Doorgaan naar hoofdcontent

Over een ten dode opgeschreven auto, een spreekbeurt over moeders en de film Pina

Misschien was het een goed idee om de auto nog even te laten checken bij de garage, bedacht ik, alvorens we de trip naar Frankrijk gingen maken. Want eerlijk gezegd vond ik dat ie een beetje raar deed de laatste tijd. Alsof ie een beetje scheef hing. En als je harder reed dan, zeg, 30 kilometer per uur, dan begon het stuur vervaarlijk te trillen. Die trilling zette zich voort in je armen en de rest van je lichaam, zodat je na tien kilometer het gevoel had dat je aan de ziekte van Parkinson leed.
Een uurtje nadat we de auto hadden afgeleverd bij de Kwikfit, werden we al gebeld door de monteur. Vier nieuwe banden, had de auto nodig. En nieuwe koppelingsplaten. En nieuwe remmen. (‘Het is totaal onverantwoord om er zo mee de snelweg op te gaan.’)
Kosten: 2000 euro.
Oeps.
Hadden we dat? Nu?
Nee.
En, los daarvan, was de zestien jaar oude auto deze investering nog waard?
Nee.

Dus.

Dus.

Herinnert u zich deze nog?

Ik durf het bijna niet te vragen, smste ik.
En dat was eigenlijk niet eens waar; ik durfde het helemáál niet te vragen.
Maar ik deed het toch. Natuurlijk.
Ja hoor, mag wel, geen probleem, sprong binnen vijf minuten het antwoord op het schermpje van mijn iPhone. En daar moest ik toen bijna een traantje van wegpinken.
Beter goede vrienden dan een kapotte auto.
Dus nu gaan we op vakantie, met mijn lievelings leen-Volvo. Woeh!
En als we thuiskomen, over drie weken, dan zien we wel weer verder.
Grote kans dat we dan intussen de loterij hebben gewonnen.
En dan kopen we zelf een Volvo. Of een olijfgroene Mercedes oldtimer.
Of een oranje Fiat Multipla.


Iets anders.
Bo en haar vriendinnetje en klasgenoot Vera, hadden een tijd geleden het ludieke plan geopperd om een spreekbeurt te houden over hun moeders, maar dat had ik hen goddank snel uit hun hoofd gepraat.
Dacht ik.
Dus toen Bo me gisteravond vertelde dat zij en Vera op de laatste schooldag nog een spreekbeurt gingen houden en mij daarbij fijntjes opdroeg om vandaag om precies 11 uur naar de school te komen, sloeg de schrik me om het hart.
Maar de liefde voor je kind gaat ver, dus daar stonden we, vanmorgen, als levende standbeelden voor de klas.

Wij houden onze spreekbeurt over onze moeders.
Kijk, dit zijn onze moeders. Ja, zwaai maar even, mam.
Onze moeders zijn veertig en tweeëndertig jaar en ze zijn ook nog vriendinnen.
Ze hebben ook hobby’s, kijk dat zie je hier.

Etc. Etc. Een complete powerpointpresentatie kwam langs met foto’s die ze blijkbaar van onze facebookpagina’s hadden gestolen en en passant kregen we ook nog even de definitie van een moeder: ‘Een moeder is een meisje dat kindjes heeft en kindjes leuk vindt.’

De kinderen in de klas vonden het allemaal erg grappig. En de juf vond het ook erg grappig - nooit eerder in haar carrière had iemand in haar klas een spreekbeurt over z'n moeder gehouden. Dus toen vonden wij het ook grappig. En daarna gingen we koffie drinken.

Oja, En nu ik toch bezig ben van alles en nog wat in een logje te gieten, ik zag afgelopen woensdag deze film:


En daar had ik eigenlijk een heel verhaal bij willen houden over waarom dans me altijd wat ongemakkelijk laat voelen, omdat het me raakt en ik niet weet waaróm. En dat ik altijd graag wil begrijpen waarom iets me raakt, zoals ik dat kan bij literatuur en muziek - maar dat dat misschien ook wel weer onzin is, dat ik dat alleen maar denk, omdat ik er bekender mee ben. En over dat dát misschien wel is wat kunst is, wat kunst doet: rechtstreeks je hart, oftewel het niet-rationele deel van je hersens, ingaan.
Maar omdat u waarschijnlijk helemaal niet echt zit te wachten op mijn filosofie van de kouwe grond, zeg ik het maar gewoon zo: Ga naar de bioscoop. Naar de film Pina, als u enigszins van dans houdt.
Het is prachtig.
En in 3D bovendien, wat werkelijk nog iets toevoegt ook.