Doorgaan naar hoofdcontent

Nog even over dat van gisteren

Het houdt de gemoederen hier nog flink bezig. En wat me de laatst dagen heel erg is opgevallen, is dat (mijn) kinderen er vanuit een andere invalshoek naar kijken. Vanuit het kinderperspectief. Logisch natuurlijk, maar ik had me het gek genoeg niet gerealiseerd.

‘Denk je dat ze nu nog steeds huilen?’ vroeg Bo gistermiddag, doelend op de vier kinderen die verweesd zijn achtergebleven.
‘En wie maakt er nou vanavond eten voor ze?’

In het nu. Zoals kinderen leven.

Ze loopt er intussen maar behoorlijk mee te worstelen. Ze heeft al drie brieven geprobeerd te schrijven aan het jongetje dat ze kent, maar vond het telkens niet goed genoeg.
In een van de laatste briefjes stond de zin: ‘Ik hoop dat je gauw weer op school bent en ik hoop dat jullie papa snel uit de gevangenis komt.’

Dat raakte me nogal. Wij volwassenen zijn toch (denk ik? Ik wel) eerder geneigd te denken: welke reden er ook toe heeft geleid en alle eventuele verzachtende omstandigheden ten spijt, die man heeft zijn vrouw doodgestoken voor de ogen van zijn dochtertje; die moet voor jaren en jaren de bak in.
Maar zo ziet Bo dat dus niet. Dat hij zoiets vreselijks heeft is in haar beleving blijkbaar ondergeschikt aan het feit dat hij hun vader is en voor hen moet zorgen.
(En dan vraag ik me toch vanzelf even af - hoewel het totaal niet mijn plaats is en ik geen enkele grond heb om hierover iets te veronderstellen – zou dat voor die kinderen ook zo zijn?)

Vanuit grote-mensenoogpunt zit ik vooral met gedachten als: hoe moet het nu verder met die kinderen, hoe gaan ze dit ooit verwerken? Niet, denk ik dan. En blijf vervolgens met een verlammend gevoel van machteloosheid zitten dat nergens toe leidt.
Dan is die benadering van Bo eigenlijk nog helemaal zo gek niet: als er eerst maar iemand zorgt dat ze vanavond te eten hebben.


Vandaag hield een jongen uit haar klas een spreekbeurt over Haïti, waar hij vandaan komt. Hij vertelde dat er dagelijks mensen werden doodgeschoten en dat hij constant bang was.
En ook daar denkt Bo nu over na.
Wat een verschil met mijn lagere-schooltijd. Het heftigste wat ik heb meegemaakt was dat een vader van een schoolgenoot tijdens het rietdekken van het dak viel.