Doorgaan naar hoofdcontent

Zingen en springen De theorie van de 100ste aap

Als u denkt: hee, op deze plek stonden toch vanmiddag nog twee filmpjes? Dat klopt, maar ik vond het ineens eigenlijk te suf voor woorden, weet niet waarom. (Als u ze toch nog wilt bekijken dan klikt u gewoon even hier: vindt u meteen nog meer alleraardigste homevideo’s.)

Nee, ik heb iets beters. Ik ga het hebben over morfische resonantie. En over mezen en melkflessen. Want daar begon Henk ineens over, gisteravond. Over mezen en melkflessen. Of eigenlijk had ie het over mussen en melkflessen, maar okee, kniesoor, en wat maakt het in feite ook uit, maar hoe dan ook, het zijn dus mezen. Mezen, die ineens de aluminium doppen van melkflessen bleken te kunnen openpikken. En niet alleen in Nederland, maar ook in Engeland en eigenlijk overal ter wereld waar melk in flessen werd verspreid. Ja, dacht men, dat hadden die mezen dan zeker van elkaar geleerd, hè.
Maar toen werd het dus oorlog. En na die oorlog, waarin minstens 5 generaties mezen nooit een melkfles zagen, verspreidde het fenomeen zich opnieuw razendsnel over de wereld. Rupert Sheldrake verklaart dit in het boek ‘The presence of the past’ aan de hand van zijn morfogenetische veldentheorie. Morfogenetische velden bevinden zich in en rondom de systemen die ze organiseren (mensen, dieren, planten, red.) en bevatten een soort collectief geheugen waaruit ieder lid van de soort put en waaraan het op zijn beurt bijdraagt. Doordat mezen de flessen begonnen open te pikken ontstond het 'flesopenerveld' en dit veld werd steeds sterker door de morfische resonantie-effecten van steeds meer melkdrinkende mezen!
Fantastisch hè. Ik bedoel, dit vind ik dus echt fantastisch!
Het verklaart ook waarom de cryptogram van de zaterdagkrant veel makkelijker op te lossen is op zondagavond! Gedurende het weekend hebben allerlei mensen zich het hoofd erover gebroken en de verworven informatie is opgeslagen in het morfogenetische veld; iemand die zondag begint te puzzelen put informatie uit dat veld en lost de cryptogram zo op!
Hm, ja sorry, maar ik word dus echt heel blij van dit soort theorieën.
Ik had zelf ook wel wetenschapper willen zijn. Pseudowetenschapper. Of nee, nee, geen pseudowetenschapper, wel een échte wetenschapper, maar die zich bezighoudt met iets triviaals. Iets nauwelijks ter zake doends. Iets lolligs. En daar dan heel serieus over doet. Ik had best graag willen promoveren op het nut van blauwe harige poppen in Sesamstraat, bijvoorbeeld. Of stage willen lopen bij The Ministry of Silly Walks. Ook zou ik wel de geschiedenisboeken willen ingaan als de bedenker van een of andere theorie.
Zoals de Theorie van de 100ste Aap.
(Dat klinkt echt goed hè: de theorie van de 100ste aap. Is ook zo’n collectief bewustzijn-theorie. Gaat over aardappels en dat je die kunt wassen alvorens ze op te eten. Dat leerden ze aan een aap, op een eiland. En aan nog een aap en aan nog een aap. En nadat de honderdste aap het had geleerd bleken ineens alle apen het te doen! Niet alleen op het eiland, maar ook op andere continenten!
Nah!)

(Eh. Toch maar de filmpjes? Klik)