Doorgaan naar hoofdcontent

Wat is het koud in Nederland

U weet, ik wek graag de indruk dat ik het leven even ‘doe’ met twee vingers in mijn neus. Maar de afgelopen periode viel het me niet licht. Eerlijk gezegd, ik vond het de laatste tijd nogal zwaar.
En het was voor Henk natuurlijk nog veel zwaarder, dus ik heb het er verder ook niet over, maar ik moest heel wat zeilen bij zetten om 'de toko hier draaiende te houden'. Wekenlang deed ik alles alleen en intussen werkte ik aan een monsterklus, een prestigeklus waarmee ik mezelf wilde bewijzen en dan waren er natuurlijk nog de zorgen en het verdriet en de regeldingen.
Bij tijd en wijle stond het huilen me nader dan het lachen, ik was snappy tegen de kinderen en keek met lede ogen toe hoe de was zich opstapelde en het vuil zich een weg baande naar boven. Ik was zo gespannen als een veer: als iemand boe tegen me had gezegd was ik hysterisch gaan gillen, denk ik.

Kortom, de vakantie was een welkome verademing.
Het was helemaal goed. Sicilië is geweldig!
De perfecte mix tussen natuur, cultuur en eh.. pasta.

Lollig: het vertrek had nog even wat voeten in aarde. Had ik van tevoren zo half en half verwacht dat het zakje Nutrilon-melkpoeder dat ik in een schoen had gestopt toestanden zou veroorzaken, de problemen bleken in een heel andere hoek te zitten: in Tickle-me-Ernie. Die Bo op de vrijmarkt had gekocht voor haar kleine zusje. Met zo’n verdachte batterij-unit in zijn rug, voor de kietelreacties (giechelen, schateren en trillen(?)), u weet wel.
De ‘lievelingsknuffel’ van Loïs werd meegenomen naar het kantoor van de föderale polizei, waar hij werd gefouilleerd en ge-x-rayed. Tot grote hilariteit van Bo en Merlijn, die door de kier van de deur toekeken.
Ja, je maakt wat mee, met kinderen op vakantie.
De eerste ochtend op Sicilië werd Loïs – tussen ons in – wakker, en riep enthousiast naar het plafond wijzend: 'Nijnies! Nijnies in de lucht!'
Waarop ik niet begrijpend naar boven staarde. (In het wazige niets: u moet weten ik zie geen steek zonder mijn lenzen). Nadat ik op zoek was gegaan naar mijn bril zag ik wat ze bedoelde. Verrék zeg: nijnies in de lucht! De spaarlampen in de kroonluchter. Kijkt u zelf maar: nijntjes.
Ik heb me de rest van de week moeten beheersen om niet met een zwarte stift oogjes en een kruisje op de lampjes te tekenen.

Maar dat het dus fantastisch was. Alles. We bezochten de 3000 jaar oude archeologische site Segesta met een tempel en amfitheater, we gingen met een gondel de berg op naar de stad Erice, er waren de meest prachtige uitzichten, we gingen naar Trapani en naar een Maffia-badplaats, we lazen, we sliepen, we zaten in de zon en zwommen in de zee: twee keer in de Middellandse en een keer in de Thyreense, we werden opgegeten door de muggen (mja), we aten vis, pasta, pizza, couscous, salade caprese, aardbeien die smaakten naar aardbeien uit een ver, ver verleden, we dronken vino bianco en vino rosato en vino rosso en limoncello en espresso en latte macchiato en, oja, ik leerde van de groenteboer een nieuw gebaartje. Met je wijsvinger in je wang boren, om aan te geven dat iets heul lekker is. Elke keer als ik bij de goenteboer was geweest had ik een beurse wang. Tot ik bedacht dat ik mijn nagels maar eens moest knippen het misschien niet zo hard hoefde.

Er was Mario ( de vader van Franc, red) die ons wegwijs maakte in het huisje en het dorp en die mijn moeder geloof ik wel zag zitten, of misschien was dit nou gewoon die Italiaanse hoffelijkheid, er was het restaurantje aan de kust, waar we de meest geweldige dingen kregen voorgezet, er was onze geweldige bus, de huur-Fiat Scudo,en er was een babyhagedis, net uit het ei gekropen, zo schattig: Zwelgje was er niets bij.



En toen was het ineens afgelopen. Vanmorgen.
Dapper riep ik: dág lief, mooi eiland, dag zee, dag zon, dag vruchtbomen, dág!
Maar eigenlijk was ik nog lang niet klaar.
Want een week is veel te kort.
Dus toen op het vliegveld ineens bleek dat die vulkaan weer bezig was (we hadden geen nieuws gevolgd) maakte mijn hart een sprongetje. O mén, mén, we konden niet weg, we moesten blijven, oh zoete overmacht!
Maar helaas: no such luck. De een na de andere vlucht werd geannuleerd, maar de onze ging. Gewoon.
Gelukkig,’ zuchte de hele rij voor de incheckbalie. Want dat was maar een hoop gedoe, want dan moest je je vlucht proberen om te boeken, en dan moest je elke dag naar het vliegveld om te kijken of er al werd gevlogen en later moest je dan maar weer je geld zien terug te krijgen.
Hmpf. Nouja, daar troostte ik me dan maar mee.

En om met Harm Edens te spreken, gelukkig hebben we de foto’s nog.