Doorgaan naar hoofdcontent

BMI 13,78

We werden in de nacht van vrijdag op zaterdag wakker van Bo, die bij ons in bed kroop. Met buikpijn. En niet zo’n beetje ook, ze lag te kronkelen en te kreunen van de pijn. Alweer: vorige week gebeurde precies hetzelfde. Toen was ik in onmiddellijke staat van alertheid: Buikpijn? Wat voor buikpijn? Heeft ze een buikgriepje? Blindedarmontsteking? Maar nee, geen van beide; ze moest niet naar de wc en de pijn zat niet rechtsonder, maar in het midden, rond haar navel. De volgende ochtend was de pijn over en ik was het ook meteen weer vergeten, eerlijk gezegd.
Maar nu was het dus terug, precies hetzelfde.
Nou is Bo altijd al een buikpijn-kind geweest. Als er iets is, iets spannends, dan klaagt ze over buikpijn. Als ze ergens tegenop ziet: buikpijn. Maar dan wel altijd gewoon overdag. Dit nachtelijke ding was iets nieuws.

Nadat we hadden geprobeerd de pijn weg te masseren en wat in de weer waren geweest met een warme kruik gaf ik haar uiteindelijk een paracetamol, waarna de rust wederkeerde. Maar ik kon de slaap niet meer vatten. Deels kwam dit door Loïs, die inmiddels ook bij ons lag, en die de schattige maar irritante gewoonte heeft om in haar halfslaap voortdurend zachtjes aan mijn haar te trekken. En dat slaapt erg lekker, kan ik u vertellen. Not.
Maar ik lag ook een beetje te piekeren.
Wat was dat nou met die buikpijn?
Toch spanning? Jemig, toch niet voor Sinterklaas?
Of is er iets aan de hand op school? Is ze zenuwachtig voor haar spreekbeurt?
Hee: wat had ze eigenlijk gegeten die dag?
Ik zag weer even voor me hoe ze verveeld met haar vork had zitten prikken in haar avondeten.

De volgende ochtend vroeg ik: Zeg Bo, had jij vannacht niet gewoon hónger?'
‘Neuj.’
‘Weet je dat zeker? Eet jij eigenlijk wel genoeg?’
‘Jaha.’
Ik keek naar ons meisje in haar pyjama. Mager meisje. Dat is ze altijd geweest: lang en dun. Net als haar moeder.
Maar wat ze toen zei.
‘Ik wil niet zoveel eten want ik wil niet te dik worden.’

Mijn nekharen vlogen overeind. En die van Henk waarschijnlijk ook, want zijn stem schoot uit: ‘Dik!? Je bent vel over been! We kunnen je ribben tellen! Wie heeft je dát wijsgemaakt?’
En ik dacht: Mijn god, hebben we iets gemist? Had ik beter op moeten letten? Ze neemt de laatste tijd best vaak een volle broodtrommel mee terug naar huis....
‘Is er misschien iemand in je klas, een vriendinnetje dat zichzelf te dik vindt? ‘ vroeg Henk.
‘NEE! NIEMAND!' schreeuwde ze en rende weg, over de overloop naar haar oude kamer. ‘ALLEEN IK!’
En met een BAM was de deur dicht. Henk en ik keken elkaar in verwarring aan. Is dit onze dochter van zeven? Onze spillepoterige, sprieterige dochter van zeven? Vanwaar deze totaal overtrokken reactie? Wat is hier aan de hand? Eetstoornissen komen toch nog niet voor op zo’n jonge leeftijd? Hoop ik?
Hoe kómt ze aan die ideeën? Niet van mij: ik heb eerder omgekeerd-anorexia: ik weet heus wel dat er nu, anderhalf jaar na mijn laatste zwangerschap, nog steeds ruim vijf kilo aan overtollige vetrolletjes op mijn lichaam zit, toch zie ik in de spiegel altijd gewoon mijn eigen slanke ik. (Hmm, nu ik hier zo over nadenk: das dus net zo goed geen reëel zelfbeeld.)

Het is overigens niet zo dat ik me nu ineens grote zorgen maak, hoor. Ik ga er voorlopig maar vanuit dat het een fase is. Of misschien dat ze het ergens heeft opgepikt (televisie?) en het gewoon zegt uit effectbejag - zeer wel mogelijk ook, Bo kennende. Maar ik ben wel op mijn qui-vive. En ik ga mijn uiterste best doen om - heel subtiel en voorzichtig - deze rare gedachten zo snel mogelijk de kop in te drukken.
Te dik. Tss.
Klik.