Doorgaan naar hoofdcontent

Size does matter

Dit weekend was ik in Utrecht. Maar omdat Susy, Quirk en Sanneke hier al uitgebreid over logden en ik er verder eigenlijk niets aan toe te voegen heb – behalve dan dat ook ik het erg leuk vond - laat ik dat voor wat het is en ga ik het hebben over mijn thuiskomst, gisteren.
Een uitermate plezierige thuiskomst, mag ik wel zeggen: de kinderen leefden nog, het huis was een stuk opgeruimder dan toen ik wegging (echt. En bovendien, maar dat merkte ik pas later, waren er twee doucheslangen vervangen, was er een nieuwe deurbel gemonteerd en een traphekje gerepareerd), de keuken was vol met kinderspul (naast dat van ons ook nog vriendjes en buurkinderen), een kennis zat gezellig met een biertje aan tafel, Henk stond zijn beroemde gehaktballen te maken....kortom, ik kwam thuis in een warme en veilige haven waar ik me kon koesteren en ontspannen.
Mooi, dacht ik. Men redt het hier prima zonder mij.
En vond dat een heel geruststellende gedachte.

Resumerend: het was een prettig, warm welkom, in een heerlijk, opgeruimd en gezellig huis.
Dit luid en duidelijk gezegd hebbende, spring ik even naar wat later op de avond.

We keken naar het (opgenomen) laatste deel van Millennium. Ik op de bank; moe, brak, afgedraaid, Henk voor mij, op de grond, bezig met het vouwen van de was. (Kuch.)
Op een bepaald moment meende ik ineens dat ik zijn rug even zag verstrakken. En, net toen ik dacht dat ik het me had verbeeld, sprak hij: ‘Pfoe, ik dacht even dat dit jouw trui was, maar nee, het is een trui van Bo.’
Ik keek en herkende - aan de kleur en het motief - mijn lievelingstrui. Dus ik zei, nietsvermoedend, mijn ogen alweer op de televisie gericht: ‘Nee, dat is wel mijn trui hoor.’
‘Nee,’ zei Henk, overdreven articulerend, ‘dit is. de trui. van Bo.’
‘Nee,' zei ik weer, 'het is gewoon mijn...’ En toen keek ik eens goed. En het duurde wel vijf seconden voordat mijn brein begreep wat mijn ogen zagen.

Ik zag mijn trui.
Mijn lievelingstrui.
In kabouterformaat.
Gekrompen.
En nou weet ik niet hoe dat bij u is, maar als ik denk aan 'krimpen' dan denk ik aan een paar centimeter. Dat je mouwen net niet meer helemaal lekker over je pols vallen. Of dat je broek net een tikje hoogwater is.
Maar dit, dit was meer als in... Honey I shrunk the kids.
Ik was in shock.
Want het was mijn lievelingstrui.
Maar dat zei ik geloof ik al.
‘Oh’, bracht ik uit. Waarbij mijn mond wat bleef open staan. En misschien dat ik mijn linkerhand wel naar mijn gezicht bracht en mijn wijsvinger op mijn bovenlip liet rusten.

‘Sorry, zei Henk. 'Sorry, sorry. Ik heb hem in de droger gedaan. Denk ik. En dat eh...moest zeker niet...hè.'
‘Nee,’ zei ik, monotoon, ‘dat moest niet.’
Ik bleef een tijdje met open mond zitten staren, me verwoed realiserend dat het geen optie was om hier een punt van te maken, gezien het schrikbarende aantal overhemden van hem die ik door de jaren heen verpest heb.

‘Ik denk hè, ‘zei ik uiteindelijk, na een lange en ongemakkelijke stilte, ‘dat ie zelfs te klein is voor Bo.’
En daar moesten we allebei heel, heel hard om lachen.
Ik denk dat ik nooit eerder zo hard heb gelachen om iets wat ik helemaal niet leuk vond.

Nja.

Kijk dit is ‘m dus:


Nee, dat zegt niets, zo. Wacht, ik leg er mijn hand even op, zodat u een idee krijgt van de afmeting.


Of beter nog, weet u wat, ik leg er een vestje van Loïs naast.
Maatje 92.




Meer over de man en de was: klik en doorklik.