt binnen.
Ze neemt gewoon haar intrek in ons gezin.
We staan erbij en kijken ernaar.
Ze heeft een lievelingsplekje gevonden op de bank in de geluidsstudio boven, en toen ik op de ochtend van mijn verjaardag cadeautjes uitpakte zat ze óók op het bed, en speelde met de proppen inpakpapier.

’s Avonds zetten we haar uiteraard buiten.
Maar steeds vaker vinden we haar de volgende ochtend op de stoel onder het afdakje bij de keukendeur.
De laatste tijd leek ze er wel continu te zijn.
Ze zou toch nog wel naar huis gaan om te eten? Zouden haar baasjes haar niet missen?

Ah kijk, daar kwam al een berichtje.
Lotje is al drie dagen niet thuis geweest, is ze misschien weer bij jullie? We maken ons een beetje zorgen…

Ik typte terug: Ze is inderdaad veel hier. Ik weet ook niet waarom. We geven haar geen eten. (Ik vermeldde maar even niet dat ze op mijn verjaardag, in een onbewaakt ogenblik – we moeten nog wat groeien in het kattenpleegouderschap – de brie en de roomkaas heeft opgegeten en een stuk cheesecake). Ze slaapt op een stoel onder ons afdak. Ik snap dat jullie haar missen. Wat te doen?

Het baasje was opgelucht dat er niet iets ergs met haar kat was gebeurd, maar zag tevens het probleem en ging erover nadenken.

Wij denken er ook over na.
Hadden we haar moeten wegjagen? Was dat the right thing to do geweest?
Moeten we haar alsnog wegjagen?
Maar dat kán helemaal niet meer, want we zijn al vrienden!
Ook al is het dan maar een ontrouw loedertje.

Ik probeerde het me voor te stellen hoe het zou zijn als het andersom was en omdat ik geen kat heb, verplaatste ik het voor het gemak maar even naar mijn kinderen.
Ik stelde me voor dat Merlijn steeds vaker en langer op pad zou zijn en uiteindelijk helemaal niet meer thuis zou komen. En dat we dan een sms kregen:

Jullie zoon hè, die is steeds hier. Hij vindt het hier blijkbaar leuker. Sorry! Ik weet ook niet wat ik eraan moet doen. Wij vinden hem lief, dus het is prima dat hij hier is. Gezellig zelfs! We geven hem geen eten, daarvoor moet ie maar naar jullie, maar er valt natuurlijk wel eens wat van het aanrecht. 

Hm.
Beetje dubieus, wel.
Haha.

Maar ja!

Toen ik op Facebook een foto postte met de bijpassende tekst: ‘het is niet mijn kat, maar ze zit intussen wel op mijn toetsenbord,’ was een van de reacties:

Jij bent wel haar mens. En daar heb je niets over te zeggen.



Wordt vervolgd.