Doorgaan naar hoofdcontent

Een gezellig onderwerp en even over Tanja

We gaan allemaal een keer dood.
Ik ook.
Dat heb ik redelijk geaccepteerd, geloof ik. Het is nu eenmaal zo, hè.
Veel meer dan dat ik moeite heb met dit gegeven an sich, vind ik het griezelig dat ik niet weet HOE ik dood ga.
Heeft u dat nou ook?
Ik kan daar echt van wakker liggen.
Misschien kom ik wel onder een bus, morgen. Of krijg ik volgend jaar plotseling een hersenbloeding midden in de Albert Heijn. Misschien val ik op mijn zesenzestigste in een ravijn tijdens een bergwandeling, of zak ik in elkaar tijdens een hardloopwedstrijd. Of bezwijk ik in 2038 aan een salmonellavergiftiging. Of drie jaar eerder al, aan de complicaties van een blindedarmoperatie. Het zou ook kunnen dat ik op mijn eenennegentigste sterf van ouderdom, in mijn eigen bed, met een glimlach op mijn lippen. Maar wie weet ben ik dan al lang van het Hilton gesprongen. Je weet het niet.
Ik weet het niet. Het kan een darmperforatie zijn waaraan ik doodga, of een slangenbeet. Ik kan verzuipen in de Noordzee, of in de Middellandse zee, of verongelukken op de A28.
Grootste kans dat ik overlijd aan een slopende hart-en/of-vaatziekte of aan kanker, natuurlijk. Dat laatste ligt in mijn geval zelfs enigszins voor de hand – ik rook namelijk al tweederde van mijn leven (hoe stom kun je zijn) – dus misschien moest ik me maar alvast voorbereiden op een langzame pijnlijke dood. Dat wordt me immers ook dagelijks aangeraden door de boodschappen op de pakjes.
Maar hee, nee, dát slaapt lekker.

Geen idee waar dit ineens vandaan komt, trouwens. Ik had het namelijk willen hebben over Tanja Nijmeijer. Misschien dat ik u, en mezelf, via een omweg, probeer te vertellen dat ik wil stoppen met roken? Zou zomaar kunnen.


Nou goed, toch nog even over Tanja Nijmeijer dan.
Misschien totaal ten onrechte, maar alles aan Tanja Nijmeijer intrigeert me enorm.
(Alleen al dat ze er na tien jaar in de jungle nog steeds zo fris en fruitig uitziet.)
We deden dezelfde studie, ik 7 jaar eerder. Aan dezelfde Universiteit, in hetzelfde gebouw, met dezelfde professoren. En bijna was ik net als Tanja naar Zuid-Amerika gegaan. Ik had een stage geregeld in Venezuela. Maar omdat het me een paar maanden voor ik zou vertrekken ineens werd afgeraden, wegens de instabiele politieke situatie, ging ik niet.
Maar stel nou dat ik daar wel was terechtgekomen, of in Colombia, en ik kwam in aanraking met dezelfde mensen, had ik dan ook een Tanja Nijmeijer kunnen worden?
Waarom sluit een meisje van vierentwintig zich aan bij een gewelddadige guerillabeweging, die vecht voor een zaak waar zij, vanuit haar achtergrond totaal geen banden mee heeft? Was ze verliefd? Boos? Is ze dom? Vond ze het gewoon wel spannend? Werd ze gedwongen? Wist ze waar ze aan begon? Vecht ze (inmiddels?) echt vanuit idealen, voor de goede zaak, waarin ze écht gelooft? Is de strijd zo belangrijk dat alle middelen zijn geoorloofd? Begrijpen wij er gewoon met z’n allen geen zak van? Mist ze haar moeder? Huilt ze zichzelf in slaap soms, of heeft ze geen gevoel (meer)? Wil ze niet af en toe gewoon lekker in bad en in een schoon bed? Een jurkje met bloemen aan? Zou ze me keihard uitlachen als ze dit las? Is ze (inmiddels?) echt gemeen en gevaarlijk?
Dat bedoel ik: Intrigerend.
Perdóname.