Doorgaan naar hoofdcontent

Berlijn


Ik was al eens eerder in Berlijn. Twee keer. De laatste keer was in 1989, een paar maanden voor de muur viel.
Ik kende Berlijn dus nog niet zoals het tegenwoordig is, behalve uit verhalen.
Ook Henk was nooit na 'die Wende' in Berlijn geweest. Het Berlijn dat wij wisten konden we dus niet aan de kinderen laten zien.

Wat zouden we eigenlijk gaan doen? De Reichstag bekijken? De Brandenburger Tor? Checkpoint Charlie? De Kurfürstendamm?
Nja..wellicht?
We hadden niet echt een plan.

Nou bleek het zomaar (nou ja, zomaar... ik heb een deal met de kosmos, weet u wel?) heel erg mooi weer te zijn – om niet te zeggen warm – dus de eerste dag besloten we dat we eerst maar eens dat Badeschiff moesten bezoeken waarover ik had gelezen; een zwembad, gemaakt als kunstproject, drijvend in de rivier de Spree.
Het bleek nog leuker dan ik dacht. Het zwembad is op het terrein van de Arena, (een multifunctionele concert/feest/kunstlocatie), met een strand en een bar, mooi en schoon en tegelijk heel hip en vrij en cultureel verantwoord, ik merk dat ik niet echt de woorden heb om het te omschrijven, maar we voelden ons er onmiddellijk thuis!


En toen besloten we dat we gewoon 'toller Orte' gingen opzoeken en van het mooie weer genieten. Niet perse naar de geijkte bezienswaardigheden. De Reichtstag en de Brandenburger Tor hadden we bovendien al gezien, vanuit de bus die ons met onze bagage van het station naar het airbnb-appartement bracht. (In Schöneberg, dat een heel mooie, relaxed-bruisende wijk blijkt te zijn, met heel veel jonge mensen, met kinderen en honden en speeltuinen.)

Reichtstag vanuit de bus, check!
Brandenburger Tor vanuit de bus, check!
ontbijt met Asian noodles
diva in bed

Op de derde avond zag ik ineens een foto van een Facebookvriend, waarop hij met zijn vriendinnetje poseerde tegen een liggende T-rex met op de achtergrond een reuzenrad.
De tekst erbij luidde zoiets als: 'Het waren mooie dagen in Berlijn.'
En ik dacht: huh? Waar is dat reuzenrad?
Dus dat vroeg ik toen maar even. En kwam erachter dat het een verlaten pretpark was, aan de rand van Berlijn, helemaal in het Oosten. Waar je stiekem binnen kon komen, door over het hek te klimmen. 
Waah!

Het pretpark, genaamd SpreePark, was sinds de opening in 1969 het enige pretpark in de DDR.
In 2001 ging het failliet en sindsdien is het een soort spookpark. Met nog bijna alle attracties intact, maar overwoekerd en in onbruik.
Het reuzenrad draait af en toe nog, door de wind.

Het was ZO GAAF.

Ik zeg altijd: geen beter pretpark dan een dood pretpark.



Overigens hingen we ook gewoon de toerist uit, hoor. (Zij het dan niet gehinderd door enige diepgaande voorkennis. Zo hadden we bijvoorbeeld geen idee voor welke fontein mijn man en kinderen hier poseerden. ‘Trevi-fontein, check!’ riep Henk. Haha)

(Henk maakt hier trouwens geen Hitlergroet, maar wil gewoon zijn dochtertje aaien.)

En hier neemt Bo een selfie, met op de achtergrond de Dom van Berlijn.
Hij staat er alleen niet helemaal op. Zij wel.

#dommie



Nu zijn we weer thuis en heb ik een probleem.
Ik vind Nederland niet meer leuk.
In Berlijn kun je gewoon (heel goed!) uit eten voor 10 euro per persoon, schenken ze je glas wijn bijna tot de rand toe vol, koop je drie grote bakken aardbeien voor 2 euro en reis je voor bijna niets met het openbaar vervoer. En iedereen is er aardig.
Dus.