Doorgaan naar hoofdcontent

De smaak van verse peterselie

Waar ik blij van word, vraagt ze.
Nouja, van de geijkte dingen, u weet wel: de geur van pas gemaaid gras en vers gebakken brood, de glimlach van een kind, als eerste in het zwembad springen en de waterspiegel breken (niet meer gedaan sinds ik 10 was), op mijn rug liggen met een grasspriet tussen mijn tanden, op een festival waar ik de bas voel trillen in mijn buik.
Stations van grote steden, vliegvelden en zeehavens; reizen maakt me blij, niet alleen het aankomen op de plaats van bestemming maar vooral ook het onderweg zijn.
Mooie muziek, mooie films, mooie (begin)zinnen in boeken. Van die zinnen waaraan alles klopt: het ritme, de woorden en hun inhoud, dat je denkt: ja, jááh, zo is het, zo is het precies!

Bijzonder blij word ik ook van de smaak van verse peterselie. Verse rauwe peterselie, en dan de krulvariant. (Bij de platte is het effect minder.) Als ik het proef waait er een vlaag van puur geluk door me heen, als een herinnering die zo snel voorbijschiet dat ik hem niet kan grijpen. En nou moet u niet denken: als je dan zo gelukkig wordt van peterselie, eet dat dan de hele dag, want zo werkt het niet. Het is alleen die ene eerste aanraking met de smaak die zorgt voor de typische 'rush of happiness'. Als Henk aan het koken is met - toevallig - peterselie, stopt hij altijd wat in mijn mond. Dan staat hij ineens achter me, zegt: ‘ogen dicht’ en duwt een takje naar binnen. (Laatst voerde hij me op dezelfde wijze een stukje kip terwijl ik dacht dat het peterselie was, ik kan u zeggen: dat was een bijzonder verontrustende sensatie.)
Maar ik dwaal af.
Ik word blij van de zon. En van de zee. (Mijn diepste wens is een huis aan de zee in een warm land.)
En waar ik ook blij van word: Aan het eind van een warme zomerdag in een leuk jurkje naar een feest, ergens in een grote tuin, met parasols en witte wijn en oesters.
En dan dat eerste slokje.