Doorgaan naar hoofdcontent

Manifest tegen het cadeau


Cadeautjes zijn leuk. Dat is nou eenmaal zo. Het ligt al in het woord besloten. Nee, dat slaat nergens op, maar toch: het woord ‘cadeautje’ heeft door ervaring een blije lading. ‘Het leuke cadeautje’, dat is bijna een pleonasme.

Ik ageer dan ook niet tegen cadeautjes an sich, maar slechts tegen het ‘cadeaus geven’ als institutie, het keurslijf met allerlei ongeschreven regels.

Afgelopen woensdag, tijdens de wekelijkse koffiedate met een aantal mede-moeders (dat klinkt mutsig, maar dat is het heus niet) bleek iemand jarig.
Ik gaf haar het bosje bloemen dat ik zojuist op de schooltrap had gekregen (omdat ik de dag ervoor mezelf bijna had verzopen in de plantsoenvijver toen ik een mobiele telefoon van een vriendje van Bo probeerde te redden – ander verhaal).
Onmiddellijk begonnen anderen in hun tas te grabbelen. Tevoorschijn kwamen een chuppa-chupp, een pen met een raar handje erop, een plastic broche met een hartje en nog wat gekke kleine dingetjes die het heel goed deden als cadeautje.
De jarige was ontzettend jarig en ik jubelde inwendig op het hysterische af: ‘Ja! Zo moet het!’

Op de verjaardag van mijn zusje, die ik bijwoonde op Hawaï, had ik een vergelijkbare ervaring. Ze kreeg vele cadeaus, die ik me allemaal niet herinner. Behalve dat ene cadeau; een doos, gevuld met allemaal spulletjes en een kaartje.
Op het kaartje stond:

'For your birthday I’m giving you some of my favourite things. A shawl that has traveled a lot of places & been on many meditaton retreats with me. Buddha beads from a monastery in New York, prayer flags from a giftshop of a friend of mine, that hung in my home on the mainland & here on Hawaii, 3 sticks of very special incense to send your prayers & wishes to the heavens and lots of delicious chocolate. 
Thanks for your friendship & inspiration.' 

Okee, beetje hippiesque, en misschien had de gever gewoon geen geld voor een ‘echt cadeautje' – dat zou kunnen – maar ik vond het zo mooi! (Zo mooi dat ik stiekem een foto maakte van de tekst; daarom kan ik het nu zo letterlijk reproduceren. En het was een fantástische shawl.)

Waarom moeten cadeaus altijd in een winkel worden gekocht en ingepakt worden en ongeveer zo en zo duur zijn – afhankelijk van de persoon en de gelegenheid? Wie wordt daar eigenlijk blij van, behalve de mensen van de cadeauwinkels?
We zijn langzaam bezig elkaars huizen vol te stapelen met spullen.
Stop!
Ik heb al zoveel spullen!
Ik heb al een boek!

Misschien ben ik wel niet helemaal representatief hier, misschien hou ik wel wat minder dan de gemiddelde mens van cadeautjes. Dat zou best kunnen. Ik hoef namelijk eigenlijk niets. En wat ik wel hoef, dat koop ik wel zelf.
Je zou me dus geld kunnen geven. Maar elkaar geld geven, dat slaat ook nergens op. Dat is een zinloos heen en weer schuiven, inzichtelijk gemaakt in het absurde voorbeeld van Henk en zijn zus, die elkaar op hun verjaardagen altijd 20 euro geven, in een envelopje. (Voor het eurotijdperk; 25 gulden.)
Ergo; ieder jaar op 23 februari verdwijnt er 20 euro uit onze huishoudpot, op 31 augustus komt het weer terug. Het saldo staat jaarlijks op nul.
(Wie straks het langst leeft heeft gewonnen – mits het overlijden plaatsvond op een gunstige datum; ná de eigen verjaardag, maar vóór die van de ongelukkige. Haha.)
Ik kijk het al jarenlang met lede ogen aan en vraag me regelmatig hardop (maar zonder ooit indruk te maken) af ‘of ze nou echt elke keer een nieuw briefje van 20 in een nieuwe envelop doen? Of….?’

Pff.
Ik wil er echt eigenlijk wel voor pleiten om dat hele verplichte cadeaugedoe af te schaffen. Geef elkaar cadeautjes als je er zin in hebt. Wanneer je iets bent tegengekomen in een winkel of in je eigen kast, dat je aan de persoon in kwestie deed denken. Geef elkaar onverwachte cadeautjes op onverwachte momenten. Niet per se op een feest – alleen omdat dat nou eenmaal zo hoort.
(Zeg nou zelf, je zit er meestal niet op te wachten; zo’n feest is al zo’n gedoe, iedereen komt binnen en wil je feliciteren, terwijl jij staat te stressen op het aansnijden van de taart en thee zet en wijnflessen openmaakt en toastjes smeert. En dan moet je ineens cadeaus uitpakken! Daar heb je toch helemaal geen tijd voor!)


Leen me het boek dat je net hebt gelezen en zo mooi vond. Trakteer me op koffie. Geef iets geks op een leuk moment (ik werd heel blij van de 20 aan elkaar geknoopte gelukspoppetjes (één voor elke dag dat ik weg was) die een vriendin me gaf voor ik op reis ging). Geef me een geitenkaasje met een strik erom. Teken een hartje op mijn arm met watervaste stift. Maak mijn keuken schoon. Geef me een avocado. Of een fles wijn. Dat is volgens velen het meest afgezaagde cadeau ter wereld, maar ik zeg: altijd welkom.

Hik.
Sic.