Doorgaan naar hoofdcontent

Ik geef het meteen toe; ik heb graag gelijk.

Nee, dit wordt niet het zoveelste betweterige, pedanterige taallesje.

Ik voel alleen de sterke drang om even in de bres te springen voor een woord, dat op de lijst met vergeten woorden dreigt te belanden.
Ik heb het over: Meteen.
Met de betekenis: onmiddellijk, stante pede, op dit moment, subiet, ogenblikkelijk, dadelijk, direct.

Nu zegt u misschien: ‘Nah, hoezo? Meteen? Dat woord gebruik ik heel vaak, hoor.’
En dat wil ik dan best geloven, maar grote kans dat het toch niet waar is.


Ik hoorde het al een tijdje, maar tegenwoordig steeds vaker (en vaker):

‘Ik zal het gelijk even doen!’ 
‘Okee, de vijftiende om tien uur, ik zet het gelijk in mijn agenda.’ 
‘Het was zo glad vanmorgen, ik stapte naar buiten en ging gelijk op m’n bek.’

Dan denk ik altijd: wat nou gelijk?
Gelijk met wat?
Gelijk aan wat?


Even opzoeken in de Van Dale.




Gelijk heeft een heleboel betekenissen, maar geen daarvan is: onmiddellijk, stante pede, op dit moment, subiet, ogenblikkelijk, dadelijk of direct.

Voor gelijk heb je namelijk minstens twee dingen nodig. Die gelijk kunnen zijn.
(Behalve misschien voor gelijk in de betekenis van ‘gelijk hebben’, maar zelfs daar: iemand heeft immers gelijk als zijn mening samenvalt met de waarheid; ook twee dingen.)

Als je zegt: ‘Ik zal het gelijk even doen,’ dan slaat dat dus nergens op.
Want: gelijk met wat? Gelijk met…nu? Ofzo? 

Gelijk is geen synoniem van meteen!
Gewoon niet!

Hoewel synoniemenwoordenboeken het al wel vermelden. Tsja. En de Van Dale waarschijnlijk binnenkort ook.
Want zo gaat dat: iets sluipt de taal binnen, of dat nou een nieuw woord is of in dit geval een foutief gebruik van een bestaand woord, het slaat z’n tengels uit en gaat exponentieel groeien.
Er drijven een paar leliebladeren op het water en als je een paar dagen niet hebt gekeken ligt ineens de hele vijver vol.
Je houdt het niet tegen.

Ik snap alleen niet waaróm.
Gelijk, dat is namelijk best een lelijk woord.
Met zo’n ggg aan het begin.
En dan zo’n lelijke ij en dan kk op het eind. Kk!
Een woord dat je liever niet zou willen gebruiken, tenzij het echt moet.

En kijk dan eens naar meteen.
Dat is een fijn, zacht woord.
Het begint al met een lieve m. (De m is van mama. En de beginletter van de meeste voornamen in Nederland. Misschien zelfs van de wereld, dat weet ik niet zeker, maar het zou best kunnen, met alle Maria’s en Mohammeds.)

De vraag is: Waarom zijn we collectief een prima woord, dat heel goed zegt wat het zegt, langzamerhand aan het verruilen voor een lelijk woord, dat strikt gezien niet eens hetzelfde betekent?

Ik snap dat niet.

Ik zou het leuk vinden als we het proces nog een beetje konden vertragen. Dat iedereen, wanneer hij zichzelf gelijk (ggg kk!) hoort zeggen, even nadenkt of hij in dit geval niet liever meteen had gezegd?

En als u het niet voor mij wilt doen, dan toch: om een woord te redden.


En zo werd het toch een pedanterig, betweterig taallesje.