Doorgaan naar hoofdcontent

Rise and fall of minor depression


Misschien komt het door het weer, laten we het daar maar op houden, maar ik viel de laatst tijd niet helemaal samen met mijn vrolijke en opgeruimde karakter. Ik was maar half aanwezig. Zombie-like. Ik werkte wat zonder al te veel begeestering, zorgde voor de kinderen zonder al te veel begeestering, deed het huishouden zonder enige begeestering.....eigenlijk had ik alleen maar zin om te slapen. En dan pas wakker te worden in de lente, met alle bomen in knop en een temperatuurtje van, zeg, 16 graden.
Maar ja, dat kan niet. Zeggen ze.
En dus was ik moody. En gloomy. En een tikje labiel. Zo was ik bijvoorbeeld overdreven aangeslagen door het niet nader te noemen 10kilometer-debacle in Vancouver. Ik heb er een hele nacht van wakker gelegen en zelfs om gehuild, nah en ik hou niet eens van sport, kun je nagaan. Waarschijnlijk had het dan ook mede te maken met het meisje dat diezelfde dag werd geboren, veel te vroeg en veel te klein, omdat haar moeder (mijn nichtje) een acute zwangerschapsvergiftiging kreeg.
Daarnaast was er ook nog het chagrijn over de kapotte iphone die – zo weet ik inmiddels – de rest van zijn leven kapot zal blijven: ik zal er nooit mee kunnen internetten of bellen. En nu kan ik natuurlijk roepen dat dat laatste BEST WEL EEN ESSENTIËLE FUNCTIE IS VAN EEN TELEFOON, maar dat zou kinderachtig zijn. Immers, er zijn ook een paar dingen die het wel doen: de camera en de ingebouwde ipod bijvoorbeeld. En spelletjes kan ik er ook op spelen.
Eigenlijk heb ik dus gewoon een hele dure Nintendo Dsi gekocht, uitgevoerd in een prachtig apple-design.
Ja.
U merkt het misschien al een beetje: ik zie de dingen weer wat meer van de zonnige kant. Sinds gisteravond.
Want ik was het zat, dat gesomber, dus ik besloot met een vriendin mee te gaan naar de Schouwburg. Waar we een try out zagen van de voorstelling ’11 minuten’ van het NNT, gebaseerd op het boek van Paulo Coelho.
En ik vond het mooi. Héél mooi.
En dat is maar goed ook, want 10 maart ga ik nog een keer, op uitnodiging van Malou Gorter, de hoofdrolspeelster. Die samen met mij en nog zes anderen de ouderraad van de school vormt. En die ik bewonder, als actrice en als mens.
(En ja, stiekem vind ik het natuurlijk hartstikke cool dat ik zo’n goede actrice in mijn kennissenkring heb. Maar als ik dat opschrijf klinkt het alsof ik een soort van celebritygeil ben, ofzo. Wat ik uiteraard geenszins ben. *unfollows per direct Carice van Houten op Twitter*)

Anyway.
Na de voorstelling gingen we nog naar de Schouwburgbar, a.k.a De Souffleur. Waar het enorm gezellig was en waar we hele leuke gesprekken voerden en ik maar liefst 6 biertjes dronk en een half pakje sigaretten leegrookte. (Niet mijn eigen pakje sigaretten, maar dat van mijn vriendin; ik rook niet, tenslotte.)
Nu ben ik dus enigszins brak (niet in de laatste plaats door Loïs, die vanmorgen vanaf 6 uur afwisselend mondharmonica speelde naast mijn oor en aan de (elastieken) spaghettibandjes van mijn nachthemd trok om ze tsjak! te laten terugschieten tegen mijn blote schouder...) maar: I feel better!

Het is wat beschamend om te zeggen, maar cafélucht doet mij goed.