Doorgaan naar hoofdcontent

Mijn schoonvader gaat dood

Mijn schoonvader gaat dood.
En niet als in: iedereen gaat dood op een zeker moment, maar als in: nu. Tussen nu en binnenkort.
Wanneer dat binnenkort precies is, dat zal de tijd leren, want dat valt nou eenmaal niet exact te voorspellen.
‘Moeten we denken aan dagen of aan weken?’ vroeg ik aan de arts, die hierop antwoordde: ‘Inderdaad.’
En dat snap ik natuurlijk, maar ik vind het toch jammer. Want ik weet altijd graag waar ik aan toe ben. Net als dat ik de neiging om een en ander enigszins zakelijk te benaderen. Dat is zo’n beetje de verdeling hier momenteel: Henk rouwt (of hoe dat ook heet als iemand nog niet dood is, maar stervende) en ik maak de verkeerde opmerkingen.
Ik zeg bijvoorbeeld dat hij toch een mooi leven heeft gehad. Dat hij een mooie leeftijd heeft bereikt. En dat het ook heel mooi is, dat Henk dit mag doen: zijn vader naar de dood begeleiden. Dat het ten eerste al mooi is dat het niet andersóm is, want vaders die hun zoons moeten begraven, etc.
En dat komt niet allemaal even goed aan. Logisch. Maar ik kan er niets aan doen: misschien ben ik gewoon niet zo teergevoelig, of misschien is het eenmaal de manier waarop ik met dingen omga. Ik bedoel het niet verkeerd en het wil ook zeker niet zeggen dat het me niet raakt: ik ben behoorlijk dol op mijn schoonvader. De opa van mijn kinderen. Ik zal hem missen.




Het ontslag uit het ziekenhuis, vanmiddag, ging gepaard met een aanvraag voor intensieve thuiszorg. In verband hiermee kwam de verpleegster op een bepaald moment aanzetten met een ingevuld formulier. Ze las het hardop voor en vroeg vervolgens aan mijn schoonvader of het zou lukken een handtekening te zetten.

Dus. Bed omhoog, tafeltje erbij, bed nog een eindje verder omhoog, kussen onder zijn rug, pen in de hand, aanwijzen waar hij moest tekenen, ja, daar ja.

En toen. Met de allergrootste inspanning, letter voor letter, zette mijn schoonvader zijn handtekening. Vermoedelijk voor de allerlaatste keer.
De verborgen documentairemaakster in mij vond het nog even jammer dat ik het niet filmde, maar ik bedacht op tijd dat ik mijn telefoon had uitgezet. En maar goed ook, want dit moment was te intens om niet met volledige aandacht mee te maken. Met ingehouden adem keken we mee. Zo aangrijpend, om getuige te zijn van iemands laatste handtekening.
‘Het lijkt verdorie wel of ie zijn doodvonnis tekent,’ fluisterde ik (wat ik veilig kon doen omdat mijn schoonvader nogal doof is).
En dat was het ook, in feite.